Schettino stond aan het roer van het cruiseschip, toen het begin 2012 voor de Italiaanse kust de rotsen raakte, kapseisde en deels zonk. Daardoor kwamen 32 mensen om het leven. Het schip lag lange tijd voor de kust van het eilandje Giglio, bij Toscane. Inmiddels is het geborgen.

Schettino voer met het 290 meter lange schip te dicht langs de rotsen van Giglio, volgens hem om de 4000 opvarenden een beter uitzicht op het eiland te gunnen. Door de botsing stroomde zeewater in het schip, waardoor het langzaam begon te kapseizen. Schettino ‘viel’ tijdens de ontruiming naar eigen zeggen in een reddingsboot, nog voordat iedereen van boord was. Achteraf bleek dat 32 mensen de ramp niet hadden overleefd.

De officier van justitie had 26 jaar en 3 maanden cel geëist voor het veroorzaken van een schipbreuk, doodslag en het verlaten van het schip voordat alle opvarenden van boord waren. De advocaten van de 54-jarige Schettino wilden juist vrijspraak voor de kapitein, omdat de dood van de 32 opvarenden niet te wijten zou zijn aan zijn gedrag.

In zijn laatste betoog voor de uitspraak op woensdag verklaarde een huilende Schettino dat hij werd „geslachtofferd voor economische doeleinden. Op 13 januari 2012 ben ik deels gestorven.” De tranen van Schettino mochten echter niet baten, zo bleek aan het einde van het proces, dat al in juli 2013 begon.

Er lopen nog andere zaken omtrent de scheepsramp. Zo wil de overheid van Toscane 30 miljoen euro en het eilandje Giglio 190 miljoen euro schadevergoeding van Costa Cruises, de reder van het rampschip. De meeste schadeclaims van opvarenden zijn al wel afgehandeld, waaronder het merendeel van de claims van de 42 Nederlandse opvarenden.