Nederland weigerde circa 10 verdachte Syriërs
DEN HAAG (ANP). Nederland heeft vorig jaar ongeveer tien Syrische asielzoekers geen verblijfsstatus verleend vanwege verdenkingen van ernstige misdaden of mensenrechtenschendingen in eigen land. Zij vallen onder het zogeheten 1F-beleid, wat betekent dat zij geen recht hebben op bescherming in Nederland.
Dat heeft staatssecretaris Fred Teeven, die verantwoordelijk is voor asielbeleid, dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten. Een speciale afdeling van de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND onderzocht in 2014 ongeveer veertig zaken van verdachte Syriërs. Een kwart daarvan bleek dus niet in de haak. De IND is extra alert op misdadigers in de enorme Syrische vluchtelingenstroom.
In de totale asielinstroom zijn vorig jaar ongeveer 170 onderzoeken uitgevoerd naar mensen tegen wie verdenkingen bestonden. In ongeveer vijftig gevallen is inderdaad 1F toegepast, aldus Teeven.
Hoewel 1F’ers geen bescherming als vluchteling krijgen van Nederland, is het vaak niet mogelijk om ze uit te zetten. Dat komt omdat het herkomstland nog te gevaarlijk is. Eind vorig jaar waren er ongeveer 170 1F’ers in Nederland, van wie iets meer dan de helft uit Afghanistan komt.
In 2014 zijn ongeveer tien 1F’ers wel gedwongen uitgezet. Onder hen waren geen Afghanen. Verder hebben ongeveer tien 1F’ers Nederland zelfstandig verlaten, onder wie enkele Afghanen.
In de Tweede Kamer is verzet tegen de uitzetting van Afghaanse 1F’ers, omdat hun achtergrond niet individueel getoetst is. Veel ophef volgde op de recente uitzetting van Feda Amiri naar Kabul, die gewond zou zijn geraakt.