Kerk & religie

Zendingswerkers gezocht

De Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) kampt al jarenlang met onvervulde vacatures. Een teken van tanend zendingsbesef in de achterban? Volgens directeur P. Eikelboom is daar geen sprake van.

3 March 2015 22:45Gewijzigd op 15 November 2020 17:06
Beeld ZGG
Beeld ZGG

De roep om zendingswerkers klinkt al jaren. In het blad Paulus, De Saambinder, op zendingsdagen. Een terugkerend refrein.

Met name in het West-Afrikaanse Guinee is de nood groot. In het stadje Boké zijn dringend een evangelist en een vrouwen- en kinderwerker nodig. „Het is niet zo dat het werk daar nu stilligt”, nuanceert Eikelboom. „Lokale christenen zorgen ervoor dat de leeszaal, waar inwoners christelijke lectuur voor een klein bedrag kunnen kopen, vrijwel dagelijks is geopend. Zij houden Bijbelstudies met geïnteresseerde moslims, met hulp van zendingswerkers uit het naburige dorp Garama. Ze geven echter aan behoefte te hebben aan leiding.”

Vanuit Ecuador hoopt evangelist Peter van Olst medio 2016 terug te keren naar Nederland met zijn gezin. ZGG zoekt iemand die hem kan vervangen. „In de stad Portoviejo is een zendingsgemeente ontstaan. Die is echter nog niet robuust en groot genoeg om op eigen benen te staan. Het is nodig dat wij daar nog een aantal jaren bij betrokken zijn.”

Zijn er geen kandidaten? Of zijn ze er wel, maar voldoen ze niet aan de eisen? Eikelboom: „Ik voer met enige regelmaat oriënterende gesprekken met mensen bij wie de nood van het zendingswerk op het hart is gebonden. Soms zijn dat er vier per maand. Soms zie ik een halfjaar bijna niemand. Deze gesprekken leiden niet altijd tot een uitzending. Dat kan verschillende oorzaken hebben.”

Belangrijk voor de ZGG is dat de roeping en bekering van een kandidaat gegrond zijn op Gods Woord, zegt de directeur. „Een zendingswerker is iemand die aan het front van Gods Koninkrijk werkt. Daarom is het noodzakelijk dat hij of zij iets kan vertellen over de weg die de Heere met hem is gegaan. Dan ligt er een grond onder een sollicitatie.”

Flexibel

Verder moet een sollicitant over de geschikte kwaliteiten beschikken. „Om bijvoorbeeld evangelist in Boké te worden, dien je zeker twee talen te leren: Frans en de lokale Sosotaal. Als iemand veel moeite heeft met taal is het niet verstandig om hem aan te nemen.”

Iemands persoonlijkheid speelt een grote rol in het sollicitatieproces. „Het wonen in een andere cultuur kan voor veel stress zorgen. Daarom moeten alle kandidaten een psychologisch onderzoek ondergaan. Daaruit moet blijken of iemand voldoende stabiel en flexibel is om te wonen en te werken op het zendingsveld.”

Ook de gezinssituatie van een kandidaat is van groot belang. Eikelboom: „Op het zendingsveld is meestal geen geschikt onderwijs voor kinderen van zestien jaar en ouder. Ouders kunnen ervoor kiezen om hun kind dan achter te laten in Nederland. Willen of kunnen ze dat niet, dan kan dat een reden zijn om af te zien van een sollicitatie. Ik wil daar niet over oordelen. Ieder moet daarin voor Gods aangezicht een eerlijke afweging maken.”

Eikelboom erkent dat het hoge eisen zijn die gesteld worden aan een zendingswerker. Toch wil hij geen water bij de wijn doen als het gaat om de geschiktheid van een kandidaat. „Een sollicitant hoeft echt niet altijd volledig te voldoen aan alle criteria. Een inhaalslag maken op het gebied van theologische toerusting is bijvoorbeeld goed mogelijk. Tegelijkertijd moeten we eerlijk zijn: functies in de zending zijn vaak complex en vragen veel van iemand. Deputaten zien ernaar uit om mensen te benoemen. Tegelijkertijd rust op hen de verantwoordelijkheid om dit zorgvuldig te doen.”

Frituurvet

De ZGG-directeur weet niet of andere zendings­organisaties eveneens kampen met een tekort aan medewerkers. Het probleem heeft mede te maken met de visie van ZGG op zending, verklaart hij. „Wij hebben gekozen voor langdurige uitzendingen ver weg. In veel gevallen werkt ZGG in arme, achter­gebleven gebieden. Dat zit in de genen van onze organisatie: het bereiken van de onbereikten. Het leidt er tegelijkertijd toe dat het voor dit type zendingswerk niet altijd gemakkelijk is om aan mensen te komen.”

De jarenlange vacatures ziet Eikelboom niet als een teken van tanende zendingsliefde. „Die nood is niet nieuw. Er zijn ook in het verleden tijden geweest dat niet één sollicitant reageerde. We merken juist een grote betrokkenheid onder onze achterban op zending. In de meeste gemeenten wordt er wekelijks voor ons werk gebeden. Ook over onze inkomsten hebben wij geen klagen. Die blijven redelijk stabiel. Vorig jaar is er zelfs meer opgehaald dan in 2013.”

Bovendien kun je betrokkenheid bij zending niet aflezen uit het aantal benoemingen, stelt Eikelboom. „Er zijn veel mensen die zich jarenlang inzetten voor ZGG door bijvoorbeeld oud papier op te halen en oude metalen of frituurvet in te zamelen. Zij zouden nooit solliciteren, maar hebben wel een warm hart voor zending. Ook in kleine gemeenten, waar veel op weinigen neerkomt, klopt dat hart en wordt elke zondag voor zending gebeden.”

Wel is het lastiger om jonge mensen te binden aan zending, ervaart de directeur. „Er is in deze tijd veel keus voor jongeren die zich diaconaal willen inzetten. Zendings­werk komt niet altijd als eerste in beeld. Ik zou echter niet willen zeggen dat het geestelijk welzijn van de medemens niet leeft bij hen.”

Boetedag

Via het zendingsblad Paulus of De Saambinder, het kerkelijk orgaan van de Gereformeerde Gemeenten, probeert ZGG de nood van de onvervulde vacatures neer te leggen bij haar achterban. „Een oproep zet mensen aan het denken. En helpt soms om twijfelaars over de streep te trekken.”

Allereerst is echter gebed nodig, benadrukt Eikelboom. „Het tekort aan zendingswerkers wordt door betrokkenen bij ZGG beleefd als een oordeel. Het is nodig dat wij ons verootmoedigen, dat wij belijden dat we dagelijks van God afwijken. Daarom was het initiatief voor een boetedag in mei vorig jaar in de Gereformeerde Gemeenten ook zo heilzaam. Alleen langs die weg wil de Heere wonderen doen.”

Belangrijk daarbij is om te pleiten op Gods beloften. „De Heere gaat door met het in­zamelen van Zijn kinderen tot op de jongste dag. Hij heeft heel de schepping gemaakt voor Zichzelf. Hij heeft Zelf een Borg gezonden naar deze wereld. Daarom rest ons slechts het gebed: „Uw Koninkrijk kome.””


„Noodzaak tot zending wordt minder gevoeld”

Jarenlange onvervulde vacatures kent de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) in de Protestantse Kerk in Nederland niet, zegt directeur ds. J. P. Ouwehand. Meestal lukt het om de aanmeldingen en de vacatures binnen de GZB op elkaar af te stemmen, zegt ds. Ouwehand. Soms is het lastig om een geschikte persoon te vinden, met name als het gaat om een specialistische functie of een relatief onveilig land, zoals Zuid-Sudan. „Dan moeten we gericht adverteren om iemand op het spoor te komen.”

Het aantal spontane aanmeldingen voor zendingswerk neemt echter de laatste jaren wel af, constateert hij. De huidige onzekere tijd kan daar een verklaring voor zijn, zegt ds. Ouwehand. „Mensen zoeken naar veiligheid en houvast. Zendingswerk is een stap in het onbekende.”

Tegelijkertijd ziet hij dat de noodzaak tot zending onder christenen minder wordt gevoeld. „Mensen zijn er minder sterk van overtuigd dat het christelijk geloof de enige weg is tot behoud. Ze zijn geneigd om andere godsdiensten als gelijkwaardig te zien. Verder vragen ze zich af of het wel nodig is om als zendingsorganisatie in Afrika actief te zijn. Daar gaat het met de christelijke kerk toch juist goed?”

Tot nu toe heeft de afname van de aanmeldingen niet tot problemen geleid binnen de organisatie. „We zenden minder mensen uit dan vroeger omdat het opleidingsniveau van lokale partners toeneemt. Verpleegsters en onderwijzeressen uit Neder­land zijn nu bijna niet meer nodig.”

De GZB zag zijn inkomsten de afgelopen jaren langzaam dalen. Ds. Ouwehand benadrukt dat dit geen direct verband hoeft te hebben met een verminderde aandacht voor zending. „Het kerkbezoek en het aantal leden in de Protestantse Kerk nemen af. Het is logisch dat wij daardoor ook minder geld binnenkrijgen.”

Wel merkt hij de laatste jaren dat de organisatie meer moeite moet doen om de benodigde inkomsten binnen te krijgen. „Voor directe, aansprekende vormen van nood is het redelijk eenvoudig om steun te werven. Voor langdurige, structurele betrokkenheid bij zending, evangelisatie en theologische toerusting is dat lastiger. Dat past bij onze tijd. Mensen willen geraakt worden.”

De schijnbare lauwheid onder christenen voor zendingswerk baart hem zorgen. „Het steunen van noodhulp kan iedereen. Laten wij als christenen vooral oog hebben voor geestelijke nood wereldwijd. Het is toch veel crucialer dat iemand Jezus Christus leert kennen als zijn Verlosser dan dat hij naar school toe gaat? Hoe belangrijk dat laatste ook is.”


Aantal aanmeldingen bij MAF stabiel

Bij Mission Aviation Fellowship (MAF) is het aantal aanmeldingen in Nederland de laatste jaren redelijk stabiel, zegt directeur Adri van Geffen. De christelijke zendings­organisatie verzorgt luchttransport voor onder andere zendelingen in moeilijk bereikbare gebieden.

Van Geffen vermoedt dat de blijvende belangstelling voor een functie bij MAF komt door de naamsbekendheid van de organisatie. „Sinds we actief inzetten op het vergroten van ons bereik neemt het aantal aanmeldingen toe.”

Wel blijft het lastig om aan technisch personeel te komen, stelt Van Geffen. „Met name vliegtuigtechnici zijn moeilijk te vinden. Dat is een probleem dat in de hele luchtvaart speelt. We proberen deze vacatures op scholen onder de aandacht te brengen.”

Over betrokkenheid van zijn achterban heeft de MAF-directeur niet te klagen. „Op een open dag komen er gemiddeld 3000 bezoekers. Onze inkomsten stijgen nog steeds. Vorig jaar kregen we een prijs voor de meest donateursvriendelijke organisatie. Dat geeft blijk van een hoge waardering.”

Het voordeel van MAF is dat zij haar werk concreet en zichtbaar kan maken, denkt Van Geffen. „Voor een zendingsorganisatie als de GZB is dat veel lastiger. Donateurs kunnen bij ons geven voor een vliegtuig, brandstof, piloten, medische vluchten. Dat zijn zaken waar mensen zich iets bij kunnen voorstellen.”


Vacatures bij ZGG

Naast de vacatures die de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) in Guinee en Ecuador heeft, is het deputaatschap nog op zoek naar twee zendingspredikanten voor respectievelijk Albanië en Ecuador. Een predikant heeft de bevoegdheid, in tegen­stelling tot een evangelist, om de sacramenten bedienen.

Op beide zendingsvelden is de verwachting dat er de komende jaren zelfstandige gemeenten met ambtsdragers ontstaan, zegt Eikelboom. „Daarbij hopen we dat er ook personen vanuit de lokale bevolking komen die predikant willen worden. In dat proces kan een predikant een goede rol vervullen bij de opleiding en als mentor.”

Het deputaatschap kan zelf geen predikanten beroepen. Dat is voor­behouden aan een plaatselijke gemeente. Daarom vraagt het deputaatschap aan een gemeente om een persoon te beroepen als zendingspredikant.

Een kandidaat die de wens heeft om als zendingspredikant te worden uitgezonden, volgt eerst de reguliere opleiding aan de Theologische School in Rotterdam. Als hij beroepbaar wordt gesteld, kan het deputaatschap een beroep uit laten brengen. Eikelboom: „De kandidaat moet vervolgens nagaan of de Heere hem voor het desbetreffende zendingsveld roept. Neemt iemand een beroep aan, dan volgt een periode van specifieke toerusting.”

Sinds 1962 werkten acht predikanten voor ZGG. Momenteel is er geen zendings­predikant in dienst.

www.zgg.nl/werken_bij_ZGG/vacatures

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer