Opnieuw herdenkingsstenen voor omgekomen Dordtse Joden
DORDRECHT. Twintig nieuwe Stolpersteine is Dordrecht rijker. De herdenkingsstenen zijn woensdag geplaatst bij huizen waar Joden hebben gewoond die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
Vorig jaar werden de eerste acht stenen in Dordrecht aangebracht. De twintig stenen van woensdag heeft de Duitse kunstenaar en bedenker van de stenen Gunter Demnig bij acht adressen in het trottoir gelegd. In totaal zijn er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Dordrecht 190 Joden opgepakt, gedeporteerd en omgekomen.
Demnig ging vanmorgen eerst naar Zwijndrecht. Daar werden in de Tweede Wereldoorlog 20 Joodse inwoners en 3 Joodse onderduikers weggevoerd. Slechts een van hen kwam levend terug. In Zwijndrecht plaatste Demnig op het Veerplein twee steentjes voor gezinsleden van apotheker Herman Meijer: moeder Charlotta Meijer-Rozeboom en haar zoon Leo Meijer. Zij zijn op 6 oktober 1944 vermoord in Auschwitz. Leo kreeg bekendheid door het kinderboek ”Groeten van Leo, een kind in Kamp Westerbork”. Het boek is geschreven door Martine Letterie en gebaseerd op briefjes, tekeningen en foto’s van Leo Meijer, die op 9-jarige leeftijd omkwam. De vader van Leo wist de briefjes en tekeningen van zijn zoon uit Kamp Westerbork te smokkelen. Leo Meijer is een van de weinige omgekomen Joodse kinderen van wie er nog tastbare herinneringen bestaan.
Drie stenen
Vervolgens ging Demnig in Dordrecht aan de slag. Op de Voorstraat 232 wordt Rebecca Sons-Stad geëerd. Zij stierf in Auschwitz; haar man Louis en de kinderen Carolina en Marianne overleefden de oorlog.
In de middag werden aan de Burgemeester De Raadtsingel 77 twee stenen gelegd voor slachtoffers uit dezelfde familie: Mathilda Sons-Stad en haar man Abraham Sons.
Arij Boogerman, voorzitter van de plaatselijke werkgroep Stolpersteine Dordrecht, is goed bekend met de verhalen van omgekomen plaatsgenoten. „Mijn vader, die als dwangarbeider in Duitsland moest werken, vertelde me later over de afschuwelijke dingen die toen zijn gebeurd. Hij zag dat mensen uit Middel- harnis werden weggevoerd. Mijn interesse was gewekt. Ik ben over de Jodenvervolging gaan lezen, zag de foto’s. Schokkend.” Toen Boogerman decennia later het verzoek kreeg om mee te doen met de Dordtse werkgroep aarzelde hij geen moment. „Er ging opnieuw een wereld voor me open.”
Aangrijpend
Op de website van de werkgroep staan inmiddels talloze verhalen. Ontroerend en aangrijpend. Een van de opmerkelijkste is de geschiedenis van de familie Leviticus waarvoor Demnig vanmiddag –in aanwezigheid van B en W– vijf steentjes in de bestrating aanbracht. „Voor vader Felix, moeder Emma en de kinderen Henri, Sophia Rosette en Louis. Zij woonden destijds op de Cornelis de Wittstraat 106; een adres dat niet meer bestaat. Felix Leviticus was een markant figuur. Als eigenaar van een handel in metaal, lompen en oud papier was het bij hem vaak een rommel. Dordrecht heeft een gezegde aan hem overgehouden: „Het lijkt hier wel een Leviticus”, ofwel, het is een zootje. Van de zes kinderen die het gezin telde, hebben slechts drie de Bevrijding meegemaakt.”
Buigen voor de slachtoffers
Het initiatief van Gunter Demnig begon in Duitsland. Om de steen te kunnen lezen, moet je je buigen voor de slachtoffers, is het idee erachter. Inmiddels zijn de Stolpersteine over heel Europa verspreid, ten minste 55.000 stuks.
Het gaat om vierkante steentjes van 10 bij 10 cm met een messingplaatje waarin persoonsgegevens zoals naam, geboortedatum, plaats en datum van overlijden zijn gestanst.
De werkgroep Stolpersteine Dordrecht heeft door giften en schenkingen geld bijeengebracht voor zestig steentjes van 150 euro per stuk. De komende periode gaat de werkgroep proberen meer steentjes te laten aanbrengen. Het doel is uiteindelijk 190 Stolpersteine te plaatsen, zodat alle omgekomen Joden uit Dordrecht worden herdacht.