Dat hebben beide partijen dit weekeinde laten weten. Grootaandeelhouder PGGM is teleurgesteld over de toelichting van Shell op de plotselinge afwaardering met eenvijfde van zijn bewezen oliereserves. „We hadden meer willen horen over hoe het zo is gekomen. Bovendien had de informatie wel wat sneller gekund. Pas na bijna een maand kondigde ze, bij de presentatie van de jaarcijfers, een intern onderzoek aan.”

J. van der Veer, de tweede man van Koninklijke/Shell Groep erkende gisteren in het televisieprogramma Buitenhof opnieuw dat de zaak niet goed is aangepakt. „Onze insteek blijft echter om zo open en transparant als mogelijk te zijn.”

PGGM heeft voor circa 700 miljoen euro belegd in Koninklijke Olie. Na het persbericht over het „hercategoriseren” van de voorraden maakte de koers van Koninklijke Olie een forse duik. Het aandeel verloor 8 procent, waardoor de beurswaarde van de oliegigant kromp met 6,6 miljard euro. Volgens aandelenhandelaren ging het om de grootste koersval van Koninklijke Olie in 1,5 jaar tijd.

PGGM is niet van plan zijn belang in Shell te verkleinen. „Het aandeel Koninklijke Olie blijft een prima dividendrendement geven. We hebben dan ook nog alle vertrouwen, al heeft Shell de reacties op de financiële markt onderschat.”

Een woordvoerder van Shell bevestigde zaterdag reeds de gesprekken. „We hebben met PGGM en andere institutionele beleggers afspraken gemaakt om rond de tafel te gaan zitten en over hun zorgen te praten.”