Buitenland

Islamitische Staat versterkt greep op chaotisch Libië

Het jongste nummer van Islamitische Staat-glossy Dabiq toont een foto van in Libië ontvoerde koptische christenen. De ontvoering is een voorbeeld van de opmars die IS in het land lijkt te maken.

Mark Wallet
14 February 2015 17:01Gewijzigd op 15 November 2020 16:42

Het donderdag verschenen magazine Dabiq meldt bij de foto dat de opmars van IS in Libië het nu mogelijk maakt „om de koptische kruisvaarders makkelijk op te pakken.” De gijzeling van de in Libië werkzame Egyptenaren zou een vergelding zijn voor het lot van de „zusters” Kamilia Shehate en Wafa Constantine.

IS verwijst daarmee naar zaken die in Egypte al jaren voor beroering tussen christenen en moslims zorgen. De verhalen van Shehate en Constantine, die zich respectievelijk in 2010 en 2004 afspeelden, volgen dezelfde lijn. Beide vrouwen waren getrouwd met koptische priesters en zouden zich hebben willen bekeren tot de islam, naar verluidt om echtscheiding te bewerkstelligen. Ze verdwenen vervolgens enkele dagen en verklaarden toen nog altijd christen te zijn. Dat wekte het wantrouwen van groepen moslims. Die vermoedden dat de vrouwen in de tussentijd door marteling zijn gedwongen om terug te keren tot de kerk.

IS stelt nu dat in reactie op 
de zaken vijf jaar terug al „een gezegende aanval” is gepleegd 
op een rooms-katholieke kerk 
in Bagdad, maar dat het tot nu toe lastig was de kopten zelf te treffen. Door de presentie van 
IS in Libië en de Egyptische Sinaï zou dat echter gemakkelijk zijn geworden. In Libië werken duizenden Egyptenaren.

Dat IS in beide gebieden actief is, lijdt geen twijfel. In Libië lijkt de groep zijn positie de laatste weken zelfs in rap tempo te versterken. Gisteren zouden IS-strijders een radiostation in de Libische stad Sirte hebben ingenomen, terwijl afgelopen weekend de kustplaats Nawfaliya in handen van de terreurgroep viel. Op internet staan filmpjes waarop te zien is hoe de strijders afgelopen weekeinde triomferend Nawfaliya binnentrokken.

Sinds 2011 zijn honderden Libiërs naar Syrië vertrokken. Ze sloten zich aan bij groepen als de al-Nusrabrigade en (toen nog) ISIS. Naar verluidt zijn velen van hen sinds de afgelopen zomer naar Libië teruggekeerd, met als doel daar een afdeling van IS op te zetten. In oktober presenteerde de groep zich in Derna, een stad die al lange tijd bekendstaat om zijn extremisme. Leden van de Tripoli Provincie van IS trokken openlijk met zwarte IS-vlaggen door de straten van de stad.

De groep claimt sindsdien vanuit Derna verschillende afdelingen in het zuiden van Libië te hebben opgezet en in de hoofdstad Tripoli. Die laatste afdeling sloeg recent bloedig toe op het luxueuze Corintha Hotel in de stad. Tien mensen, onder wie vijf buitenlanders, vonden de dood. Een andere recente aanval waarvoor de groep verantwoordelijkheid opeiste, is de moord op tien soldaten bij een verlaten wachtpost in het diepe zuiden van Libië.

IS(IS) gebruikt Libië allang als aanvoerroute voor geld en andere benodigdheden. Persbureau Bloomberg meldde recent echter dat IS via verschillende kanalen inmiddels heeft laten weten grotere plannen te hebben met het Noord-Afrikaanse land. Het zou de basis moeten worden voor aanvallen op westerse landen. In jihadistische posts wordt geflirt met de gedachte vanuit Libië een kalifaat te stichten dat ook Algerije, Tunesië en Egypte omvat.

Prangende vraag is hoe sterk IS in Libië inmiddels is. In een vorige editie van IS-magazine Dabiq wordt Libië aangemerkt als het land waar de meeste buitenlandse steun vandaan komt. Dat lijkt geen loze taal.

Het tot op het bot verdeeld Libië is een perfect werkterrein voor IS. Het land verkeert in de bizarre situatie dat twee regimes de macht claimen. Die zijn drukker met het bestrijden van elkaar dan met het tegengaan van IS. In de oostelijke stad Bayda zetelt een internationaal erkende regering onder leiding van premier Thinni, terwijl de hoofdstad Tripoli in handen is van de beweging Libische Dageraad. Dat is een alliantie van lokale milities en islamistische groepen, die ideologisch dicht bij de Egyptische moslimbroederschap staan. Aan het hoofd staat ‘premier’ Omar al-Hassi.

Dan is er nog de dissidente generaal Khalifa Haftar, die strijd voert tegen islamistische groepen in het land. Hij heeft zich inmiddels loyaal verklaard aan de regering in Bayda en beschuldigt Libische Dageraad van banden met extremistische groepen.

Libische Dageraad ziet op zijn beurt Haftar als vijand nummer één, en gaat daarbij uit van het principe dat de vijand van zijn vijand een vriend is. Het bestrijden van IS had voor deze factie daarom geen prioriteit.

Dit verklaart ook waarom Hassi de aanwezigheid van IS-strijders lange tijd bagatelliseerde. Hij repte ooit van „wat weerspannige jongeren.” Een sterk IS zou de positie van Haftar en het leger immers versterken. Libische Dageraad ontkende aanvankelijk ook de claim dat IS verantwoordelijk zou zijn voor de aanslag op het hotel in Tripoli, waar Hassi nota bene zelf kantoor placht te houden. In de jongste Dabiq wordt er echter uitvoerig verslag van de aanslag gedaan.

Vanuit de officiële regering klonken intussen heel andere geluiden. „We zien een exponentiële groei van IS in Libië”, zei Libische oud-ambassadeur in de Verenigde Arabische Emiraten Aref Ali Nayed onlangs in de VS. Tegenover Bloomberg noemde hij Libië vanwege zijn grondstoffen „de bankautomaat, het benzinestation en de luchthaven van IS.”

In Genève vinden besprekingen plaats tussen de rivaliserende facties onder leiding van de speciale VN-gezant voor Libië, Bernadino Leon. De opmars van IS vormt ongetwijfeld een extra stimulans daar zwaar op in te zetten. Maar delen van Libische Dageraad moeten niets van de besprekingen hebben.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer