Verdonk wil ook vrouwen in CMO
In het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) moeten ook vrouwen „aan bod” komen. Anders zal de overheid deze organisatie niet erkennen als gesprekspartner.
Dat zei minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) zaterdag tijdens de oprichtingsbijeenkomst van het CMO in de Mevlana-moskee in Rotterdam. Eerder al had de minister aangegeven dat de overkoepelende moslimorganisatie een bredere samenstelling dient te krijgen. Anders komt het CMO niet voor de toegezegde startsubsidie van 40.000 euro in aanmerking. Onderlinge verdeeldheid staat tot nu toe verbreding van de moslimkoepel in de weg.
Het CMO is een bundeling van de zes grootste koepels van soennitische moskeeën. Verdonk laat zo snel mogelijk uitzoeken hoe representatief het CMO voor de moslimgemeenschap is. Ze zei ervan uit te gaan dat andere stromingen op „niet al te lange termijn” een plek in het CMO kunnen krijgen.
„Ik neem toch aan dat dat niet weer twee jaar zal gaan duren”, zei de minister. De huidige leden hebben er twee jaar over gedaan om het CMO te vormen. Ze benadrukte dat de overheid zich niet bemoeit met de interne aangelegenheden van de islamitische organisaties. Met het CMO wil de overheid slechts „zaken doen.”
Tot de thema’s voor overleg rekende ze behalve zaken als moskeebouw en geestelijke verzorging in overheidsinstellingen ook de „hoofddoekjeskwestie”, emancipatie van moslimvrouwen en rekrutering van moslimjongeren voor de jihad.
Uit protest tegen de vermeende uitsluiting van andere stromingen hebben organisaties van soennieten, sjiieten, alevieten en ahmadiyya-moslims inmiddels de Contact Groep Islam opgericht. Verdonk toonde daar begrip voor. „De ervaring leert dat samenwerking op religieuze grondslag niet altijd even soepel verloopt”, zei ze, verwijzend naar de lange tijd die drie protestantse kerken erover gedaan hebben om zich te verenigen.
Voorzitter M. Sini van de voorbereidende werkgroep CMO liet weten dat deelname van de ahmadiyya, een hervormingsbeweging in de islam die door veel soennieten als niet-islamitisch wordt beschouwd, aan het CMO nu „een brug te ver” is. Hij droeg de voorzittershamer over aan A. Tonca van de Turks-Islamitische Culturele Federatie, die het geheel uit mannen bestaande CMO-bestuur gaat leiden. „Dat is een Nederlands gebruik, dus geïntegreerd zijn we wel.”