Japan wil een actievere rol in de wereld, maar schrikt van de gevolgen
TOKIO. Assertiever zijn op het wereldtoneel. Dat is wat de Japanse premier Shinzo Abe voor zijn land beoogt. Maar nadat er twee Japanners door IS werden vermoord, beseffen de Japanners de risico’s van dat nieuwe beleid. Kruipen ze weer in hun schulp of wordt de toon juist harder?
Zelfkastijding met het eigen oorlogsverleden, zo typeerde de conservatieve premier Shinzo Abe de nogal onzichtbare rol die zijn land al tientallen jaren heeft in de internationale politiek. De Japanse agressie voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog blijft de Oost-Aziatische eilandstaat achtervolgen en Abe wil daarvan af.
Japan moet een meer proactieve bijdrage aan de vrede in de wereld gaan leveren, vindt Abe, en mét hem vinden de conservatieven in zijn land dat.
Een lastige drempel blijft de pacifistisch getoonzette grondwet, in het bijzonder artikel 9, waarin oorlog als middel om een internationaal conflict op te lossen wordt afgewezen. Voor wijziging van de grondwet is een tweederdemeerderheid in het parlement nodig en ook dient er een referendum onder de bevolking te worden gehouden.
Om dat allemaal te omzeilen zijn er door diverse kabinetten tal van „herinterpretaties” van de grondwet geformuleerd, waardoor artikel 9 steeds minder zeggingskracht heeft gekregen.
Opmerkelijk is dat Abe het Midden-Oosten heeft uitgekozen om zijn assertieve beleid te tonen. Helemaal onlogisch is dat niet, want Japan haalt 83 procent van zijn ruwe olie daarvandaan.
Wrang is wel dat Abe tijdens zijn recente reis door het Midden-Oosten, medio januari, keihard werd geconfronteerd met de keerzijde van zijn nieuwe beleid. De Islamitische Staat (IS) had al eerder gedreigd twee Japanse gijzelaars –Kenji Goto en Haruna Yukawa– te doden. Toen Abe op zijn reis 200 miljoen dollar aan niet-militaire hulp toezegde aan Iraakse en Syrische vluchtelingen, eiste IS prompt precies dát bedrag voor vrijlating van Kenji Goto (de terreurbeweging al eerder Haruna Yukawa vermoord). Uiteindelijk bleek ook Goto door IS te zijn gedood.
Abe zwoer wraak en daarmee leek de dubbele moord zijn assertieve beleid in een stroomversnelling te hebben gebracht. In de Japanse kranten werd ertoe opgeroepen om te stoppen „met dagdromen.” „Zó ziet IS ons dus: als deelnemer aan de oorlog, al onze humanitaire en niet-agressieve activiteiten ten spijt.”
Maar de aarzeling blijft: veel Japanners zijn geschrokken van de gevolgen die een krachtiger optreden in de wereld kan hebben.
Vooralsnog blijft het daarom bij wetgeving voor de inzet van Japanse soldaten in het geval dat Japanners in het buitenland bedreigd worden. Vooral in het Midden-Oosten is het gevoel van onveiligheid sterk: zo’n 800 Japanse bedrijven zijn er actief, 12.000 Japanners wonen er.