„Minister Verdonk liet hart niet spreken”
De ChristenUnie in de Tweede Kamer baarde vrijdag opzien door samen met GroenLinks een laatste appèl te doen op het kabinet om meer asielzoekers onder de pardonregeling te laten vallen dan de 2300 van minister Verdonk. „Laat genade voor recht gelden”, vindt CU-kamerlid Huizinga.
Uniek is het zeker niet dat CU en GL op één lijn zitten, maar bijzonder is hun gezamenlijke initiatief in ieder geval wel. Dat ze ook een aantal prominente CDA’ers bereid hebben gevonden hun brief aan het kabinet te ondertekenen, geeft er nog eens extra politieke betekenis aan.
Heeft uw partij zich niet laten gebruiken voor een plan van GroenLinks om het kabinet dwars te zitten?
Huizinga: „Welke bijbedoelingen de collega’s van GroenLinks ook mogen hebben, ons gaat het erom een probleem duidelijk te maken. Ik vind het belangrijk deze poging van GroenLinks te steunen om het kabinet te overtuigen dat dit geen goed beleid is. Wij hebben zeker niet de bedoeling om in het kabinet te stoken of ministers te beschadigen, wel dat ze zich nog eens bedenken.”
Minister Verdonk verwijt de critici dat ze afgaan op verhalen van asielzoekers die niet kloppen.
„Zij gaat er kennelijk van uit dat al die mensen die contact hebben met asielzoekers uitsluitend op emotionele verhalen afgaan. Zij en haar ambtenaren zouden de enigen zijn die nuchter oordelen. Ik vind dat een vergaande versimpeling. Als je ziet wie er allemaal in het geweer zijn gekomen, dat zijn er te veel om op te noemen. Die zouden dan allemaal ten onrechte denken dat ze met schrijnende gevallen te maken hebben. Natuurlijk zijn er gevallen waar wel meer over te zeggen is, maar wat Verdonk beweert, is absoluut niet waar.”
De minister zou haar hart laten spreken. Desondanks kon ze maar een beperkt aantal asielzoekers als schrijnende gevallen aanmerken. Zijn al die andere dossiers dus echt wel zo sterk?
„Ik denk dat het beperkte aantal meer zegt over de criteria die zij heeft gehanteerd en over de doelstelling die ze in haar hoofd had. Zo ruim heeft ze haar hart niet laten spreken, is mijn indruk.”
De mensen die weg moeten, weten dat al heel lang. Anderen zijn wel teruggekeerd. Is uw voorstel dan niet oneerlijk tegenover die mensen?
„De mensen die terug zijn gegaan, zagen daar kans toe en waren kennelijk terecht afgewezen. Onder degenen die zijn gebleven, bevinden zich mensen die bang zijn om terug te gaan. Die hebben te vrezen voor de situatie waarin ze dan terechtkomen. Daar komt bij dat de overheid ze in ons land liet zitten. Ze kregen iedere maand onderdak en geld terwijl hun kinderen gewoon naar school konden. Bovendien zaten ze eerst jaren in de procedure voordat ze een beslissing te horen kregen. Strikt formeel is het waar dat ze wisten dat ze terugmoesten. We hebben het echter over een pardon: Genade voor recht.”
Met als gevolg, zegt het kabinet, dat zich nieuwe stromen asielzoekers zullen melden omdat Nederland slappe knieën heeft.
„Niet als we het in het vervolg beter doen. De lijn die minister Verdonk op dat gebied heeft uitgezet, vind ik prima. Voor een aanzuigende werking hoeven we dan helemaal niet bang te zijn.”
Ook als de pardonregeling zou worden uitgebreid, zullen er veel asielzoekers moeten worden uitgezet. Ook daar zullen mensen tegen te hoop lopen.
„Waar iedereen tegen te hoop loopt, betreft de uitzetting van mensen die hier al jaren zijn; de echt schrijnende gevallen, waarvan je zegt: Dit kunnen we mensen niet aandoen.”