Bram Spreeuw ontsnapte aan belagers
Amsterdam kampt met een aanhoudende reeks liquidaties. Bram Spreeuw (63) weet hoe gevaarlijk de onderwereld is. Tot ongeveer zijn 43e zat hij in het criminele (drugs)milieu in de hoofdstad. Meermalen ontsnapte hij aan zijn belagers. Sinds zo’n dertien jaar waarschuwt de Amsterdammer, sinds 2013 woonachtig in Urk, jongeren voor drugs en misdaad. De ernstig zieke Spreeuw en zijn vrouw Laura willen vooral benadrukken „hoe groot de genade van God is.”
„Dat ik nog leef, ervaren mijn vrouw Laura en ik als Gods genade. In november vorig jaar ben ik ongeneeslijk ziek verklaard. Al is dat op dit moment zo op het oog niet aan mij te zien. Alvleesklierkanker, met uitzaaiingen. Mijn lichaam heeft in het verleden nogal wat te verduren gehad. De artsen stuurden me naar huis om te sterven. Maar ik kon de afgelopen weken nog steeds voorlichting geven. Deze week hadden we een gesprek met een oncoloog. Binnenkort wordt bij mij een nieuw medisch onderzoek gedaan. Ik zou graag nog langer bij mijn lieve vrouw willen blijven. Met haar ben ik nu zo’n 2,5 jaar getrouwd.
Hoe dan ook: in het diepe dal blijkt God dichtbij te zijn. We zijn nog meer van Jezus en God de Vader gaan houden. De Heilige Geest blijkt ons elke keer te troosten en kracht te geven. We zijn zeer dankbaar voor elke dag. Psalm 23, de Heere is mijn Herder, is werkelijkheid voor ons. Zelfs al gaan we door een dal van diepe duisternis. Hij is bij ons. Door genade. Het is alles door de dood en opstanding van Jezus Christus bewerkt. We mogen zeggen dat we Zijn geliefde kinderen zijn. Hij mag de boventoon voeren in de gesprekken die ik had op scholen, in gevangenissen, in kerken.
Overvallen
Het is verschrikkelijk dat de laatste tijd in Amsterdam zo veel mensen worden geliquideerd. Ze leggen je om voor een partij coke.
Verschillende mensen hebben mij naar het leven gestaan. Hoewel ik gelukkig al jarenlang Gods genade mag kennen, leidde ik in het verleden een verschrikkelijk leven. Ik pleegde gewapende overvallen en inbraken. Ik was aan de drank, leidde een onrein leven en snoof en rookte voortdurend drugs. Coke, crack, heroïne, methadon. In een paar dagen tijd joeg ik er zomaar 1500 gulden aan drugs doorheen. Voortdurend bedroog ik mensen. Ik betaalde met vals geld, jatte drugs of verkocht bijvoorbeeld kattenbakkorrels, een portie zout of een ingepakte baksteen als drugs. Terwijl het een belangrijke regel onder criminelen is dat je elkaar niet besteelt.
Ik weet nog als de dag van gisteren dat ik met vals geld een kilo coke had gekocht. Het was nog in de guldentijd. Het ging om drugs ter waarde van zo’n 60.000 gulden. Achteraf bleek de man van wie ik die drugs had ‘gestolen’ een grote drugscrimineel te zijn. Op een dag verscheen hij samen met een man of vijf in mijn ouderlijk huis aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam. Gauw verstopte ik de drugs in de wasmachine en mijn wapen in een kachelpijp. Ik vluchtte via een achterraam. Ik heb gerend voor mijn leven. Kennelijk was er een prijs op mijn hoofd gezet.
Vaker heb ik hard gerend om een aanslag op mijn leven te voorkomen. Zo werd me in verband met een drugsdeal ooit gevraagd in een BMW te stappen. We reden richting de IJtunnel. Opeens zag ik vlak achter ons een busje met zes criminelen rijden. Meteen wist ik dat die gasten het op mij hadden voorzien. Dat voel je gewoon. Ik dacht: Als ik niets doe, val ik in hun handen en dan kan het verkeerd aflopen. Ergens in de buurt van een pompstation bij een bos kon ik uit de BMW springen. Ik rolde over de kop, maar kon toch opstaan en heel hard wegrennen.
Draaiende motor
Ook op een woonboot aan de Gelderse Kade in Amsterdam was de situatie bedreigend. De jongen daar had in het verleden iemand vermoord. Op die boot verkocht hij coke en heroïne. Toen ik er kwam, stonden er algauw een paar Turken om me heen. Aan hun blikken kon ik zien dat ik gevaar liep. Zeker toen ik hoorde dat er vlakbij een auto met draaiende motor stond. Ik ging ervandoor.
In een Amsterdams café, waar mijn moeder toen ook was, ben ik met een wapen bedreigd. Mijn moeder sprong tussen mij en mijn belager in. Ik deed geen aangifte. Zelf was ik immers ook geen lekkere jongen.
Zelfs in de gevangenis was ik niet veilig. In De Marwei, in Leeuwarden, zag ik achter gepantserd glas de Bolle staan, een verslaafde crimineel. Hij was samen met een paar vrienden. Ik had hem in Amsterdam bedrogen bij een drugsdeal. Toen de Bolle mij zag, maakte hij een snijgebaar langs zijn keel.
Ik ben vier weken op mijn cel gebleven, wel zo veilig. Een bewaker vroeg of ik film wilde kijken in de filmzaal. Ik besloot dat te doen. In die zaal werd ik op de mijn schouder getikt. „Iemand bij het toilet wil je wat zeggen.” Bij het toilet stonden de Bolle en een stuk of vijf van zijn vrienden. Ze pakten me vast. Ik wist me te verweren. Gelukkig kwamen er bewakers aan. Ik ben toen naar een andere gevangenis overgeplaatst.
Briljantjes
Ik ben bij een van Nederlands grootste drugscriminelen thuis geweest, in Vinkeveen. Hij wordt wel de peetvader van de Nederlandse onderwereld genoemd en is familie van een huurmoordenaar die tot levenslang is veroordeeld. Toen ik bij die drugscrimineel in Vinkeveen was, lag er op de tafel in de woonkamer gewoon een paar kilo drugs. Ik was destijds bevriend met zijn jongere broer. Dat was mijn ”bloedgabber”. Hij droeg een klokkie vol briljantjes. Hij is verongelukt.
Ik heb zo’n acht verschillende wapens gedragen. Zoals een Beretta, Magnum, colt. Een paar jaar had ik twee lijfwachten bij cokedeals. Een van hen was een vechtsporter, die in staat was om het tegen drie man op te nemen en die te vloeren. Hij had een heel leuk meisje. Zij wilde dat hij zich niet meer met mij zou inlaten. „Je kunt wel vechtsporter zijn, maar een kogel hou je niet tegen”, zei ze. Toen is die jongen ermee gestopt om lijfwacht voor mij te zijn.
Of ik voortdurend in angst leefde? Zo was het niet. De angst snoof en dronk ik weg. Meer dan twintig jaar lang. Af en toe week ik uit naar Limburg. Maar dan keerde ik toch weer terug naar Amsterdam.
Ik was altijd uit op geld om mijn drank en drugs te kunnen betalen. Voortdurend brak ik in of pleegde ik overvallen. Niet alleen in Amsterdam, ook in steden als Almere en Lelystad. Toen ik bij Gamma inbrak, betrapt de politie me. Nadat ik was vrijgelaten, probeerde ik bij dezelfde bouwmarkt voor de zoveelste keer weer in te breken. Opnieuw werd ik gepakt. „Ben jij Gamma-ziek?” vroeg een agent. Ik heb in totaal zo’n zes jaar in de gevangenis gezeten.
Dure BMW’s
Rond mijn 43e heeft God mij aangeraakt. Jezus kwam in mijn leven. Voor die tijd is er al voor mij gebeden. Bijvoorbeeld door mensen van de christelijke organisatie Jeugd met een Opdracht. Met hen kwam ik in Amsterdam in contact. Ik geloof dat ik door engelen ben beschermd. Bijvoorbeeld toen ik uit die BMW sprong om weg te komen. Of in dat café, toen mijn moeder voor mij sprong. Ik dank God daarvoor. Het heeft jaren geduurd voordat ik definitief stopte met drugs, drank en uiteindelijk ook shag. Ik ben nu twintig jaar op de goede weg.
Jezus gebruikt mij nu. Ik ga naar scholen, afkickklinieken, gevangenissen, kerken. Dan vertel ik mijn verhaal over ellende en vernieuwing. Ik vertel de mensen dat ze zich altijd kunnen bekeren. Dat geldt ook voor moordenaars. Bij God is alles mogelijk.
Sinds zo’n dertien jaar geef ik voorlichting voor Stichting Voorkom!, die jongeren wijst op de gevaren van drugs. Ik steek vaak mijn twee handen op. Je tien vingers heb je niet gekregen om jezelf een drugsinjectie te geven, met heroïne of cocaïne bezig te zijn of sjekkies te rollen. Nee, je hebt je handen gekregen om te omarmen, te werken, te bidden.
Wat mij betreft mag de overheid harder optreden tegen drugs. Sluit alle coffeeshops. Het klopt niet dat in bijvoorbeeld Amsterdam jongeren in dure BMW’s rondrijden. Pas hoorde ik van een meisje van twaalf dat al xtc-pillen bezat en gebruikte. Het is verschrikkelijk. De duivel is overal bezig. Niet alleen in Amsterdam, ook hier op Urk. Satan kent de zwakke plekken van mensen. Maar gelukkig werkt God ook. Dat weet ik zeker.
Toen God mij op mijn 43e aanraakte, ervoer ik een ware douche van liefde, waarover gesproken wordt in Johannes 7:38. „Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn buik vloeien.” Dat mag ik geloven. God is altijd dicht bij mij. Ik weet zeker dat Hij mij draagt.”
Bram Spreeuw
Bram Spreeuw (63) groeide op in de Amsterdamse Jordaan. Hij ondervond en veroorzaakte thuis problemen. Spreeuw kwam terecht in internaten en belandde in criminele kringen in Amsterdam. Hij gebruikte alcohol en drugs en pleegde tal van misdrijven. Rond zijn 43e, twintig jaar geleden, maakte Spreeuw een ommekeer mee en keerde hij gaandeweg de criminaliteit en verslavende middelen de rug toe. Al jaren vertelt hij het Evangelie aan onder anderen jongeren en gevangenen.
Spreeuw woont sinds 2013 met zijn vrouw Laura in de oude dorpskom van Urk. Hij is bevriend met dorpsgenoot Krijn de Jong, die werkzaam was bij Tot Heil des Volks in Amsterdam. De twee publiceerden in 2012 het levensverhaal van Spreeuw in het boek ”Dat jij nog leeft…”
(uitg. Buijten & Schipperheijn Motief, Amsterdam). Spreeuw is verbonden aan een pinkstergemeente in Amsterdam, maar in de praktijk bezoekt hij met zijn vrouw op zondag verschillende kerken. Zij is doventolk.
Moorden in Amsterdam
De Amsterdamse autoriteiten maken zich zorgen over een aanhoudende reeks liquidaties. In de eerste anderhalve maand van dit jaar werden in de hoofdstad vier moorden gepleegd. Een van de slachtoffers is de Ghanese bordenwasser Augustine Nyantakyi (37). Hij bezocht de Jesus Christ Foundation Church in Zuidoost, waar hij in de muziekband speelde. Mogelijk is hij per vergissing vermoord en waren de kogels voor iemand anders bedoeld. De Ghanees was geen bekende van de politie.
Een andere liquidatie in Amsterdam lijkt ook een vergissing te zijn. Op woensdagavond 14 januari werd de van oorsprong Turkse Beyhan Demirci (60) met een kalasjnikov doodgeschoten op het balkon van haar flat. De politie vermoedt dat de kogels bedoeld waren voor haar schoonzoon. Hij is een bekende van de politie en lijkt actief te zijn in het criminele milieu.
Politie en justitie hebben de afgelopen weken twee liquidaties in Amsterdam voorkomen, zei de Amsterdamse korpschef, Pieter-Jaap Aalbersberg, maandag. Het gebruik van zware wapens en het schieten in de openbare ruimte baren de autoriteiten zorgen.