Kerk & religie

Anglicanen buigen zich over toekomst van de kerk

LONDEN. Het aantal kerkgangers daalt, er dreigt een tekort aan geestelijken en de kerkelijke leiding is bureaucratisch. Het roer moet om in de Anglicaanse Kerk in Engeland, stellen vier rapporten die volgende week op de tafel van de generale synode liggen. Eén rapport ziet aandacht voor discipelschap als een oplossing.

7 February 2015 18:57Gewijzigd op 15 November 2020 16:31
De generale synode van de Church of England in Londen in 2012. beeld Keith Blundy, Aegies Agencies
De generale synode van de Church of England in Londen in 2012. beeld Keith Blundy, Aegies Agencies

Een zinsnede uit het rapport over discipelschap maakt duidelijk waar de schoen bij de anglicanen wringt. „Als Church of England worden we anno 2015 geconfronteerd met de uitdaging om Christus te volgen in een geglobaliseerde, geseculariseerde en materialistische cultuur, die vaak ervaren wordt als een woestijn voor de ziel. We moeten ons baseren op diepe wijsheden uit het verleden, maar ook op een vernieuwende wijze komen tot authentieke anglicaanse opvattingen van wat het betekent om in de 21e eeuw discipel te zijn.”

Toch lijkt de manier waarop de Engelse Kerk omgaat met plannen maken voor de toekomst symptomatisch. Vier rapporten van evenzoveel commissies worden vanaf vandaag besproken door een kerkvergadering die uit ruim 300, voor het merendeel oudere leden bestaat. Ze zijn afkomstig uit de kerkelijke leiding, de geestelijken en gewone gemeenteleden die de tijd hebben om zich vaak meerdere dagen per week bezig te houden met de kerkregering.

Toch laten ten minste twee rapporten, dat over discipelschap en dat over de aanpak van bureaucratie in de kerk, een verfrissend geluid horen. Het rapport over bureaucratie wil dat de kerk het mes in eigen vlees zet. De werkgroep die het opstelde, doet radicale voorstellen om procedures te vereenvoudigen. Omslachtige regelingen voor bijvoorbeeld de verkiezing van geestelijken of de reorganisatie van gemeenten gaan wat de werkgroep betreft op de helling.

Tienpuntenplan

Het rapport over discipelschap is beknopt en bevat een tienpuntenplan waarmee gemeenten aan de slag kunnen gaan. Het kent een beknopte theologische en historische onderbouwing – voor critici ongetwijfeld te mager. De auteurs nemen het zendingsbevel uit Mattheüs 28 als uitgangspunt en trekken vervolgens conclusies aan de hand van Bijbelteksten waarin Jezus Zijn volgelingen onderwijst of opdrachten geeft. Daarbij blijven de auteurs opvallend dicht bij de Schrift.

Hoe worden mensen discipelen? Het rapport stelt: door het genadewerk van een Drie-enig God, Die daarbij de kerk en de kerkelijke gemeenschap als middel gebruikt, evenals een biddend leven. Tegelijkertijd wordt de noodzaak van kerkelijk onderwijs, de catechese, onderstreept. „Discipelen worden niet in de eerste plaats gevormd door het volgen van cursussen, maar door gebed, door navolging en door de gemeenschap van de gelovigen, door bij Jezus te zijn en uitgezonden te worden.”

De Reformatie legde de verantwoordelijkheid voor discipelschap weer neer bij de gewone kerkleden, aldus het rapport. Het Woord kreeg een centrale plaats in de eredienst. De auteurs halen artikel 19 van de Westminster Catechismus aan: „De zichtbare kerk van Christus is een gemeente van gelovigen waarin het zuivere Woord van God wordt gepreekt en de sacramenten ordelijk worden bediend.” Tegelijkertijd noemen de rapportschrijvers het Book of Common Prayer, met daarin een vaste liturgie voor de anglicaanse eredienst, een middel waardoor de gemeente gevormd wordt tot discipelen van Christus.

Baxter

Opvallend is de aandacht die het rapport geeft aan de 17e-eeuwse puritein Richard Baxter, die een traditie ontwikkelde „van levenslange catechese, door het niet alleen herstellen van de praktijk van het preken in het openbaar, maar zelfs van huis tot huis, wijzend op de noodzaak van geloofsonderwijs ten behoeve van het levenslang leerling zijn.” Ook het werk van de gebroeders Wesley, de grondleggers van de Methodistenkerk, wordt benoemd, vooral waar het gaat om het uitdragen van het Woord buiten de kerk.

Ondanks dat er in de Engelse Kerk al langer wordt nagedacht over discipelschap en er vanaf 1985 diverse theologische publicaties over het onderwerp zijn verschenen, is dat begrip nog niet doorgedrongen tot het grondvlak, stelt het rapport. Dat zou komen doordat er nog een gebrek is aan visie. „Wat betekent discipelschap meer dan bekering tot het christelijke geloof?” of met andere woorden: zodra iemand zich aansluit bij een kerk, dreigt de wagen stil te komen staan.

De kerk is volgens de schrijvers te intern gericht, ze trekt zich niet al te veel aan van de nood in de wereld. De aandacht voor discipelschap is bovendien vooral iets van de kerkelijke leiding en de geestelijken. Gewone kerkleden houden zich er niet mee bezig.

