Hoewel het sinds 1997 mogelijk is veroorzakers van dodelijke ongevallen tot maximaal negen jaar celstraf te veroordelen, gebeurt dit nog maar zelden. Dit blijkt uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.

Negentig procent van de veroorzakers van dodelijke ongelukken komt er ondanks de nieuwe wet meestal van af met maximaal een jaar gevangenisstraf. Vaker nog wordt de dader echter beboet met een lichte werkstraf van maximaal 240 uur. De dader wordt door de wet vrijwel altijd gezien als slachtoffer van de omstandigheden en wordt derhalve veroordeeld voor het plegen van een schuldmisdrijf in plaats van een opzetmisdrijf, constateert bijzonder hoogleraar verkeersrecht M. Otte van de RUG.

Otte vindt dat rechters veroorzakers van verkeersongevallen als gevolg van bewuste verkeersovertredingen strenger zouden moeten straffen. Om dit te kunnen doen zou het bij wet mogelijk moeten worden schuldigen aan dat soort ongevallen te veroordelen voor het plegen van een opzettelijk misdrijf, iets dat op dit moment nog niet mogelijk is.

„De wetgever heeft bij een verkeersmisdrijf altijd een burger voor ogen die per ongeluk een overtreding heeft begaan”, merkt Otte. „Soms is dit zeker het geval, maar het is nauwelijks mogelijk van een ongeluk te spreken wanneer iemand door te hard te rijden, rood licht te negeren of geen voorrang te verlenen een andere weggebruiker doodrijdt. Je drukt het gaspedaal niet per ongeluk te hard in of negeert een verkeersregel niet zomaar.”