„Voor het buitenland verkeert Nederland in een soort malaise", aldus Bot, die redenen aanvoert als de moord op Fortuyn en de lange kabinetsformatie van 2003. De machtspositie wordt ook aangetast omdat de Nederlandse economische groei op een van de laagste plaatsen van Europa staat.

De oud–diplomaat Bot wijt de afgebrokkelde invloed niet aan de premiers. Kok en Balkenende doen volgens hem goed werk. „Maar ons land is nu definitief in de groep der kleine landen beland, al zijn we dan de grootste van de kleinen", schrijft hij. „Dat betekent dat er harder geknokt moet worden om iets voor elkaar te krijgen."

De invloed neemt volgens Bot verder af na de toetreding van tien nieuwe lidstaten in mei. Nederland heeft dan relatief minder eurocommissarissen en ambtenaren bij de EU, evenals minder stemrecht.

Bot vindt dat Nederlandse eurocommissarissen wat meer oog mogen hebben voor specifieke belangen van het eigen land. Volgens hem doen commissarissen uit andere landen dat wel, hoewel die ook de ambtseed hebben afgelegd dat zij uitsluitend het Europese belang zullen dienen.

Nederland heeft nu één Europees commissaris, de VVD’er Bolkestein. Hij is verantwoordelijk voor de Europese interne markt en belastingzaken. Bot noemt hem echter niet bij naam.

Bot werkte lang voor Nederland in Brussel. Hij was ambassadeur, permanent vertegenwoordiger, voor Nederland bij de EU van 1992 tot 2002.Voordien was hij secretaris–generaal op het ministerie van Buitenlandse Zaken.