„Vreemdeling moet actievere houding aannemen”
DEN HAAG (ANP). Vreemdelingen moeten meer doen om in beeld te blijven bij vreemdelingeninstanties en zo in aanmerking te komen voor de kinderpardonregeling. Dat een vreemdeling alleen te traceren is, is niet genoeg. Dat heeft de Raad van State woensdag geoordeeld in vier uitspraken.
Staatssecretaris Fred Teeven had in de vier zaken geweigerd om op grond van de kinderpardonregeling verblijfsvergunningen te verlenen omdat de vreemdelingen zich zouden hebben onttrokken aan het toezicht. Een vreemdeling voldoet volgens de staatssecretaris aan de regels als hij in beeld is bij de instanties die zich bezighouden met het vreemdelingenbeleid, zoals de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, de Dienst Terugkeer & Vertrek, de Vreemdelingenpolitie of voogdijinstelling Nidos.
De Raad van State geeft de staatssecretaris daarin gelijk. Het is niet genoeg als vreemdelingen contact onderhouden met andere organisaties, zoals gemeenten. Gemeenten gaan namelijk niet over vreemdelingenbeleid, aldus de Raad van State.
Teeven zit volgens de Raad van State wel fout op een ander punt. De staatssecretaris gaat ervan uit dat wanneer een vreemdeling is uitgeprocedeerd bij de IND, deze ook bij hem uit beeld raakt. En dat de vreemdeling zelf inspanningen moet verrichten om weer in beeld te komen bij de Dienst Terugkeer & Vertrek. De IND en de Dienst Terugkeer & Vertrek vallen echter allebei onder de staatssecretaris, dus dat mag niet van een vreemdeling gevraagd worden.
De kinderpardonregeling is een regeling van de Nederlandse overheid voor asielzoekerskinderen die langer dan vijf jaar in Nederland wonen zonder verblijfsvergunning.