„Ogen niet sluiten voor misstanden in de prostitutie”
GRONINGEN. „Jonge vrouwen gaan onder ons toeziend oog kapot in Nederland. Dat moet boven aan de agenda staan.” Die oproep deed documentairemaker Jojanneke van den Berge donderdag in Groningen tijdens een debatavond over mensenhandel en prostitutie. Lokale politici kruisten de degens over de aanpak bij het bestrijden van de problemen.
„Kamers voor minderjarige prostituees? Daarvoor kun je alleen in Groningen terecht”, zei een bordeelhouder vorige maand in een EO-documentaire. Volgens burgemeester Den Oudsten is daarvan geen sprake. „Wie gelooft de burgemeester, en wie denkt dat de bordeelhouder gelijkt heeft?” wil debatleider Christian de Kraker van de circa 180 aanwezigen weten. Zo’n 90 procent kiest met een geel stembiljet voor de bordeelhouder.
Onder de tien Groningse politici op het podium ligt dat anders. „Ik ben geneigd de burgemeester te geloven”, zegt raadslid Van der Veen van GroenLinks, gesteund door anderen. Hij tekent er wel bij aan dat de reactie van de burgemeester op de zogeheten vergunde sector –legale prostitutie– zal slaan.
Eerder op de avond, georganiseerd door onder andere de plaatselijke kerken, zegt officier van justitie Lars Stempher dat er in Groningen een verschuiving te zien is naar de niet-vergunde branche, die voor politie en justitie lastiger in beeld te krijgen is. Daar hadden de laatste twee jaar onderzoeken plaats rond minderjarige meisjes die werken vanuit hotels, in auto’s en woningen.
Volgens Stempher zijn er in de prostitutie „veel misstanden” en ontkennen vrouwen die er gedwongen zitten dit in de praktijk vaak. „We mogen wel de vraag stellen: hoe kom je als meisje uit Bulgarije een dag na je 18e verjaardag achter een raam in Groningen terecht?”
Kwetsbaar
CU en CDA pleiten er krachtig voor de minimumleeftijd voor prostituees te verhogen van 18 naar 21 jaar. SP-raadslid Van Gijlswijk is „voorzichtig voor.” Ze vraagt zich af hoe voorkomen kan worden dat meiden van 18 in de illegale prostitutie belanden. „En een vrouw van 22 kan net zo kwetsbaar zijn.”
De christelijke fracties tonen zich voorstander van het vaststellen van een maximumaantal uren dat een prostituee per dag mag werken. CU-raadslid Koopmans weigert „prostitutie als een normaal beroep te beschouwen”, maar denkt dat een beperking van het aantal uren „een kleine stap kan zijn.” Volgens CDA’er Kuik biedt dat mogelijkheden voor controle en handhaving.
D66-raadslid Schimmel reageert sceptisch op het pleidooi van Koopmans om meer geld uit te trekken voor onder meer de zorgcoördinator bij wie prostituees terechtkunnen. „Als we tien extra hulpverleners die kant op sturen, betekent dat niet dat de prostituees ineens wel willen praten. Het probleem is dat meisjes onder invloed staan van pooiers.”
Tippelzone
„Moet de tippelzone, waar vooral heroïneverslaafde prostituees rondlopen, worden gelegaliseerd of afgeschaft?” vraagt de debatleider. „De tippelzone is een exces dat we nodig hebben om oog te houden op deze dames”, stelt raadslid Van den Akker van Student & Stad. „Ik neig meer naar afschaffen”, zegt Kuik. En Van Gijlswijk: „Als je hen niet van hun verslaving afhelpt, houd je het probleem in stand.”
In de zaal zitten diverse hulpverleners van de christelijke organisatie Terwille. „Er is veel over restricties gesproken, maar weinig over perspectief op het gebied van wonen, werk en inkomen voor vrouwen die willen uitstappen”, zegt Gerda van Veen na afloop van het debat. Dat vraagt nadrukkelijk ook iets van christenen, stelt ze. „Mag een ex-prostituee naast jou komen wonen? We vragen ook regelmatig aan christenen met een bedrijf: Creëer banen voor deze vrouwen. Maar bijna niemand doet dit.”
„Sluit de ogen niet voor misstanden”
Veel schrijnende verhalen hoorde Jojanneke van den Berge in de twee jaar dat ze zich grondig verdiepte in de wereld van de prostitutie. Haar onderzoek leidde tot een vierdelige documentaire die afgelopen maand door de EO werd uitgezonden. Tijdens een bijeenkomst over mensenhandel en prostitutie, gisteravond in Groningen, vroeg de plaatselijke baptistenpredikant ds. Anne de Vries de documentairemaker naar haar ervaringen.
Van den Berge gaf aan dat de verhalen van de prostituees haar niet loslaten. Ze sprak van „vaak heel jonge vrouwen die echt kapotgaan in die sector.” Sommigen hebben naar aanleiding van de documentaire aangeklopt bij een uitstapprogramma voor prostituees.
Van den Berge deed een klemmende oproep de ogen niet te sluiten voor de realiteit van de prostitutie. „Met vrijheid-blijheid heeft het niet zo veel te maken.” Vooral in de raamprostitutie –de stad Groningen telt circa 150 ramen, die voor 60 procent bezet zijn– spelen zich volgens haar „veel misstanden” af.
Ze noemde het een „zorgelijke zaak” dat Groningse exploitanten vrij gemakkelijk meisjes blijken aan te nemen. „Sommigen houden zich niet aan de regel de meisjes vooraf te zien.”
Ook achter de vrouwen die aangeven vrijwillig in de prostitutie te werken, gaan „veel schrijnende verhalen” schuil, aldus Van den Berge.