Asscher zoekt oplossing voor ontslagregeling
DEN HAAG (ANP). Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken gaat een oplossing zoeken voor de onbedoelde effecten van de nieuwe ontslagregeling die per 1 juli ingaat. Hij overlegt daarover met vakbonden en werkgevers. Over twee weken laat hij de Tweede Kamer weten wat hij doet. Asscher zei dat woensdag in een Kamerdebat.
Een groot deel van de Tweede Kamer maakt zich ongerust over de nieuwe ontslagregeling. Veel partijen vrezen dat seizoenswerkers de dupe worden van een onderdeel daarvan. Door de nieuwe regeling moeten werkgevers personeel met een tijdelijk dienstverband veel eerder een ontslagvergoeding gaan betalen dan nu. Kamerleden voorzien dat bedrijven deze tijdelijke krachten op straat zullen zetten om dat te voorkomen.
De kritiek spitst zich toe op de onderbrekingsperiode tussen twee contracten en de terugwerkende kracht die gehanteerd wordt. Tot dusver hielden bedrijven bij tijdelijke dienstverbanden rekening met een periode van drie maanden tussen twee contracten. Daardoor is er volgens de huidige regels geen sprake van een vast dienstverband en hoeft er dus ook geen ontslagvergoeding betaald te worden. Maar volgens het nieuwe regime is er straks een onderbreking van zes maanden nodig.
Asscher hield tot dusver vast aan de nieuwe regeling, die al door het parlement is aangenomen. Maar de afgelopen dagen klonk de roep om een aanpassing steeds luider, niet alleen bij ondernemers, maar ook bij een Kamermeerderheid. Met uitzondering van de SP maakten alle partijen zich ongerust, waarbij VVD, D66 en CDA vooropliepen.
Asscher onderstreepte dat de ontslagregeling met vakbonden en werkgevers in het sociaal akkoord is afgesproken. Zij moeten dus meepraten over een wijziging. Asscher heeft hen dinsdag al geraadpleegd. Bonden en werkgevers zien volgens hem het belang van de discussie.
De ontslagvergoeding gaat vanaf 1 juli transitievergoeding heten. In tegenstelling tot nu krijgen ook flexwerkers er straks recht op. Het bedrag dat een ontslagen werknemer meekrijgt wordt in het algemeen wel lager dan nu.