De Heere Jezus wilde dat zij zouden weten wat tot hun vrede diende. Veel Joden waren blind. Niet in hun nering, maar in het op een goede manier gebruiken van de vredesmiddelen door het geloof en de bekering van hun zonden.Want geliefden, onder de vrede moeten wij niet verstaan een valse vrede die Herodes en Pilatus kort daarna sloten om Christus te verdrukken. Ook niet de vrede van de zorgelozen, die zeggen: Vrede, vrede, terwijl er geen vrede is. Christus doelde hier op de vrede door de verzoening met God door het geloof in Jezus Christus, de vrede, die alle verstand te boven gaat.

Deze vrede der verzoening noemt Christus hier met een bijzondere nadruk op de woorden „Uw vrede.” Alsof Hij wilde zeggen: U wordt wel genoemd een gezicht van vrede, en u zoekt vrede met de gehele wereld, maar de ware vrede met God zoekt u niet.

Zo zijn er heden ten dagen veel politieke mensen die vrede zoeken met andere landen (niet ongewenst), maar op het punt van hun eigen vrede en verzoening met God zijn ze zorgeloos. Wij maken geen vrede met God, maar tergen de ogen van Zijn lankmoedigheid zozeer dat wij het spoedig zullen beklagen. Alleen zij die Zijn wet beminnen, zullen die grote vrede hebben, zegt David in Psalm 119.

Casparus Carpentier, predikant te Amsterdam (Tranenvloed Jezu Christi, 1661)