Buitenland

Theecultuur drukt voedselproductie

KANUNGU. De Ugandese regering heeft de afgelopen tien jaar een indrukwekkende thee-economie uit de grond gestampt in het verre zuidwesten van het land. Het was de bedoeling dat juist kleine boeren extra zouden verdienen met hun theeproductie. Heel tegenstrijdig: dat is gelukt, maar toch zijn de meeste gezinnen er niet op vooruitgegaan. Sommige boerenfamilies lijden zelfs meer honger dan tien jaar geleden.

Nico van den Berge
27 February 2015 15:18Gewijzigd op 15 November 2020 17:00
KANUNGU. Theeplanter Ricardo Kagure maakt samen met zijn vrouw lange dagen op het stuk land waar ze voedsel verbouwen voor het eigen gezin. De theecultuur geeft hij tegenwoordig minder prioriteit, in tegenstelling tot zijn meeste collega’s. beeld Nico van
KANUNGU. Theeplanter Ricardo Kagure maakt samen met zijn vrouw lange dagen op het stuk land waar ze voedsel verbouwen voor het eigen gezin. De theecultuur geeft hij tegenwoordig minder prioriteit, in tegenstelling tot zijn meeste collega’s. beeld Nico van

De theestruiken van Ricardo Ka­gure staan er een beetje triest bij. Hij had de afgelopen weken weinig tijd voor zijn theeplantage, omdat hij samen met zijn vrouw lange dagen maakte op het stuk land waar ze voedsel verbouwen voor het eigen gezin. „De meeste mannen in de buurt vinden het maar belachelijk dat ik het belangrijker vind om te werken aan ons voedsel dan aan thee”, zegt de boer. „Maar thee heeft mij de afgelopen jaren niet gebracht wat ik ervan hoopte. We leden honger, en toen besloot ik dat ons eigen voedsel op de eerste plaats komt.”

Ricardo is niet de enige kleine boer in het Kanungudistrict die honger lijdt ondanks extra inkomsten uit thee. De regio telt 65.000 theeplanters. Van de geoogste thee wordt 97 procent uitgevoerd. Daarmee is thee voor Uganda na koffie het belangrijkste agrarische exportproduct. Maar terwijl de thee-economie floreert, blijkt het moeilijk te zijn om kleine boeren –met pakweg 3 hectare land of minder– te laten meeprofiteren.

Mathias Thadius werkt al jaren bij de lokale overheid in Kanungu en ook hij zag dat er iets niet klopte. Hij kreeg toestemming om een jaar in Nederland te studeren aan Hogeschool VHL, die gelieerd is aan de universiteit in Wageningen. Daar haalde hij in oktober 2013 een mastersgraad in Management of Development.

Onderzoek

Thadius schreef een afstudeerscriptie over de gevolgen van de promotie van theeproductie op de voedselzekerheid van gezinnen van kleine boeren in Kanungu. Hij deed onderzoek naar de problemen die hij zelf had waar­genomen.

En wat bleek? De theepromotie door de Ugandese overheid is slechts een gedeeltelijk succes. Het was de bedoeling dat boeren extra geld zouden verdienen en daardoor verzekerd zouden zijn van voldoende voedsel. Boeren, ook kleine boeren, verdienen inderdaad extra geld met de verbouw van thee. Maar die extra inkomsten gaan, althans bij de kleine boeren, juist ten koste van de verbouw van voedselgewassen.

Thadius: „Iedere boer weet dat het duur is om aan een nieuw gewas te beginnen. De overheid en de theefabrieken hebben dat gemakkelijk gemaakt door kiemplanten voor theestruiken heel goedkoop of zelfs gratis aan te bieden. Als blijkt dat thee goed geld oplevert, gaan boeren een steeds groter deel van hun kleine lap grond gebruiken om thee te verbouwen. En dus blijft er minder land over voor de verbouw van eten voor het eigen gezin. Dat leidt tot langere periodes waarin de gezinsleden honger lijden.”

