Buitenland

Nucleaire technologie kan heel simpel zijn doorverkocht

Het is allesbehalve onwaarschijnlijk dat de nucleaire zwarte markt, waarop Iran, Libië en Noord-Korea onder de neus van internationale waarnemers kernwapentechnologie uit Pakistan kochten, ook terreurgroepen als klant had.

Burt Herman (AP)
5 February 2004 12:01Gewijzigd op 14 November 2020 00:56

Dat al-Qaida belangstelling heeft getoond voor nucleaire technologie is genoegzaam bekend. In 2001 werden twee Pakistaanse kerngeleerden gearresteerd die in Afghanistan op bezoek waren geweest bij Osama bin Laden. Ze werden ervan verdacht nucleaire geheimen aan Bin Laden te hebben gegeven, maar tot een vervolging is het niet gekomen. Bekend is ook dat elementen binnen het Pakistaanse leger, dat over het kernwapenprogramma gaat, Bin Laden en de Taliban steunen.

Pakistan heeft jarenlang ontkend dat het nucleaire technologie uitvoerde. Daartoe onder druk gezet naar aanleiding van informatie die Iran aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap van de Verenigde Naties (IAEA) had verschaft, begon Pakistan in november een onderzoek. Vorige maand gaf het toe dat Pakistaanse kerngeleerden -stiekem- nucleaire kennis en technologie hadden verkocht.

De belangrijkste Pakistaanse kerngeleerde, Abdul Qadeer Khan, heeft toegegeven dat hij in de jaren ’80 en ’90 technologie voor het verrijken van uranium heeft verkocht aan Iran, Libië en Noord-Korea. Libië heeft naar verluidt vorige maand uit Pakistan afkomstige ontwerpen voor een atoombom aan Amerikaanse en Britse veiligheidsdiensten overlegd. Toen Pakistan zelf in de jaren ’70 kernwapens begon te ontwikkelen, kocht het daarvoor ook materiaal en technologie op de internationale zwarte markt.

„Als ondanks alle sancties en embargo’s technologie uit Europa via de zwarte markt in Pakistan terecht kan komen, dan kunnen diezelfde smokkelaars ook materiaal uit dit laboratorium (het Pakistaanse nucleaire onderzoekslaboratorium, red.) doorspelen aan terroristische organisaties”, zegt kernfysicus A. H. Nayyar, die de Pakistaanse Vredescoalitie leidt. „De mogelijkheid bestaat en moet grondig worden onderzocht.”

Legerwoordvoerder Shaukat Sultan sprak dinsdag tegen dat er nucleaire technologie uit Pakistan in handen is gekomen van terroristen. „Dat is absoluut niet waar, er is niets van waar”, zei hij.

De regering ontkent ook zelf betrokken te zijn geweest bij de verkoop van nucleaire technologie. Een vriend van Khan zei deze week dat de legertop, inclusief de huidige president Pervez Musharraf, overal van op de hoogte was. De Amerikaanse regering heeft al laten weten de regering op haar woord te geloven.

Volgens Musharraf werkten de Pakistaanse wetenschappers in alle vrijheid aan de ontwikkeling van het nucleaire programma en wisten zelfs de allerhoogste bazen van het land niet precies waar ze mee bezig waren. Als dat klopt, is de angst dat kerngeleerden ook technologie en materiaal hebben doorgespeeld aan terroristen, voor geld of uit sympathie, nog meer gerechtvaardigd.

Deskundigen denken niet dat terreurgroepen veel aan technologie voor het verrijken van uranium hebben. „Dat is voor landen al moeilijk genoeg”, zegt Gary Samore van het Internationaal Instituut voor Strategische Studies. Ontwerpen voor een atoombom zouden terreurgroepen echter wel degelijk in staat kunnen stellen zelf een dergelijke bom te maken, denkt David Albright, directeur van het Instituut voor Wetenschap en Internationale Veiligheid in Washington.

Als een terreurgroep erin zou slagen verrijkt uranium, zeg 50 tot 100 kilo, te kopen, zou ze volgens deskundigen mogelijk een atoombom kunnen maken die lijkt op de atoombom die de Verenigde Staten aan het eind van de Tweede Wereldoorlog op Hiroshima hebben gegooid. „Het is niet iets wat u en ik in onze achtertuin zouden kunnen doen, maar het is vrij eenvoudig”, zegt Samore.

Officiële cijfers ontbreken, maar Pakistan heeft naar schatting meer dan 700 kilo hoogverrijkt uranium geproduceerd. „Het is zeer belangrijk dat tot op de laatste gram bekend is wat daarmee is gebeurd”, zegt Nayyar. „Als dat niet gebeurt, dan blijft er twijfel bestaan.”

De zoon van Sultan Bashir-ud-Din Mahmood, een van de twee in 2001 gearresteerde kerngeleerden, zei ruim een jaar geleden tegenover Associated Press dat zijn vader een uiterst conservatieve moslim was die met de Taliban sympathiseerde en Bin Laden verschillende keren had ontmoet. Volgens de zoon had Bin Laden zijn vader gevraagd hoe je een kernbom maakt.

„Pakistaanse wetenschappers zijn actief geweest in Afghanistan, maar het fijne zijn we er nooit over te weten gekomen”, zegt Albright, die als wapeninspecteur in Irak heeft gewerkt. Hij betwijfelt of de Pakistaanse regering werkelijk niet heeft geweten dat er nucleaire technologie werd geëxporteerd en hoopt dat de internationale gemeenschap Pakistan zodanig onder druk zet dat het zich gedwongen ziet openheid van zaken te geven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer