Boeren smachten naar zekerheid over stikstofbeleid
BARNEVELD. De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) ligt tot vrijdag ter inzage. Het is de bedoeling dat het nieuwe stikstofbeleid in de zomer van kracht wordt. Of boeren die hun bedrijf willen uitbreiden, meer zekerheid krijgen, is echter nog maar de vraag.
De PAS moet de neerslag van stikstof (afkomstig uit ammoniak) op 117 kwetsbare natuurgebieden de komende jaren fors verminderen. Tegelijk krijgen veehouderijen die bij zulke gebieden gevestigd zijn, ruimte om zich te ontwikkelen – lees: om na aanpassing of nieuwbouw van stallen meer dieren te houden.
De PAS wordt een onderdeel van de Natuurbeschermingswet. Die wet verplicht boeren bij Natura 2000-gebieden sinds begin 2009 om bij uitbreiding een vergunning aan te vragen, de zogeheten Nb-vergunning. Die wordt verstrekt door de provincie.
In de praktijk blijkt het erg lastig om zo’n Nb-vergunning in de wacht te slepen. Bovendien hanteren provincies verschillende criteria. De PAS moet daar een einde aan maken.
Afspraak
Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) heeft vorig jaar met het landbouwbedrijfsleven afgesproken dat de ammoniakuitstoot door de veehouderij in 2030 ten minste 10 kiloton kleiner moet zijn dan in 2013. Bedrijfsbeëindiging en technische maatregelen in de stallen moeten daarvoor zorgen. De veehouderij mag ruim de helft van de ‘winst’ (56 procent) benutten voor nieuwe activiteiten.
Als de PAS van kracht is moeten veehouderijen, waarvan bij uitbreiding de zogeheten stikstofdepositie op een kwetsbaar natuurgebied met meer dan 1 mol toeneemt, een nieuwe Nb-vergunning aanvragen. Waar de toename onder de 0,05 mol blijft, is dat niet nodig. Tussen die twee waarden geldt een meldingsplicht. Uitgangspunt voor de berekening is het aantal dieren onder de huidige Nb-vergunning of, als die er niet is, het maximale aantal gehouden dieren tussen begin 2012 en eind 2014.
Hoe groter de afstand tot een natuurgebied, hoe kleiner de stikstofneerslag. Agrarisch adviseur Steven van Westreenen uit Barneveld geeft een voorbeeld. „Een melkveehouderij met 70 koeien en 50 stuks jongvee heeft op 3 kilometer een stikstofdepositie van 1 mol. Op 28 kilometer is dat 0,05 mol.”
Hoe lang de veehouderij na invoering van de PAS vooruit kan, is volgens Van Westreenen moeilijk in te schatten. „De 5,6 kiloton ammoniak die wordt vrijgegeven, zou voldoende moeten zijn voor zes jaar. Maar als de pot leeg is, houdt het op. Onder de PAS kunnen boeren onderling geen ammoniakrechten meer verhandelen.”
Boeren die willen weten met hoeveel dieren ze hun bedrijf mogen uitbreiden, moeten nog even geduld hebben. Een rekensysteem, Aerius genoemd, brengt momenteel voor alle natuurgebieden waar de PAS betrekking op heeft, in beeld hoe groot de stikstofneerslag is en welke invloed omliggende bedrijven hebben. Pas daarna wordt duidelijk welke ruimte er in een gebied is.
Slapende rechten
Sommige boeren hebben nog ‘slapende’ ammoniakrechten uit een gemeentelijke vergunning: zij houden geen vee meer of hebben minder dieren dan die vergunning toestaat. Zolang de PAS niet is ingevoerd, kunnen ze deze rechten nog verzilveren, stelt Van Westreenen. Dat kan door zelf een Nb-vergunning aan te vragen of door de ammoniakrechten te verkopen aan collega’s die ze graag willen benutten. Een Nb-vergunning geeft namelijk zekerheid: het aantal dieren dat erin is vastgelegd, blijft ook na de komst van de PAS een recht.
Rest nog de vraag hoe zeker het is dat de ontwikkelingsruimte waarop de landbouw rekent, straks echt naar de sector gaat. VVD-Kamerlid Lodders drong er tijdens een debat begin deze maand bij staatssecretaris Dijksma op aan om haar afspraak van vorig jaar vast te leggen in PAS.
Ook adviseur Van Westreenen zou dat graag zwart op wit in de wetgeving terug zien. „Het mag niet zo zijn dat grote infrastructurele projecten of het Rotterdamse havengebied straks gaan snoepen van de vermindering van de stikstofneerslag die de landbouw in de Gelderse Vallei weet te realiseren.”