In dit verband is het belangrijk om te weten dat in Uganda –zeker op het platteland– mannen en vrouwen niet gelijk zijn. Mannen richten zich meer op het verdienen van geld, en dus op thee. De zorg voor het gezin, inclusief het verbouwen van het eigen voedsel, is vrouwenwerk.

Uit de afstudeerscriptie van Thadius blijkt dat de mannen al snel verslaafd raken aan de inkomsten uit thee. De theefabrieken houden precies bij hoeveel kilo elke boer levert en betalen maandelijks uit op de bankrekening die de fabriek voor de boeren heeft geopend. Er zijn dus elke maand inkomsten, en dat hebben boeren in Kanungu nog nooit mee­gemaakt.

Thadius: „Vroeger sprongen boeren alleen met Kerst uit de band. Dan werd er meer geld dan normaal besteed aan drank en andere feestelijke zaken. Nu is het echter elke maand ‘kerstfeest’. Mannen overleggen niet met hun vrouwen over geld. Mannen kunnen gewelddadig worden als hun vrouwen navraag doen over de maandelijkse inkomsten.”

Bovendien zijn er altijd andere uitgaven die om aandacht schreeuwen, met name dokters­kosten en schoolgeld. Veel boerengezinnen hebben een groot aantal kinderen. De aanname dat boeren een deel van de thee-inkomsten kunnen gebruiken om voedsel te kopen, blijkt in de meeste gevallen dan ook niet te kloppen. Het gaat immers niet om heel hoge bedragen die de boeren verdienen. Afhankelijk van het seizoen verdient een kleine boer maandelijks tussen de 20 en de 50 euro ‘extra’ door thee. Dat geld is snel op.

Thadius wijst er nadrukkelijk op dat de bevindingen van zijn afstudeeronderzoek ook gelden voor veel andere gewassen waar boeren in ontwikkelingslanden geld mee verdienen, zogenaamde ”cashcrops”. „Op veel plekken in Afrika zie je dat boeren gestimuleerd worden om een bepaald gewas te verbouwen. Bijna altijd zijn dat oprechte pogingen om verbetering aan te brengen in het bestaan van de talloze kleine boeren in Afrika. Maar vaak zie je dezelfde problemen optreden als die ik in Kanungu heb vast­gesteld.”

Vrachtwagens

Acht jaar geleden was Ricardo behalve boer voor eigen rekening ook in loondienst bij een theefabriek. Daar zag hij elke dag vrachtwagens vol thee verwerkt worden en hij wist dat de boeren per kilo betaald werden.

„Ik dacht: Dat kan ik ook. En toen zijn we met thee begonnen. Het gevolg was dat ik elke maand geld verdiende, maar ook dat we steeds minder opbrengst hadden op het deel van ons land waar we voedsel verbouwen. Dat was namelijk zo klein dat we geen wissel­bouw meer konden toepassen. Nu is de grond arm geworden. Misschien moet ik de theestruiken uit de grond trekken.”


Deeleconomieën in Uganda

Zeventig procent van de Ugandese bevolking is actief in de landbouw, een sector die gedomineerd wordt door straatarme boeren met slechts enkele hectares land. Om deze kleine boeren te steunen, verdeelt de Ugandese regering het land sinds 2004 in tien agrarische regio’s. Boeren in zo’n regio worden gestimuleerd om een bepaald product te verbouwen. In het noordoosten is dat koffie, in het centrum van het land suiker en in het zuidwesten thee. Vervolgens heeft de regering zwaar ingezet op het ontwikkelen van verwerkende industrieën in die regio’s. Dus branderijen in de koffieregio, suikerfabrieken in gebieden waar suiker wordt verbouwd en theefabrieken in het zuidwesten. De bedoeling van dit beleid is dat er krachtige lokale economieën ontstaan die een kant-en-klare afzetmarkt bieden aan de kleine boeren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer