De Dow-Jonesindex stond in de tussentijdse handel 0,6 procent lager op 18.180 punten. De brede S&P 500 zakte 0,7 procent tot 2103 punten en de technologiebeurs Nasdaq verloor 0,8 procent tot 4966 punten.

De Nasdaq sloot maandag voor het eerst in vijftien jaar boven de 5000 punten. Daarmee had de graadmeter na ruim 4500 handelsdagen weer het hoogtepunt van voor het uiteenspatten van de internetbubbel, aan het begin van deze eeuw, in zicht. In maart 2000 piekte de graadmeter op 5132 punten. De Dow en S&P stegen maandag naar nieuwe records.

Veel nieuws om de handel richting te geven was dinsdag niet voorhanden. De macro-economische agenda was vrijwel leeg en het cijferseizoen op Wall Street loopt op zijn einde.

Elektronicaketen Best Buy kwam nog met jaarcijfers. Het bedrijf profiteerde in zijn vorige boekjaar van aanzienlijke kostenbesparingen en zag de winst flink toenemen. Verder wordt een speciaal dividend uitgekeerd. Het aandeel Best Buy klom 1 procent.

General Motors (GM) stond onveranderd. De verkoop in de Verenigde Staten van GM in februari was minder sterk dan verwacht. Ook Ford Motor (min 2,3 procent) kwam met teleurstellende verkoopcijfers. De Amerikaanse autoverkoop had vorige maand last van het strenge winterweer in de VS.

De in New York genoteerde Chinese internetgigant Alibaba verloor 3,5 procent. Daarmee zakte Alibaba naar het laagste niveau sinds de beursgang in september. Het bedrijf moet binnen zes maanden Taiwan verlaten wegens vermeende schendingen van de regels bij investeringen.

Citigroup noteerde 0,4 procent in de plus. De Amerikaanse bank verkoopt zijn dochterbedrijf OneMain voor 4,25 miljard dollar.

Chipbedrijf Micron Technology leverde 4,8 procent in door een afwaardering van Nomura. Medisch bedrijf MannKind daalde 9,6 procent na een lager beleggingsadvies van Goldman Sachs.

De euro was 1,1196 dollar waard, tegen 1,1203 dollar bij het slot van de Europese handel. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,7 procent tot 50,44 dollar. Brent kostte 2 procent meer op 60,73 dollar.