G7-top laat dollar niet opveren
De ministers van financiën van de G7 hebben zaterdag in Boca Raton in de Amerikaanse staat Florida overeenstemming bereikt over een zeer vage waarschuwing tegen een verdere daling van de dollar. Een opvering van de dollar bleef uit.
In hun slotcommuniqué wordt gezegd dat „grote veranderlijkheid en wanordelijke bewegingen binnen de valutamarkten ongewenste gevolgen kunnen hebben voor de economische groei.” Het kostte vooral de Europese ministers van financiën van de groep van zeven belangrijkste industriële landen (VS, Canada, Japan, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië) de nodige moeite om hun Amerikaanse collega John Snow ertoe te krijgen deze tekst te ondersteunen. De Europeanen waren het G7-overleg ingegaan met zorgen over de steeds verder dalende dollar, die in de afgelopen twaalf maanden 25 procent van z’n waarde verloor ten opzichte van de euro.
Dat is goed voor de Amerikaanse export, die goedkoper wordt, terwijl Europese exporten relatief duurder worden. Aangezien de groei van de Europese economie voorlopig voornamelijk uit de export moet komen, is die ontwikkeling zorgelijk voor de Europese landen.
Snow deed er na het overleg nogal laconiek over. „De waarde van munteenheden wordt bepaald door de markt”, zo verklaarde de minister, daarmee aangevend dat Washington voorlopig niet van plan is om te interveniëren om de dollar weer op te krikken.
Van Europese kant werd echter benadrukt dat het slotcommuniqué een „duidelijk signaal” laat horen. Zulke signalen worden soms echter verkeerd begrepen of geïnterpreteerd. Bij hun vorige overleg in Dubai prezen de ministers „soeplesse in wisselkoersen.” Deze formulering was bedoeld om China, Zuid-Korea en Taiwan aan te sporen hun munteenheden stabiel te houden tegenover de dalende dollar. Gevolg was echter dat deze landen hun munteenheden met de dollar lieten zakken, om hun exportpositie tegenover de VS te verdedigen. Precies het tegenovergestelde dus van wat de bewindslieden in Dubai beoogden.
De G7 zijn er niet in geslaagd de dollar omhoog te halen. Kort na het begin van de valutahandel in Europa bleek de dollar vandaag zelfs te zijn gezakt. Dat had voor de euro een hogere koers tot gevolg. Vroeg in de ochtend stond de Europese munteenheid op 1,2730 dollar. Dat was meer dan de 1,12705 dollar die de euro bij het eind van de handel van vrijdag noteerde.
De G7 overlegde vrijdag en zaterdag in Boca Raton, Florida. De valutahandel had verwacht dat de centralebankpresidenten en ministers van Financiën een duidelijke verklaring zouden uitgeven waarin ze de huidige koersverhoudingen -een lage dollarkoers tegenover een hoge eurokoers- onwenselijk noemen.