Yvonne van Luijnen van makelaardij Groot Amsterdam kan erover meepraten. „Kopers staan echt in de rij.” Woensdag twintig kijkers voor een dubbele benedenwoning, vrijdag nog eens twintig voor een ander adres in Oud-West, dat samen met de Jordaan, het centrum en Oud-Zuid nogal in trek is. ”Goud-West” noemt ze de buurt waar een oude tram­remise is omgetoverd tot cultureel centrum De Hallen. „Alle hipsters willen daar wonen”, zegt Van Luijnen. „Starters, twee­verdieners. Het is een beetje yup.”

Maar dat is de hoofdstad. Hoe is het elders? Volgens gegevens van de NVM is de huizenmarkt het krapst in en rond de grote steden, in het zuiden van Noord-Holland, het westen van Utrecht, rond Almere en de stad Groningen. „Amsterdam is altijd koploper geweest”, zegt Jack Bakker van makelaardij Nelisse in Den Haag. Maar ook hij komt meteen met een voorbeeld van de opverende huizenmarkt in de betere Haagse wijken. Zes kopers meldden zich om in te schrijven voor een heren­huis in de prijsklasse van 
7 ton. Verkoop bij inschrijving gebeurt doorgaans als er veel vraag naar een woning is. Voor Bakker is het een verschijnsel dat hij alleen kent uit 2006 en 2007, vlak voordat de crisis losbrak.

Sinds een jaar trekt de markt aan, merkt Bakker, maar dan wel voor de duurdere woningen, die in trek zijn bij de vele expats die Den Haag telt. „Veel panden waar we lange tijd mee hebben gezeten, lopen nu opeens wel.”

De NVM noemt de Utrechtse buurt Oog in Al met name als een echte verkopersmarkt, waar de verkoper de touwtjes in handen heeft en niet langer blij hoeft te zijn met elk redelijk bod op zijn woning. Patrick van Scherpenzeel van de Utrechtse makelaar Pauw kan dat alleen maar beamen. Volgens hem hebben kopers echt weer een makelaar nodig: als ze alleen maar op Funda kijken, vissen ze vaak achter het net. Deze week had hij nog een woning in Oog in Al die „voor de markt uit” wordt verkocht, zoals hij het uitdrukt. In een vergelijkbare wijk die ook erg in trek is, gaan de huizen ook weer snel weg. „Tijdens de crisis stonden er veertig te koop. Nu zijn het er nog zeven of acht, en die worden allemaal verkocht”, zegt Van Scherpenzeel. Tegen soms behoorlijke prijzen. Van Scherpenzeel verbaasde zich over een tussenwoning die voor meer dan 5 ton wegging.

Van Luijnen van Groot Amsterdam moet haar klanten soms behoeden voor te hoge aankoopsommen. Eén keer per week komt het voor dat een klant in haar ogen te veel betaalt. Voor gezinswoningen in de Watergraafsmeer bijvoorbeeld, want in Amsterdam zijn niet alleen hippe appartementen in trek.

Het is een geluid dat vaker klinkt: stellen die een gezin hebben gesticht, gingen tijdens de crisis de stad uit of bleven in een kleinere woning zitten. Maar nu willen ze wel groter wonen. In de stad Groningen zijn het juist gezinswoningen waar het hardst om wordt gevochten, zegt makelaar Albrechtus Tebbens Torringa. Komt er zo’n woning op de markt, dan staat gelijk iedereen op de stoep. „Mensen hebben soms drie keer hun neus gestoten bij de koop van een woning. Dat gebeurt hun niet meer, dus klappen ze er vol in.”

Is met de populariteit van een paar buurten een algeheel herstel van de huizenmarkt in zicht? Tebbens Torringa waarschuwt voor te veel optimisme. „We zijn nog niet terug waar we waren.” Maar zijn Amsterdamse collega Van Luijnen ziet het zonniger in. „Als de rente niet gek gaat doen, denk ik dat het zo doorgaat.”