Israëlvisie GKV hindert eenheid
De visie van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) op de verhouding van kerk en Israël roept vragen op voor de eenheid met de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), vindt ds. Jan Groenleer.
Onlangs heeft de synode van de GKV besloten om geen afzonderlijk Kerk en Israëldeputaatschap in te stellen (RD 19-1). Daarmee werd het voorstel van de kerk van Ommen-West en de organisatie Yachad van de hand gewezen. Dit besluit wekt bij mij hoe langer hoe meer verbazing. Vooral de argumentatie die de synode aanvoerde is ronduit problematisch. „Evangelieverkondiging onder het Joodse volk, in Israël maar ook onder Joden in de diaspora, hoort thuis bij het andere zendingswerk”, stelt de synode op haar website.
Als ik het in eigen woorden kort samenvat, komt het hierop neer: er is geen bijzondere relatie tussen kerk en Israël. Het Joodse volk in Israël en in de diaspora is voorwerp van zending, net zoals dat bijvoorbeeld bij de Toraja’s in Indonesië en de Venda in Zuid-Afrika het geval is.
Verbonden
Ik noem deze twee volken, omdat de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) daar jarenlang zending hebben bedreven en voor het zendingswerk ook een deputaatschap in het leven hadden geroepen. Maar deze kerken hebben tegelijk haarscherp aangevoeld dat de relatie met Israël van een totaal andere orde is en dat deze ook volstrekt niet onder te brengen is onder de categorie ”zending”.
Zeer lang leefde de gedachte dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen. Door de weigering van het Joodse volk om Jezus als de Messias te erkennen, was het heil naar de volkeren gegaan. Israël heeft zichzelf daarbij buitenspel gezet. Sterker nog: God heeft het verbond met Israël opgezegd en is met de volken verdergegaan.
Deze gedachte is echter door de CGK afgewezen. Zij hebben dan ook een afzonderlijk deputaatschap Kerk en Israël en spreken van „een onverbrekelijke en onopgeefbare verbondenheid tussen Israël en de christelijke gemeente uit de heidenen.” Meer en meer is het inzicht doorgebroken dat God het verbond met Zijn volk niet heeft opgezegd. Israël is en blijft de eerste. Heidenen zijn erbíj gekomen. Het visiedocument waarin de CGK de relatie van de kerk met Israël onder woorden brengen, heet dan ook: ”Voorgoed Verbonden”. In januari verscheen het eerste nummer van ”Verbonden”, de nieuwe naam van het blad dat vele jaren onder de naam ”Vrede over Israël” door het deputaatschap werd uitgegeven. Deze naam drukt de verbondenheid uit met Israël. Wij kunnen om Christus’ wil niet om Israël heen. Of, om het anders te zeggen: „Wie Israël vergeet, zaagt de tak door waar hij op zit.”
Ontmoeting
De uitspraak dat de kerk voorgoed of onopgeefbaar verbonden is met Israël blijft een loze kreet als niet tegelijk de ontmoeting met Israël wordt gezocht. De CGK hebben dan ook vele jaren een predikant in Israël gehad die was vrijgesteld om te proberen gestalte te geven aan die ontmoeting. Sinds 2002 wordt die ontmoeting gezocht via de Israëlwerker van het Centrum voor Israëlstudies (CIS), waar de CGK in deelnemen. Deze ontmoeting vindt plaats vanuit een grondhouding van luisteren, dienen en getuigen.
Het is zeer te betreuren dat de synode van de GKV niet gevoelig was voor de argumenten van de kerk van Ommen-West en de organisatie Yachad. De suggestie dat de relatie van de kerk met Israël onder de categorie zending valt, spreekt van weinig of geen invoelingsvermogen, nog afgezien van de vraag of zending hier principieel juist is.
De geschiedenis van de relatie tussen kerk en Israël is op zijn zachtst gezegd weinig verheffend geweest. Eeuwenlang heeft de kerk zich ten opzichte van het Joodse volk hoogmoedig gedragen. De geschiedenis van het Joodse volk in Europa is er een van martelaren wier bloed in niet geringe mate door het geweld van christenen heeft gevloeid. Aan de moord op 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog is een eeuwenlange miskenning en minachting van de kerk ten opzichte van de Joden voorafgegaan. Elke vorm van zending wordt door Joden daarom begrijpelijkerwijs als een bedreiging ervaren.
Samenwerking
Alles overwegende, steeg mijn verbazing nog meer toen ik me realiseerde dat er al jarenlang wordt gestreefd naar het daadwerkelijk gestalte geven aan de eenheid van de GKV en de CGK. Had het in dat kader immers niet van fijngevoeligheid getuigd als de GKV over deze zaak op zijn minst contact hadden gezocht met de CGK, voordat men hierover een besluit nam?
Al met al is er reden genoeg om de samenwerking van CGK en GKV op dit punt opnieuw te doordenken.
De auteur is emeritus predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Leiden en voorzitter van het deputaatschap Kerk en Israël.