„Bodem van het bos was rood van het bloed”
GROESBEEK. Toen 1 miljoen geallieerde soldaten in februari 1945 ruim drie weken hadden gevochten om een einde te maken aan de Duitse overheersing in de Tweede Wereldoorlog, was de grond van het Reichswald, langs de grens van Nederland en Duitsland, letterlijk rood van het bloed.
„Er is daar man tegen man gevochten. Mensen worden onder die omstandigheden beesten”, zegt Cathy McKell, dochter van een Britse piloot die meehielp om Nederland te bevrijden.
De strijd in het Reichswald, net over de grens bij Nijmegen, begon zeventig jaar geleden, op 8 februari. Die dag zetten de geallieerden de Operatie Veritable, ofwel het Rijnlandoffensief, in. Historicus Wiel Lenders, directeur van het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek, bij Nijmegen: „Iedereen denkt dat Nederland is bevrijd door de Operatie Market Garden in 1944, maar niets is minder waar. Het Rijnlandoffensief was het begin van het einde voor de Duitse bezetters. Op deze manier kon Nederland boven de grote rivieren worden bevrijd.”
Vanaf begin 1945 trokken de geallieerde bevrijders een half miljoen manschappen, 40.000 voertuigen en 1500 stukken geschut samen in frontstad Nijmegen. In elk Nijmeegs huis waren soldaten ingekwartierd.
Meter voor meter
Toen het offensief begon, waren de weersomstandigheden zo ongunstig dat tanks in het bos wegzonken in de modder. De Ooijpolder, in het grensgebied van Nederland en Duitsland, was onder water gezet. Daardoor liepen ook plaatsen aan de Duitse kant van de grens onder.
De Duitsers hadden veel minder mensen en materieel dan de geallieerden. Maar ze wilden de strijd nog niet opgeven. Meter voor meter veroverden de geallieerden Duitse grond. Loopgraven in het gebied herinneren aan die tijd.
Toen de slag op 23 maart voorbij was, waren er 25.000 Britten, Canadezen en Amerikanen omgekomen. Aan Duitse kant vielen zeker 60.000 slachtoffers.
Slachtpartij
Plaatsen als Emmerich, Wezel en Kleve waren met de grond gelijkgemaakt. Ook de Duitse bevolking was opgelucht toen het voorbij was, zo is te zien in de film ”Krieg am Niederrhein”, die sinds donderdag in het Bevrijdingsmuseum draait. Op de tentoonstelling ”Soldiers” in het museum noemt een Duitse soldaat de slag in het Reichswald „een slachtpartij, en erger dan dat.”
„Door het offensief konden de bevrijders eindelijk de Rijn passeren, wat bij de slag om Arnhem was mislukt. Via het Duitse Goch trok een deel van de geallieerden de Achterhoek binnen en stootte door naar het noorden.
Toen konden ze achter de Duitse bezettingslinie in Nederland langs en terug naar de Grebbeberg. Het andere deel van het bevrijdingsleger rukte ondertussen op naar Berlijn. Op 8 mei gaven de Duitsers zich over”, vertelt Lenders.
Cathy McKell: „Mijn vader maakte alles mee, van Normandië tot aan de bevrijding. Grappig is dat hij ondertussen, ingekwartierd in Nijmegen, verkering had gekregen met de dochter des huizes. Hij reed op zijn motor heen en weer van de slagvelden naar Nijmegen. De dochter is later mijn moeder geworden.”
Zaterdag zijn er in verschillende plaatsen in Nederland en Duitsland herdenkingen. In het Limburgse Gennep laten zendamateurs zien hoe het radiocontact in de oorlogsdagen werd onderhouden.
Tot eind maart zijn er lezingen, rondleidingen en bijeenkomsten. Nederland en Duitsland sluiten de herdenking van het Rijnlandoffensief samen af op 25 maart met evenementen in alle plaatsen die bij de slag waren betrokken.