Wapenembargo geen halszaak voor Kamer
Een meerderheid in de Tweede Kamer zal het kabinet niet dwingen vast te houden aan het wapenembargo tegen China als de rest van de EU daarvan af wil. Dat bleek donderdag in een debat tussen de Kamer en minister Bot van Buitenlandse Zaken.
Bot zegde toe dat hij het unanieme standpunt van de Kamer dat het wapenembargo gehandhaafd moet blijven, nog eens binnen de EU naar voren zal brengen. Hij maakte echter duidelijk dat Nederland daarin helemaal alleen staat. Mocht inderdaad blijken dat Nederland geen enkele steun krijgt in de EU, dan zullen CDA, D66 en LPF het kabinet niet dwingen een veto te hanteren. Ook de VVD zal dat waarschijnlijk niet doen.
SGP’er Van der Vlies zei donderdag dat er in dit geval juist wel aanleiding is om het vetorecht te gebruiken. De mensenrechtensituatie in China is helemaal niet zo ver verbeterd als het kabinet beweert om opheffing van het wapenembargo te rechtvaardigen. „Het economisch belang prevaleert boven de belabberde situatie van christenen, Tibetanen, Noord-Koreaanse vluchtelingen en andere groepen onder Chinees bewind”, stelde Van der Vlies. Het kabinet staat misschien alleen in de EU als het een veto gebruikt, maar het zou niet misstaan als de regering nu eens „de SGP van Europa zou durven zijn”, hield Van der Vlies Bot voor.
De CDA-minister liet in het debat weten dat voor Nederland de handelsbetrekkingen met China een belangrijke rol spelen. Een veto kan schadelijk uitpakken voor de Nederlandse economie, vreest het kabinet. Ons land is na de Verenigde Staten de grootste investeerder in China. ChristenUnie-kamerlid Huizinga constateerde daarop dat economische belangen voor het kabinet de doorslag lijken te geven. Net als PvdA, GroenLinks en SP ziet zij niets in de nieuwe, strenge gedragscode voor wapenleveranties aan China die de EU als alternatief voor het wapenembargo wil invoeren.
Het wapenembargo is in 1989 ingesteld nadat China de studentenopstand op het Tiananmenplein in Peking bloedig had neergeslagen.