Binnenland

Weisglas moet naar Wiegel luisteren

Het is een cynisch grapje, dat helaas wel enige grond van waarheid heeft: „Eén Nederlander? Een gelovige. Twee Nederlanders? Een kerk. Drie Nederlanders? Een kerkscheuring.”

6 February 2004 21:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:56

Maar in de politiek kunnen we er in Holland ook wat van. Als we alleen maar de afgelopen tien jaar nemen, komen we tot een heel rijtje van afsplitsingen in de Tweede Kamer. Kort na 1994 verpulverde het Algemeen Ouderen Verbond tot maar liefst drie fracties, waaronder de eenmansfractie van de onberekenbare en onnavolgbare solist Hendriks. In 1998 kreeg het CDA bijna met het fenomeen te maken, toen brokkenpiloot Jacques de Milliano voor zichzelf dreigde te beginnen.

En ook na de verkiezingen van 2002 bleef het niet stil aan het Binnenhof. De LPF vond bij nader inzien een fractie van 26 man toch wat aan de grote kant. Binnen de kortste keren had zich het tweetal Eberhard en De Jong afgescheiden, snel gevolgd door de fractie-Wijnschenk.

Dat kamervoorzitter Weisglas er niet blij mee is dat het parlement momenteel weer in hetzelfde schuitje zit, is begrijpelijk. De fractie-Lazrak is voor hem met recht een fractie-Lastpak. Ali zal er vanzelfsprekend geen zin in hebben op zijn oude plekje tussen zijn voormalige kameraden te blijven zitten. Hij heeft een nieuwe werkkamer nodig en in de plenaire zaal zal mogelijk een kleine stoelendans plaats gaan vinden om de Marokkaanse Nederlander op enige afstand te zetten van de vernietigende blikken van Marijnissen en de zijnen.

Maar zo’n eenmansfractie geeft nog meer hinder en rompslomp. Bij elk debat is er in principe weer wat meer spreektijd nodig, en dat van iemand die het op veel punten met andere fracties eens zal zijn. En Lazrak kost de staat nog geld ook: een fractievoorzitter heeft recht op een grotere werkkamer dan een gewoon kamerlid en krijgt een extra financiële toelage.

Zo bezien is het heel begrijpelijk dat Weisglas vorige week een voorstel deed het verschijnsel afsplitsing door een wetswijziging de nek om te draaien. Zo’n voorstel mag een kamervoorzitter natuurlijk doen. Het is zíjn taak te bevorderen dat het parlement optimaal functioneert. En een overdaad aan kleine fracties zorgt gemakkelijk voor zand in de Haagse besluitvormingsmachine.

Daarbij lijkt de kamervoorzitter een ijzersterk argument in handen te hebben. Lazrak is immers de Kamer in gekomen op de slippen van lijsttrekker Marijnissen. Het aantal stemmen dat op hem persoonlijk is uitgebracht (2387) is maar een fractie van de kiesdeler (zo’n 60.000 stemmen) en ook lang niet voldoende om op basis van de voorkeursregeling gekozen te worden. Iedereen voelt wel aan dat het moreel gezien niet sterk is van Lazrak om deze zetel, die hij op eigen kracht nooit veroverd zou hebben, van de SP in te pikken.

Toch zijn er belangrijke argumenten om fractie-afsplitsingen niet bij wet te gaan verbieden. Dan gaat het allereerst om tegenstrijdigheid met de Grondwet. Die kent namelijk geen partijen en fracties en gaat uit van het persoonlijke mandaat van volksvertegenwoordigers.

Vervolgens zou een verbod op afsplitsingen in tegenspraak zijn met de gangbare trend in de politiek. We hoeven minister De Graafs voorstel tot herziening van het kiesstelsel inhoudelijk niet te delen, om het toch met hem eens te zijn dat een verbod op afsplitsingen haaks staat op zijn plannen. Die behelzen immers een regionalisering van het kiesstelsel en gaan juist uit van een versterking van het persoonlijke mandaat van volksvertegenwoordigers.

Tenslotte haalt Weisglas’ voorstel een gezond stuk spanning weg uit de Nederlandse politiek door kamerleden die het met hun fractie of fractievoorzitter niet eens zijn vleugellam te maken. Nu behoort het tot de spannende uitdagingen van een fractievoorzitter al zijn talent aan te wenden om zijn fractieleden op één lijn te houden, terwijl er zo af en toe een beroep wordt gedaan op zijn souplesse en flexibiliteit als een fractielid gemotiveerd van het fractiestandpunt wil afwijken.

Wordt Weisglas’ voorstel werkelijkheid, dan gaat die spanning er geheel uit. Dan wordt het voor een ietwat eigenzinnig kamerlid slikken of stikken. Heeft hij problemen met de soms inderdaad veel te ver doorgevoerde fractiediscipline? Hij moet zich erin schikken, want voor hij het weet wordt hij uit de fractie gezet en neemt een ander zijn plaats in. Dat is geen wenkend perspectief.

Laat de kamervoorzitter liever de raad van zijn partijgenoot Wiegel ter harte nemen: Afsplitsingen zijn vervelend, maar onvermijdelijk. De ellende die ze meebrengen is meestal van korte duur. In bijna alle gevallen worden de eenlingen een volgende keer niet herkozen. En als ze toch herkozen worden? Dan hebben ze blijkbaar zo goed gepresteerd, dat ze dat verdienen, aldus de nuchtere liberaal uit Diever.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer