Binnenland

Ko Colijn: Voortrekkersrol Nederland bij NAVO-flitsmacht niet onverwacht

DEN HAAG. Niet alleen Duitsland en Noorwegen, maar het ook het veel kleinere Nederland neemt het voortouw bij het opzetten van een zeer snel inzetbare flitsmacht van de NAVO. „We lopen graag mee in het eerste gelid, maar kunnen dat niet lang volhouden.”

L. Vogelaar
5 February 2015 18:31Gewijzigd op 15 November 2020 16:28
Secretaris-generaal Jens Stoltenberg van de NAVO tijdens een persconferentie op het hoofdkwartier in Brussel. De NAVO wil zijn flitsmacht versterken tot 30.000 militairen. beeld AFP
Secretaris-generaal Jens Stoltenberg van de NAVO tijdens een persconferentie op het hoofdkwartier in Brussel. De NAVO wil zijn flitsmacht versterken tot 30.000 militairen. beeld AFP

De Nederlandse voortrekkersrol die donderdag werd aangekondigd, komt voor Ko Colijn, directeur van Instituut Clingendael, verre van onverwacht. „We zijn de laatste tijd behoorlijk voortvarend bezig. Tijdens de NAVO-top in Wales heeft Nederland al laten blijken dat het graag in het eerste gelid meeloopt. Niet alle landen staan te springen, dus degenen die zich het eerst aanmelden, zijn snel aan de beurt.”

De flitsmacht moet acute dreigingen aan de oost- of zuidflank van het bondgenootschap het hoofd bieden. Nederlandse, Noorse en Duitse troepen oefenen de komende tijd de inzetbaarheid en de reactiesnelheid die nodig zijn voor de flitsmacht, die eind 2016 operationeel moet zijn. „Er zijn signalen dat we ook samen met de Britten iets gaat doen”, zegt Colijn. „Nederland zoekt gelijkgezinde partners, en die zijn vooral in Noordwest-Europa te vinden. De zuidelijke landen zijn minder geïnteresseerd; die vinden dat de NAVO zich meer op de zuidas moet richten.”

Nederland stelt voor de testfase ongeveer tweehonderd militairen ter beschikking, Duitsland en Noorwegen samen zo’n zeshonderd. De uiteindelijke flitsmacht –de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF)– zal zo’n 5000 soldaten sterk zijn, onder meer uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.

Na de testfase zal de rol van Nederland worden overgenomen door Spanje. Nederland blijft daarna wel ondersteuning leveren, zei minister Hennis-Plasschaert van Defensie gisteren in Brussel, waar ze met haar collega’s uit de andere NAVO-landen bijeen was.

„Als gevolg van de jarenlange bezuinigingen kan Nederland dit soort acties niet lang volhouden”, zegt Colijn. „Dat is iets waar ik me bezorgd over maak. De regering kiest ervoor om toch iets te doen en daarmee andere landen onder druk te zetten ook mee te doen en het van ons over te nemen.”

Ondertussen is het Nederlandse leger nog lang niet op de gewenste sterkte. „We zijn nu bezig gaten te dichten, maar de grote beurt onder de motorkap moet nog komen. We doen de dingen die snel moeten gebeuren, maar het grote probleem zal zijn de structurele verliezen van de achterliggende twintig jaar te herstellen. Wat overigens niet wil zeggen dat we de tanks moeten terugkopen die we van de hand hebben gedaan.”

Sinds 1980 daalde in Nederland het defensieaandeel in het bruto nationaal product (bnp) van 3 naar 1,3 procent. De Amerikaanse president Obama wil dat NAVO-landen minstens 2 procent aan defensie spenderen. „Dat zou betekenen dat er in Nederland per jaar 4 à 5 miljard euro bij moet. Dat lijkt me niet haalbaar”, zegt Colijn.

De flitsmacht moet de NAVO in staat stellen snel te reageren op dreigingen, zei minister Hennis gisteren. „We gaan de komende maanden testen hoeveel tijd nodig is om eenheden ter plaatse te krijgen. De huidige veiligheidssituatie vraagt om snelle inzetbaarheid van onze strijdkrachten.” De nieuwe legereenheid moet uiteindelijk binnen 48 uur inzetbaar zijn. „De NAVO-opperbevelhebber moet met één druk op de knop alles in beweging kunnen zetten”, stelde de bewindsvrouw.

De flitsmacht wordt onderdeel van de snelle reactiemacht, de NATO Response Force (NRF). Die wordt volgens NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg de komende jaren uitgebreid van 13.000 naar 30.000 soldaten. Mocht zich een militaire crisis voordoen voordat de flitsmacht inzetbaar is, dan moet de NFR in actie komen.

Om eenheden van de flitsmacht bij operaties te kunnen ondersteunen en coördineren, zullen in de drie Baltische staten, Polen, Roemenië en Bulgarije NAVO-steunpunten worden ingericht.

Minister Hennis zei dat de testfase ook bedoeld is om te zien waar de NAVO-strijdkrachten tekortschieten. Zo noemde zij het schrappen van de Nederlandse tanks „een aderlating.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer