„Het ware verstandiger geweest als ik die opmerking niet gemaakt had”, zei Rutte vrijdag na de wekelijkse ministerraad. Een andere les die hij uit de kwestie trekt, is dat de VVD er beter aan had gedaan als de integriteitscommissie van de VVD eerder aan het werk was gezet. Die commissie concludeerde vrijdag dat Verheijen in zijn tijd als gedeputeerde in Limburg in strijd met het integriteitskader van de VVD heeft gehandeld.

Dat Verheijen opstapt uit de Tweede Kamer is volgens Rutte een „logisch besluit”, maar ook een „persoonlijk drama” voor Verheijen. „Hij is een politicus pur sang, geniet van het ambt.” Voor de VVD is het verschrikkelijk, „omdat we een goed Kamerlid verliezen”.

In een terugblik op zijn eerste reactie op het NRC-artikel over de onterechte declaraties van Verheijen zei Rutte dat de manier waarop de krant de zaken presenteerde hem „een tikje tegen de borst stuitte”. Hij vindt nog steeds dat het begin van het artikel tendentieus was. Maar dat neemt niet weg dat hij nu vindt dat hij het oordeel ‘opgeblazen en opgepompt’ niet had moeten vellen.

Ook VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra vindt nu dat hij zijn eerste reactie beter voor zichzelf had kunnen houden. Zijlstra noemde de NRC-berichtgeving tendentieus en opgeblazen en deed de declaratiekwestie af als een ‘akkefietje’. Maar Zijlstra houdt vol dat je als leidinggevende in eerste instantie achter je mensen moet gaan staan, als „feiten en suggesties nog door elkaar lopen”.

Volgens Zijlstra is Verheijen niet onder druk gezet om op te stappen. Het was een beslissing van hem zelf, na weging van het rapport, aldus Zijlstra.

Rutte en Zijlstra wilden niets zeggen over de vraag of ze vinden dat Verheijen nog aanspraak kan maken op wachtgeld, waar oud-Kamerleden recht op hebben. Dat is aan Verheijen zelf, zei Zijlstra.