Koninklijk Huis

Vorstelijke verbeelding

In principe zijn vorsten gewone mensen. Daarnaast zijn ze symbolen van macht en schittering van een land en een volk. Burgers decoreren een vorstelijke familie met mythische elementen, met allerlei, zelfs religieuze, voorstellingen.

Marie van Beijnum
6 February 2004 19:14Gewijzigd op 14 November 2020 00:56
Prins Willem-Alexander en prinses Maxima bedankten woensdag het Nederlandse volk voor de belangstelling die het toonde na de geboorte van prinses Amalia. - foto ANP
Prins Willem-Alexander en prinses Maxima bedankten woensdag het Nederlandse volk voor de belangstelling die het toonde na de geboorte van prinses Amalia. - foto ANP

Daarmee komt de vorstelijke familie apart te staan, hoger en verwijderd van alle andere families. In een land als Thailand is dat bijvoorbeeld nog veel meer het geval dan in Nederland. De bescheiden koning Bhumibol Adulyadej wordt in zijn land vereenzelvigd met een god. Mensen vouwen zich helemaal dubbel naar de grond als ze zijn troon naderen, ook al zit hij er niet op. Dat kennen we in westerse constitutionele monarchieën niet meer. Daar worden de vorstenhuizen allengs gewoner en hebben ze zich te schikken naar de regels van de democratie.

Door de eeuwen heen benutten vorsten de kunst om zich herkenbaar te maken bij het volk. Ze omringden zich met kunstenaars, die dan in dienst van het hof stonden. Vanouds zijn er uiterlijkheden zoals kleding en uniformen, paleizen en de rijtuigen waarmee vorsten sier maken. Die uiterlijkheden bestaan voor een vorst uit regalia - attributen verbonden aan het koningschap. Ook onze Koningin heeft een kroon, een rijkszwaard, een scepter, een rijksappel, een banier met het wapen en, niet te vergeten, de hermelijnen mantel. Het portret dat J. H. Jurres rond 1900 maakte van koningin Wilhelmina laat de enorme weelde van de vorstelijkheid van Wilhelmina zien. De hermelijnen mantel valt om haar heen, ze draagt juwelen en een tiara - een koningin in optima forma.

Oranje heeft altijd gebruikgemaakt van het beeld om zichzelf te verkopen. Willem van Oranje strooide portretten, pamfletten en penningen rond, prins Maurits werkte met penningen en stadhouder Frederik Hendrik liet een reeks portretten van zichzelf te paard maken. De huidige Oranjes doen het via de foto en digitaal. Woensdag bedankten prins Willem-Alexander en prinses Máxima het Nederlandse volk voor de belangstelling die het toonde na de geboorte van Catharina-Amalia. Via de website van het Koninklijk Huis werd een foto beschikbaar gesteld voor de liefhebber.

Deze moderne aanpak gaat terug op een portret uit 1487 van Engelbert II van Nassau (1541-1504). Deze heer van Breda trouwde met de rijke erfdochter Johanna van Polanen. Engelbert werd geschilderd door een onbekende kunstenaar die de naam ”Meester van de vorstenportretten” kreeg. Aan de ene kant van het portret schilderde hij op de lijst bloemen, alsof het een rijk versierde pagina uit een getijdenboek betreft. Aan de andere kant gaf hij de hand van de geportretteerde met de staart van de jachtvogel een plaats.

Er zijn van de Oranjes vele portretten gemaakt. Heel bekend is het portret van Willem van Oranje uit circa 1579 door Adriaan Thomaszoon Key. Het hangt in tal van openbare gebouwen, en niet te vergeten ook in consistories, naast die van Calvijn en Luther. De vernieuwingsdrift van de 17e eeuw in de portretkunst ging aan de vorsten voorbij. Michiel van Miereveld (1567-1644) die onder anderen Frederik Hendrik schilderde, was een specialist in evenwichtige portretten. Zo zien we de stadhouder in een pose van waardigheid en rust. Geen extravagante objecten, maar het sobere harnas. Of we zien prins Maurits, zittend te paard: een schilderij gemaakt door Paulus van Hillegaert. Na de slag bij Nieuwpoort in 1600 kreeg hij de witte schimmel van de overwonnen aartshertog Albert van Oostenrijk, de schoonzoon van Filips II.

De invloed van tijd, stijl en mode is vaak zichtbaar. Gerard van Honthorst schilderde Frederik Hendrik en Amalia van Solms in 1637. Hij als veldheer die ontzag afdwingt, met gepluimde helm en commandostaf. Zij in weelde en rijkdom - in zwartzijden japon met kanten versiersels en oranje bloemen, parels in het haar en getooid met parelsnoeren, een ring en een broche. Het kon niet op. Van Honthorst schilderde Amalia ook als rijkversierde vorstin: sieraden, parels, wapperende sjaal in het haar, rossig krullend haar op een brokaten, laag uitgesneden jurk. Amalia was de vrouw in de Oranjefamilie die vorstelijke allure nastreefde.

Rembrandt doet het in 1632 wat eenvoudiger: een grijzende Amalia in een zwarte japon. Ze heeft wel parels in het haar en om de hals, maar die moeten haar status aangeven. Juwelen behoren bij de majesteit. Anna Paulowna, de vrouw van koning Willem II, nam een grote hoeveelheid veel sieraden en stenen mee uit Rusland. Jammer genoeg is een deel van die grootvorstelijke schat in 1820 bij een brand in Brussel vernietigd.

Willem van Oranje betaalde zijn soldaten vaak nog met delen uit de juwelencollectie. Toen stadhouder Willem V in 1795 naar Engeland vluchtte, lukte het hem niet een deel van het bezit in geld om te zetten. Inmiddels was vastgelegd dat sommige juwelen in de familie moesten blijven.

Tegenwoordig regisseert de Rijksvoorlichtingsdienst de beeldvorming van het Koninklijk Huis. Hierbij valt te denken aan de nieuwste officiële foto’s van koningin Beatrix na de dood van prins Claus. Alles gebeurt natuurlijk in overleg met de Koningin. Ze heeft op dat vlak een ruime ervaring opgedaan. Als kroonprinses nodigde ze in de eerste jaren van haar huwelijk regelmatig kunstenaars uit, schrijven Peter Brusse en Aukje Holtrop in ”Wij, Oranje”. Zo ook Wim Schippers. „Ik herinner me dat zij ons vroeg vooral gewoon te doen en te zeggen wat wij vonden. Ze hield een inleiding over kunstenaars, wat kunstenaars moeten doen en wat het allemaal betekende. Toen zij was uitgesproken bleef het stil. En toen heb ik toch maar de brutaliteit genomen om iets te zeggen. Ik zei: „Ik zal u zeggen wat ik ervan vind. Wat u daar allemaal vertelt vind ik echt totale onzin.” Toen werd het echt stil. Beatrix keek prins Claus eens aan en zei: „Ja dat vind ik eigenlijk ook. Want kunstenaars moet je niet vertellen wat ze moeten doen.” En toen werd het nog een heel gezellige avond.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer