Cultuur & boeken

Sympathiek én onbevredigend boek over de hemel

”De hemel is ons thuis” vraagt met recht aandacht voor de betekenis van de hemel. Er komen veel Bijbelse gegevens in aan de orde, waarbij het gezag van de Schrift als openbaring van God geen ogenblik ter discussie staat. Dit doet weldadig aan.

dr. J. Hoek

5 February 2015 15:45Gewijzigd op 15 November 2020 16:27
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Minder geslaagd is dat de auteur, Johan ’t Hart, de geciteerde teksten en verwijzingen niet of nauwelijks uitdiept. Daardoor wordt er nogal eens onrecht gedaan aan de context en daarmee ook aan de specifieke betekenis van de aangehaalde Bijbelwoorden. Behalve dit gebrek aan goede compositie is er meer wat kritische kanttekeningen verdient.

Er is het een en ander af te dingen op de in dit boek ingenomen standpunten. In de traditie van de beweging Het Zoeklicht verdedigt de auteur een prechiliastisch standpunt, inclusief de leer van de opname van de gemeente. Dat houdt in dat de schrijver verwacht dat de christenen in de hemel opgenomen zullen worden voordat hier op aarde de grote verdrukking begint. Daarna zullen ze met Christus terugkeren naar de aarde, waar het duizendjarig vrederijk begint. Van deze visie wordt stilzwijgend uitgegaan, zonder dat dit Bijbels wordt onderbouwd.

Verder doet de schrijver geen recht aan de continuïteit tussen de huidige en de toekomstige aarde, die vergelijkbaar is met de continuïteit die er, naast de discontinuïteit, tussen ons huidige lichaam en ons toekomstige opstandingslichaam bestaat. De Heere Jezus stond op Pasen met een geheel getransformeerd lichaam op en toch was het Zijn eigen, menselijke lichaam. Hiermee is te vergelijken hoe de aarde door de vuurbrand van de loutering heengaat, terwijl God toch daarmee het werk van Zijn handen in de schepping van de planeet aarde niet laat varen.

De titel ”De hemel is ons thuis” is eenzijdig. Christenen zijn burgers van twee werelden, ofwel vreemde wereldburgers. De aarde is hun thuis en tegelijkertijd is hij een oord van vreemdelingschap, omdat de wereld nog altijd bezet gebied is. Daarom kan ”naar de hemel gaan” gezien worden als ”thuiskomen in het Vaderhuis”. Maar uiteindelijk ligt de eeuwige toekomst voor Gods kinderen op de vernieuwde planeet aarde. Naar die voleinding kijken ook de zaligen in de hemel uit. Zo kan de hemel wel degelijk, met Calvijn, een wachtkamer worden genoemd, een aanduiding die de schrijver van dit boek herhaaldelijk met kracht afwijst.

Het is eenzijdig dat dit boek wel op de hemelse bestemming van de gelovigen wijst, maar niet op de betekenis van hun arbeid en dienst hier en nu op aarde. In de verwachting van de toekomstige vernieuwing van de schepping is de arbeid die de gelovigen hier en nu verrichten immers van blijvende betekenis. We zorgen bijvoorbeeld voor het milieu vanuit de overtuiging dat Gods schepping geen wegwerpartikel is, maar juist een geweldige toekomst tegemoet gaat.

Ik beoordeel dit boek als sympathiek, maar toch onbevredigend. Sympathiek omdat de schrijver duidelijk overtuigd is van het gezag van de Bijbel als Woord van God en heel concreet de vervulling van Gods beloften in de nabije toekomst verwacht. Daarin wil ik naast hem staan als een broeder in het geloof.

Tegelijkertijd vind ik het onbevredigend omdat het zo weinig blijk geeft van gevoeligheid voor de eigen aard van eschatologische taal. In de eschatologie gaat het over de laatste dingen, over de uiteindelijke toekomst, en dan kan er alleen in beeldtaal gesproken worden.

Wanneer er bijvoorbeeld staat „de zee was niet meer” (Openbaring 21:1), dan wil dat niet zeggen, zoals ’t Hart meent, dat de zee letterlijk uit de vernieuwde schepping verdwijnt (terwijl de zee er volgens hem tijdens het vrederijk nog wél zou zijn). Nee, dan wordt ons geboodschapt dat de symbolische zee, namelijk de uitvalsbasis van kwade en satanische machten, er niet meer zal zijn en dat de vernieuwde schepping dus niet meer van buitenaf bedreigd zal worden. Zo zal alles, bergen en bossen, rivieren én zeeën, door de vrede bloeien.

Dit is maar een enkel voorbeeld, maar het is typerend voor de theologisch te weinig doordachte hantering van Bijbelse beelden in dit boek. Toch is deze uitgave te waarderen vanwege de goede intentie van waaruit het geschreven is.


Boekgegevens

De hemel is ons thuis, Johan ’t Hart; 
uitg. Het Zoeklicht, Doorn, 2014; ISBN 978 90 6451 194 3; 173 blz.; € 14,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer