Overheid geen scheidsrechter bij Bijbeluitleg
Mensenrechtenambassadeurs die orthodoxe christenen moeten overtuigen om homoseksualiteit te accepteren. In de Tweede Kamer gaan geluiden op om ze verplicht in te zetten. In christelijke kring is het verzet massief. Morgen botsen de meningen.
De Tweede Kamer houdt donderdagmiddag op initiatief van PvdA-Kamerlid Yücel een hoorzitting over de vraag in hoeverre mensenrechtenambassadeurs ingezet kunnen worden in orthodoxe kringen. Yücel zelf heeft daar een uitgesproken mening over. Afgelopen vrijdag zei ze in een interview met deze krant dat vrijheid voor haar boven alles gaat. Haar uiteindelijke doel is acceptatie van homoseksuele relaties, ook in orthodoxe kring. En als daar mensenrechtenambassadeurs een handje bij kunnen helpen, dan moet dat.
Het PvdA-Kamerlid wil weten in hoeverre er draagvlak is voor haar idee. Daarom organiseert ze een hoorzitting. Op verzoek geven deskundigen daar hun mening over het onderwerp en de politici stellen verhelderende vragen.
De hoorzitting is bedoeld om de mening van de Kamerleden te vormen. Op donderdag 5 maart staat er een algemeen overleg gepland met minister Bussemaker over emancipatie. Daarin zal het thema acceptatie van homoseksualiteit breed aandacht krijgen.
Voor het rondetafelgesprek is uiteraard de homobelangenorganisatie COC uitgenodigd, maar ook P. W. Moens, bestuurder van de reformatorische scholenkoepel VGS, is van de partij. Als theoloog uit orthodox-christelijke kring is prof. dr. J. Hoek uit Veenendaal gevraagd. Hij is echter verhinderd. In zijn plaats komt de hervormde emeritus predikant dr. A. A. A. Prosman. Hij schreef in 2013 het boek: ”Homoseksualiteit tussen Bijbel en actualiteit”.
Versnelling
De discussie over mensenrechtenambassadeurs start in december vorig jaar. Het Sociaal en Cultureel Planbureau presenteert dan een rapport over homoseksualiteit in religieuze kringen. Daaruit blijkt onder meer dat 80 procent van orthodox-christelijken en moslims seksueel contact tussen mensen van hetzelfde geslacht afwijst. PvdA-Kamerlid Yücel, van Turkse afkomst, slaat achterover van verbazing en stelt zich tot doel de emancipatie van de orthodoxen te versnellen. Ze oppert de inzet van mensenrechtenambassadeurs.
Minister Bussemaker haakt daar op donderdag 5 februari op in. Ze neemt niet helemaal de wens van Yücel over, maar het idee spreekt haar wel aan. Ze schrijft dat gemeenten, organisaties en instellingen de ambassadeurs „kunnen inzetten rondom het brede thema zelfbeschikking en mensenrechten, variërend van huwelijksdwang tot acceptatie van LHTB’s (lesbiennes, homo’s, transgenders en biseksuelen, GV).” Ze heeft daarvoor 160 mannen en vrouwen beschikbaar
VGS-bestuurder Pieter Moens leest de brief met stijgende verbazing en reageert een dag later: „Dit tast de pluriformiteit van het onderwijs aan. Dit raakt mensen in hun overtuiging. Dit is een beknotting van de vrijheid van meningsuiting, van de vrijheid van godsdienst en ook van de vrijheid van onderwijs.”
Bussemaker lijkt diezelfde dag nog in te binden. Ze verklaart dat ze orthodox-christelijke scholen geen homoambassadeur van buiten de eigen gemeenschap zal opdringen. „Ik snap dat je niet iemand die bij de Gay Parade op een boot staat naar reformatorische scholen moet sturen. Dat komt niet aan”, aldus Bussemaker. Ze wil dat de 160 ambassadeurs die voorlichting kunnen gaan geven, uit de christelijke of islamitische gemeenschap zelf komen.
Principe
Morgen mogen belangenbehartigers hun zegje doen. Moens is blij dat de minister het idee van Yücel niet onverkort overneemt. Maar gerustgesteld is hij niet: „Ik ben ik ieder geval blij dat de soep niet zo heet wordt gegeten als hij wordt opgediend. Maar het gaat mij om het principe erachter. De minister gaat zich bezighouden met de inhoud van het onderwijs. Dat klopt niet. Bovendien lijkt het erop dat je niet langer een Bijbelse visie op homoseksualiteit mag hebben. Dat verontrust mij.” De opmerking van minister Asscher naar aanleiding van de ontstane commotie, stelt Moens ook niet gerust. De vicepremier stelde vrijdag: „De kritiek vanuit de CU en de SGP laat zien hoe hard deze mensen nodig zijn; het gaat hier om het accepteren van elkaars verschillen.”
Moens gaat morgen naar voren brengen dat er in zijn beleving in deze tijd een wissel omgaat: „Ik heb in het verleden met veel ministers van Onderwijs en Kamerleden gesproken. We waren het vaak niet eens over dit thema, maar er was altijd wel begrip en tot op zekere hoogte ook respect voor onze opvattingen. Voor mijn gevoel ebt dat nu weg. PvdA-Kamerlid Yücel lijkt niet te willen accepteren dat er ook andere opvattingen bestaan behalve die van haar. En dat die opvattingen ook ruimte dienen te krijgen. We leven toch niet in een dictatuur?”
De VGS-bestuurder staat er niet vreemd van te kijken dat uit het SCP-rapport naar voren komt dat 80 procent van de orthodoxen homoseksualiteit afwijst: „Dat zal zo blijven. Dat heeft te maken met hetgeen de Bijbel daarover zegt. Aan mensenrechtenambassadeurs heb ik geen enkele behoefte. Onze jongeren zoeken antwoorden in de Bijbel en niet bij het COC.”
Niet verplichten
Wim Kuiper, bestuurder van Verus, de koepel voor het christelijk onderwijs in Nederland, is niet uitgenodigd voor de hoorzitting, maar hij volgt de discussie wel op de voet. Hij vindt dat scholen moeten zorgen voor een veilig klimaat voor álle leerlingen en medewerkers: „Ook moeten ze leerlingen leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen, ook op het vlak van seksuele diversiteit.”
Volgens Kuiper is het misgegaan toen de overheid scholen ging verplichten aandacht te besteden aan seksuele diversiteit: „Daar was ik tegen. Het risico is te groot dat de overheid steeds meer voorschrijft wát daar dan over onderwezen moet worden. Bovendien is het overbodig omdat scholen hier al aandacht voor hebben. De overheid moet scholen vrij laten om binnen de grenzen van de wet eigen standpunten over ethische onderwerpen in te nemen. Dat is een belangrijk element van de vrijheid van onderwijs.” Kuiper is tegen verplichte mensenrechtenambassadeurs.
Iemand die het debat ook op de voet volgt, is Sietse Voogt, advocaat bij Moree Gelderblom in Rotterdam. Hij is deskundige op het gebied van botsende grondrechten. De impliciete stelling van Yücel dat vrijheid en gelijkheid boven de klassieke grondrechten van godsdienst en onderwijs gaan, klopt volgens hem niet. „De wetgever en de rechtspraak gaan er nog steeds van uit dat het ene grondrecht niet boven een ander grondrecht gaat. Er is geen onderlinge rangorde. Per geval zal op basis van een afweging van de belangen over en weer door de wetgever dan wel de rechter een afweging moeten worden gemaakt. Dat is het theoretische uitgangspunt. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat in enkele principiële zaken, zoals de discussie over de gewetensbezwaarde trouwambtenaar, het gelijkheidsbeginsel de ruimte voor de klassieke grondrechten inperkt.”
Ook de bewering van het PvdA-Kamerlid dat scholen niet mogen zeggen dat homoseksualiteit op grond van de Bijbel zondig is, klopt volgens de advocaat niet: „Het bijzonder onderwijs kan zowel een beroep op de godsdienstvrijheid als op de vrijheid van onderwijs doen. In de zaak van toenmalig RPF-Kamerlid Van Dijke (rond 2000) is uitdrukkelijk aangegeven dat het hebben en uiten van een afwijzende geloofsopvatting over homoseksualiteit wordt beschermd door de godsdienstvrijheid. Al sinds 1957 is het vaste jurisprudentie dat het niet aan de rechter is om de inhoud van een geloofsopvatting te beoordelen. Zoals een Amerikaanse rechter het een keer mooi uitdrukte: „Courts are not arbiters of scriptural interpretation”: rechtbanken zijn geen scheidsrechter van de interpretatie van de Bijbel. En op basis van de scheiding tussen kerk en staat geldt hetzelfde voor de Nederlandse wetgever.”
Verzet tegen meerderheidsmoraal
Prof. dr. J. Hoek uit Veenendaal was vorige week zonder voorafgaand overleg uitgenodigd voor de hoorzitting, maar hij kon zich op zo’n korte termijn niet vrijmaken van zijn werk. Hij heeft duidelijke opvattingen over het thema.
Wat zegt de Bijbel over homoseksualiteit?
„De Bijbel spreekt over homoseksuele handelingen, niet over een homoseksuele geaardheid. Die handelingen worden duidelijk afgewezen als in strijd met Gods goede scheppingsorde. Hoe je moet omgaan met je homoseksuele geaardheid is niet zomaar aan losse Bijbelteksten af te lezen. Het is daarom begrijpelijk en terecht dat mensen met een homoseksuele geaardheid zich niet herkennen in wat in de Bijbel concreet gezegd wordt over liederlijkheid en verwording rond homoseksuele uitwassen. Ze bedrijven de zonden van Sodom en van de rosse buurten van Rome immers niet! De daarover uitgesproken veroordelingen zijn dan ook niet aan hun adres gericht. Aan de andere kant geeft de Bijbel nergens positief aan dat een homoseksuele relatie in liefde en trouw inclusief seksuele gemeenschap Gods goedkeuring wegdraagt.”
Hoe ging de gereformeerde gezindte in het verleden om met homoseksuelen?
„In de gereformeerde gezindte heeft mijns inziens lange tijd te veel een cultuur van ontkenning geheerst. Het zou onder ons niet voorkomen… Deze struisvogelpolitiek heeft veel onnodig leed veroorzaakt.”
Hoe gaat de gezindte nu om met deze groep?
„Ik zie een duidelijke kentering ten goede, ook al zijn we er nog niet. Er wordt nu in elk geval openlijk erkend dat onder ons ook heel wat mensen zijn die homoseksueel zijn. Jongeren en ook wel ouderen durven meer voor hun situatie uit te komen. Vanaf kansels en in kringenwerk wordt helder aangegeven dat hier een gevoelige problematiek aan de orde is, een netelig vraagstuk, waarop niet met harde oordelen en gemeenplaatsen mag worden gereageerd. Het gaat immers om mensen, ja, om onze broeders en zusters.”
Hanteert u ook het onderscheid tussen homo-zijn en homo-doen?
„”Homo-zijn” betekent dat je door en door bepaald bent door deze geaardheid, zoals een heteroseksueel in denken, voelen, ervaren heteroseksueel bepaald is. Het zit dus niet aan de oppervlakte en aan de buitenkant en je kunt niet een knop omdraaien en er dan van af zijn. Ik denk dat het verstandig is dat een homoseksueel christen zichzelf in deze geaardheid leert aanvaarden, inclusief de gevoelens die daarmee gepaard gaan. Vervolgens is hij of zij net zoals een heteroseksueel persoon geroepen tot een rein leven in gedachten, woorden en werken.
Een gelovige die homoseksueel is, zal van harte willen kiezen voor een weg van seksuele onthouding, omdat de seksuele gemeenschap volgens de Bijbel voorbehouden is aan man en vrouw binnen het huwelijk. Dat is een moeilijke, maar niet een onmogelijke weg. Dat je tot diep in de kern van je persoonlijkheid homoseksueel bent, hoeft niet per se te impliceren dat je ook een seksuele relatie met een seksegenoot aangaat. Je bent vrij in hoe je omgaat met je seksualiteit. Het hebben van seksuele contacten is immers geen eerste levensbehoefte zoals eten en drinken. God geeft op het gebed door de Heilige Geest kracht om een weg van onthouding te gaan. Dat is overigens niet hetzelfde als een weg in eenzaamheid. Goede vriendschappen kunnen enorm behulpzaam zijn.”
Herman van Wijngaarden, medewerker van de HGJB en homo, vindt dat de kerk moet nadenken over de vraag of het geoorloofd is dat twee homoseksuelen samen in onthouding in één huis leven. Wat vindt u daarvan?
„Ik vind dat hier het zwaartepunt ligt bij het geweten van betreffende personen. Ze moeten goed weten waar ze aan beginnen en of ze het zichzelf niet te moeilijk maken. Ik zou pastoraal niet snel adviseren om zoiets te doen. Eerder denk ik dan aan een woongroep.”
Wat had u tijdens de hoorzitting aan de Kamerleden willen meegeven?
„Ik vind het van groot belang dat de vrijheid van godsdienst en onderwijs voluit gerespecteerd wordt en niet wordt aangetast door een ideologie die heel de Nederlandse bevolking wil onderwerpen aan een meerderheidsmoraal. Nederland dreigt het imago van progressieve intolerantie te krijgen. Ook dat is schending van mensenrechten.
Verder wil ik aangeven dat men met de botte bijl niets bereikt. Laat er geduld zijn met goede ontwikkelingen in de gereformeerde gezindte en laat de overheid geen mensenrechtenambassadeurs sturen die geen affiniteit hebben met de principia van de orthodox-gereformeerde en evangelische groeperingen.”