Naar de finale met jasmijntheeroom-framboosbonbon
OUDERKERK A/D IJSSEL. Als veruit de jongste deelnemer deed hij mee aan de voorronde van de wedstrijd om ”De lekkerste Bonbon van Nederland”. Met succes. Nu moet Luuk Schaper (16) uit Ouderkerk aan den IJssel de juryleden op 4 maart in de finale overtuigen met zijn Honey Fruit Flower. Door de bonbon ter plaatse onder hun vorsend oog te bereiden.
„Je kunt er het beste telkens een hapje van nemen”, instrueert Luuk. „In je mond laten smelten en er een beetje op sabbelen. Dan komen alle smaken vrij, en kun je proeven wat erin zit.”
De bonbon –zijn creatie– bestaat uit een halfronde vorm van pure chocolade, met een rode veeg eroverheen. „Vanwege de frambozensmaak die erin zit.” Erbovenop een wit bloemetje, en een gebogen spriet die de lucht in steekt. „Een jasmijnbloem heeft eigenlijk veel puntiger blaadjes, maar zo klein kun je ze niet namaken.” Het sierlijke sprietje verwijst naar een angel. Omdat er ook honing in zit.
Luuk buigt zich voorover en wijst in de inmiddels doorgebeten bonbon de vullinglaagjes aan: frambozengelei, jasmijntheeroom en een laagje amandel-nougat-caramelkrokant. Geen alledaagse combinatie. Toch –of juist daardoor– viel zijn Honey Fruit Flower letterlijk en figuurlijk bij de jury in de smaak.
België
Luuk kreeg de smaak van chocola al vroeg te pakken. Niet zo gek, want zijn ouders drijven al twintig jaar een chocolaterie in het Zuid-Hollandse Ouderkerk aan den IJssel: ChocoKado de Berekuil. „Ik ging vaak kijken en een beetje helpen in de werkplaats. Maar na de lagere school werd het serieuzer. Van mijn pa mocht ik dingen proberen, zoals het maken van een vorm of reep. Als het fout ging, konden we het gewoon opnieuw smelten.”
Niet alleen de professie trok. „Ik vind chocolade lekker, zeker de chocola die we hier hebben. Maar ik eet me er niet klem aan. Mensen denken vaak: „Als ik hier zou werken, zou ik de hele dag chocola eten.” Maar zelf doe ik dat niet. Gewoon af en toe.”
Als snel wist Luuk dat hij hier meer mee wilde. Al na één jaar vmbo in Nederland ging hij de grens met België over. „Ik had gehoord dat je in Brugge een heel goede school had waar je in zeven jaar het vak van banketbakker, patissier of chocolatier kon leren. Direct vanaf de lagere school.” Vooral aan het vak Frans moest hij wennen. „Dat is daar de tweede taal, dus mijn klasgenoten hadden het al jaren. Ik had het nooit gehad.”
Jasmijn
Het idee voor zijn bonbon groeide afgelopen zomervakantie. „We ontmoetten een gepensioneerde voedingsdeskundige. Hij had voor zijn werk heel lang onderzocht welke smaken bij elkaar pasten, en zei: „Probeer eens wat met jasmijn en framboos.””
Thuis ging Luuk aan de slag. Alle ingrediënten en verhoudingen zocht hij zelf bij elkaar. „Dat heeft wel een tijdje geduurd. Bijvoorbeeld om te bepalen hoeveel gram jasmijn per 100 gram room het beste was.”
Met het eindresultaat –tot voor kort nog telkens bijgeschaafd– bindt hij op 4 maart de strijd aan met zeven andere kandidaten, in het chocoladecentrum van Belcolade in Erembodegem (België). „Ik ga daar 48 bonbons maken, en de 20 beste ervan inleveren.” Hij dient de bonbon er zelf op te bouwen, van top tot teen. Denk aan het trekken van jasmijnthee in kokende room. „De blaadjes filter ik er daarna uit.” En aan de amandelstukjes voor het krokante laagje: die maalt en roostert hij ter plaatse. „Zo moet ik laten zien dat ik alles echt zelf kan maken.”
Zenuwen
Voor de angels betracht de jury enige coulance. Luuk: „Ik moet ze daar wel maken, maar het uitzoeken van goede exemplaren kost best veel tijd. Daarom mag ik thuis alvast een stelletje goede uitzoeken en meenemen.”
In totaal krijgt hij er straks twee uur de tijd voor. Dat leverde hem nog de meeste zenuwen op. „De chocolade die ik moet gebruiken, is bijvoorbeeld een andere dan die ik gewend ben: Belcolade in plaats van Callebout. Maar na een maandje oefenen kan ik er nu wel mee omgaan.”
De laatste weken oefent hij zich in een snellere productie. „In het begin keek ik telkens naar de klok, maar die hebben mijn ouders weggehaald. Ik moet gewoon rustig blijven.” Inmiddels lukt het hem in een uur en drie kwartier. „Het liefst maak ik er anderhalf uur van, voor de zekerheid. Maar op de finale wil ik vooral iets moois neerzetten. Het zou jammer zijn als ik het niet red, maar er zijn deelnemers van twintig jaar ouder. Dat ik dit mag meemaken is al heel leuk.”