Binnenland

Officier van justitie mag zelf straffen opleggen

Om de rechtbanken te ontlasten krijgen officieren van justitie de bevoegdheid zelf straffen op te leggen. Zij mogen in de nabije toekomst geldboetes, een ontzegging van de rijbevoegdheid en taakstraffen opleggen.

Redactie politiek
6 February 2004 21:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:56

Dat heeft het kabinet vrijdag besloten. De nieuwe regeling is alleen van toepassing op delicten waar een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar op staat. Dat geldt bijvoorbeeld voor vernielingen, winkeldiefstal en rijden onder invloed.

In dat soort gevallen mogen de officieren van justitie geldboetes, een ontzegging van de rijbevoegdheid voor maximaal een halfjaar en taakstraffen van hoogstens 180 uur opleggen. Celstraffen opleggen mogen ze echter niet. Dat blijft voorbehouden aan de rechter.

Door de invoering van het wetsvoorstel is het OM straks niet meer afhankelijk van de medewerking van een verdachte. Nu is het zo dat na vele tussenstappen een zaak uiteindelijk voor de rechter komt als de verdachte een transactie niet betaalt. Daar komt verandering in.

Als de verdachte weigert te betalen, kan het OM zelf het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) inschakelen om de boete te innen. Verder moet een verdachte die het niet eens is met de strafbeschikking van het OM en wil dat een rechter naar zijn zaak kijkt, daar zelf het initiatief toe nemen.

Uit berekeningen van het ministerie van Justitie blijkt dat het OM ongeveer 44.000 kantonzaken en 21.000 rechtbankzaken die in 2002 voor de strafrechter zijn gekomen, met de nieuwe maatregel had kunnen afdoen.

Ook de politietransactie wordt omgezet naar een strafbeschikking, wat inhoudt dat het karakter en de gevolgen van een opgelegde boete veranderen. Als iemand een boete accepteert, moet hij ook betalen. Doet hij dat niet, dan staat het CJIB bij hem op de stoep. Het gaat in dit geval onder meer om zwaardere verkeersovertredingen, openbare dronkenschap en het verkopen van spullen op straat zonder vergunning.

De Raad voor de Rechtspraak is in principe niet tegen buitengerechtelijke afdoening, maar ziet niet dat rechters „ineens enorme ruimte krijgen in het afdoen van zaken”, aldus een woordvoerster. „In zekere zin levert het wel een ontlasting op, maar de effecten zijn gematigd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer