ABN AMRO op kruispunt na recordjaar
Bij ABN AMRO staat alles op de rails. Althans, dat vindt topman R. Groenink. Maar hoe verder? Terwijl de bank haar heil zoekt in kostenbesparingen door synergie, ontstaan in de Verenigde Staten door fusies steeds grotere financiële conglomeraten. ABN AMRO staat op een kruispunt. Zelfs fusie is een optie.
De cijfers logen er woensdag bij de presentatie van de jaarcijfers niet om. De bank overtrof de verwachtingen van analisten met een nettowinst van 3,16 miljard euro. Het resultaat van het vierde kwartaal was met 857 miljoen zelfs het hoogste kwartaalresultaat ooit. Slechts weinig topmannen kunnen winstcijfers met negen nullen bekendmaken.
Groenink ging glimlachend nog een stapje verder. Figuurlijk, een gebroken enkel beperkte zijn bewegingsvrijheid. „Dit jaar gaan we het nog beter doen. We worstelen alleen met de mate waarin.”
Geen vuiltje aan de lucht, zo lijkt het. Maar de koers van het aandeel ABN AMRO reageerde lauw op de cijfers. Het sloot gisteren 1,3 procent lager op 18,89 euro. Beleggers zijn ondanks een verhoging van de dividenduitkering niet enthousiast. Daarvoor is een aantal redenen te noemen.
Zo is het recordresultaat van vorig jaar mede totstandgekomen door een stevige belastingmeevaller en de verkoop van een meerderheidsbelang in verzekeraar Delta Lloyd. Die eenmalige inkomsten vallen dit jaar weg. Verder profiteerde ABN AMRO in de Verenigde Staten van de lage rente. Hierdoor sloten consumenten massaal opnieuw een hypotheek af. Die inkomstenbron droogt op. „Dat was vorig jaar de suiker op de cake”, aldus Groenink.
Voor 2004 verwacht de bank geen grote groei in haar thuismarkten Nederland, Brazilië en de Verenigde Staten. Om de winstdoelstellingen te halen, verwacht Groenink evenals in 2003 veel van kostenbesparingen door een betere samenwerking tussen bedrijfsonderdelen. Beleggers vragen zich af of dit voldoende is. Zij kijken argwanend naar de overkant van de oceaan, waar financiële instellingen de krachten bundelen. Een recent voorbeeld is de overname van Bank One door JP Morgan Chase.
Ook Groenink ziet deze fusiegolf als een mogelijke bedreiging. „De fusies doen ons nu geen pijn. Maar als de gefuseerde banken de organisatie op orde hebben, zullen zij gaan kijken naar markten buiten de Verenigde Staten. De Europese banken zullen de thuismarkt verdedigen door samenwerkingsverbanden aan te gaan.”
ABN AMRO heeft ondanks de Nederlandse wortels de ambitie een Europese bank te zijn. Groenink verwacht niet dat zijn bank ten onder zal gaan in het fusiegeweld. „De omvang is een voortdurende discussie. Hoe groot is ideaal? Mensen vergeten vaak dat onze thuismarkten weliswaar ver uit elkaar liggen, maar we hebben in totaal evenveel klanten als de grote Europese concurrenten.”
Kapitaal is nodig voor overnames. ABN AMRO heeft in het afgelopen jaar weliswaar de vermogenspositie verbeterd, maar daarmee is ze alleen in staat om „lichte veren weg te blazen.” De bank heeft het oog laten vallen op Italië, waar veel consumenten „nog in het tijdperk van de oude sok leven.” Daarbij kent Italië nog veel kleine bankjes omdat de concentratie van het bankwezen jaren achterloopt.
Om echt te groeien sluit de topman een fusie niet uit. „Ook samenwerking is een vorm van groeien. Als het nodig is om de waarde voor onze aandeelhouders in de toekomst te verbeteren, valt een fusie niet uit te sluiten.”
ABN AMRO maakt een overname makkelijker door het slechten van een beschermingsconstructie. Deze bescherming wordt gevormd door zogeheten preferente aandelen die in handen zijn van enkele grote partijen als Fortis, Rabobank en ING. De aandelen geven het recht om beslissingen te blokkeren. De bank koopt de stukken voor een bedrag van 800 miljoen euro terug. Met de terugkoop vervalt de mogelijkheid om een ongewild overnamebod af te slaan. De stap komt voort uit de aanbevelingen van de commissie-Tabaksblat, met in haar kielzog de Nederlandse belegger.
Topman Groenink vindt dat besluiten over een overname moeten worden genomen door de juiste spelers: de aandeelhouders. „Met het wegnemen van de beschermingsconstructie leggen we de beslissing daarover weer daar waar die hoort.”