„Ten slotte: het ernstigst is het dat het getuigenis en de opdracht van de kerk afnemen als christenen niet bevorderd of ondersteund worden om hun christelijke geloof in de dagelijkse praktijk vorm te geven.” De kerk moet van onderaf gebouwd worden, wil ze bloeien, concluderen de auteurs.

Ze stellen dat een vernieuwde catechismus daarbij kan helpen, omdat gewone kerkleden daardoor onderwijs kunnen krijgen over hoe ze in de huidige tijd christen kunnen zijn. Tegelijkertijd pleit het rapport ervoor om niet de oude catechismus aan de dijk te zetten, maar om er vijf jaar voor uit te trekken om te komen tot een herziening van deze geloofsbelijdenis.


Kerkleiders willen terugloop stoppen

Albert-Jan Regterschot

LONDEN. De terugloop van de kerkgang in Engeland moet een halt worden toegeroepen. Dat vinden de twee leiders van de Anglicaanse Kerk in Engeland, de aartsbisschoppen Welby en Sentamu. Ze brachten in januari een gezamenlijk standpunt naar buiten over de situatie in de Church of England.

De kerkleiders constateren dat de kerk te maken heeft met vergrijzing: er komen minder nieuwe leden bij en het aantal kerkgangers is in veertig jaar tijd gedaald van gemiddeld 1,5 miljoen naar 800.000 per zondag. Financieel gezien is de situatie stabiel: de kerk heeft aanzienlijke reserves en kan veel kosten betalen uit de renteopbrengsten. Ruimte voor nieuwe investeringen is er niet, terwijl daaraan wel behoefte is. Ook neemt het aantal geestelijken af. Voor de opleiding van nieuwe geestelijken is meer geld nodig.

Op dit moment heeft de kerk zo’n 8000 geestelijken in dienst. Om dat aantal op peil te houden is er een 50 procent hogere instroom van nieuwe priesters nodig. Met de opleiding van die extra voorgangers is jaarlijks 13 miljoen euro gemoeid. De synode bespreekt op 11 februari een plan waarin de aartsbisschoppen stellen dat dat geld uit de reserves van de kerk gehaald moet worden. Tegelijkertijd moet er efficiënter gewerkt worden.

Een deel van de efficiencyverbeteringen wil de kerkelijke leiding bereiken door een professionelere aansturing. Bisschoppen en andere leidinggevenden moeten daarom bijgeschoold worden. Vooralsnog kost dat alleen maar geld: ruim 1 miljoen euro per jaar. In de toekomst moet betere aansturing van de kerk echter leiden tot kostenbesparingen. Daarnaast ziet de kerkelijke leiding graag een aanpassing van de verdeelsleutel van kerkelijke gelden, zoals die nu is afgesproken met de 42 bisdommen.

Een ander probleem waarmee de kerk kampt, zijn de onderhoudskosten van de gebouwen. Van de 16.200 bouwwerken die ze bezit, staan er 12.500 op de monumentenlijst. Sommige bedehuizen, zelfs grote kathedralen, zijn regelrecht bouwvallig. Het geld dat naar het onroerend goed gaat, kan echter niet gestoken worden in projecten voor gemeenteopbouw of de opleiding van geestelijken. Ook daarom moet er nog eens goed gekeken worden naar de uitgaven van de kerk, stellen de aartsbisschoppen.


Punten uit anglicaanse actieplan

1 Discipelschap en het groeien naar christelijke volwassenheid zijn onderdeel van een levenslange reis. Mensen van alle generaties binnen de kerkelijke gemeenschap steunen elkaar op die reis. Samen groeien ze in het navolgen van Jezus Christus.

2 De kerk ondersteunt en bevestigt christenen bij het uitdragen van hun geloof in het dagelijks leven. Zo kunnen ze medewerkers worden bij de bouw van het Koninkrijk van God in hun omgeving, op hun werk en thuis.

3 In de kerk worden gebedssamenkomsten belegd om als gedoopte christenen het discipelschap te vieren in de liturgie, zowel met woorden als met symbolen in de lofprijzing van de gemeenten.

4 Kerkelijke gemeenten bieden toerusting, zodat discipelen beter in staat zijn om anderen te helpen om Jezus te volgen. Dit kan bijvoorbeeld door gemeenteleden specifieke taken te geven. Zij kunnen aangesteld worden als evangelist of pionier.

5 Alle gedoopte leden van de kerk zijn geroepen bij te dragen aan de dienst van God, zowel in de kerk als daarbuiten.

6 De kennis van de kerkelijke leer en effectieve methoden voor gemeenteopbouw worden versterkt door scholing, waarbij aandacht is voor leerstrategieën, catechese en gemeenteopbouw.

7 De kerk herkent de gave van leiderschap bij haar leden en zorgt dat die gave verder wordt ontwikkeld.

8 Vernieuwen en experimenteren in evangelisatie, in kerkelijk leiderschap en in discipelschap worden bevorderd.

9 Per bisdom komen er specifieke plannen voor het bevorderen van discipelschap.

10 Gemeenten richten zich op de toewijding van heel de mens aan God. Inkomsten, tijd en menskracht worden beschikbaar gemaakt, en de effectiviteit daarvan voor het ontwikkelen van discipelschap wordt regelmatig gecontroleerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer