Noorse gevangenen in Nederlandse cel
VEENHUIZEN. In gevangenis Norgerhaven in het Drentse Veenhuizen worden vanaf september tijdelijk Noorse gedetineerden geplaatst. Nederlandse cipiers kunnen daardoor aan het werk blijven. Maar wat betekent het voor gevangenen? „Door buitenlandse detentie raakt iemand geïsoleerd.”
Meer dan duizend criminelen lopen vrij rond in Noorwegen omdat de gevangenissen in het land overvol zitten. Het bouwen van nieuwe cellencomplexen is duur. Daarom zit er volgens de Noorse minister Anders Anundsen maar één ding op: gedetineerden exporteren. Maandag tekende hij met staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) een verdrag om Noorse gevangenen onder te brengen op de locatie Norgerhaven van de penitentiaire inrichting in Veenhuizen.
In september arriveren de eerste gedetineerden vanuit het Scandinavische land. De bedoeling is dat er uiteindelijk 242 Noorse gevangen komen te zitten. Met het verhuren van de inrichting in Veenhuizen blijven volgens Teeven 239 voltijdsbanen behouden.
Het akkoord moet nog door de parlementen van beide landen worden goedgekeurd. Critici in Noorwegen zijn bezorgd over het feit dat door detentie in het buitenland de banden van Noren met de eigen samenleving worden doorgesneden. Ook zou het voor familieleden vanwege de afstand problematisch zijn om op bezoek te komen.
De Noorse minister is op de hoogte van deze bezwaren maar is er niet van onder de indruk, weet een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie. „Volgens hem hebben lang niet alle gevangenen veel binding met Noorwegen doordat ze een andere nationaliteit hebben. Ook wierp Anundsen tegen dat sommige afstanden in zijn land tijdrovender zijn dan een vlucht Oslo-Amsterdam.”
De zegsman van Justitie wijst erop dat het gemis aan familiebezoek deels gecompenseerd kan worden door videobellen met Skype. Wat erbij komt kijken om Noorse gevangenen in Nederland te plaatsen, is volgens hem vooral een zaak van Noorwegen. „Wij bieden alleen de faciliteiten.”
Vanuit de gedetineerde gezien is het geen goede zaak om in het buitenland gevangen te zitten, reageert ds. Peter Middelkoop van Epafras op het nieuws dat er in Veenhuizen Noorse gedetineerden komen. Zijn stichting bezoekt Nederlandse gevangenen in het buitenland. „Van de gedetineerden bij wie wij langsgaan, kan ik zeggen dat zij zich erg geïsoleerd voelen in een buitenlandse cel.” Behalve dat Nederlanders die in het buitenland gevangenzitten hun familie en vrienden missen, ontgroeien zij langzaam de Nederlandse samenleving, weet ds. Middelkoop. „Sowieso raakt iemand door een lange celstraf het contact met de maatschappij kwijt. Maar voor gedetineerden die niet in eigen land vastzitten, wordt het er niet gemakkelijker op om na een aantal jaren cel weer in de vertrouwde omgeving terug te keren. Iemand die in eigen land een celstraf uitzit, blijft ten minste via het nieuws en de cipiers op de hoogte van wat er in de samenleving speelt.”
Ds. Middelkoop laat zich er niet over uit of het terecht is dat Teeven de verantwoordelijkheid voor het wel en wee van de Noorse gevangenen bij zijn Scandinavische collega’s neerlegt. „De staatssecretaris zorgt er in elk geval voor dat mensen aan het werk kunnen blijven. Vanuit Nederland gezien is dat positief.”
Het opvangen van buitenlandse gedetineerden is voor Nederland niet nieuw. Sinds 2010 verblijven er Belgische gevangenen in de penitentiaire inrichting in Tilburg. Afgaand op het in 2012 gepubliceerde rapport ”Zeg maar Henk tegen de chef” zijn zowel bewaarders als gedetineerden hier redelijk positief over. Zo zijn gevangenen erg tevreden over de manier waarop ze door Nederlandse cipiers worden bejegend. Wel staat in het rapport dat het gebrek aan bezoek voor veel gedetineerden hun gevangenisverblijf kleurt. Gedetineerden met familie willen daarom doorgaans het liefst terug naar België.