Twijfels rijzen over Sobibor-museum
SOBIBOR (ANP). De discussie over het museum dat moet verrijzen op de plaats waar ooit nazivernietigingskamp Sobibor in het oosten van Polen stond, laait op. Archeologen die strijden tegen een in 2013 goedgekeurd bouwplan, hebben door de vondst in september van de gaskamers nieuwe bondgenoten aan hun zijde gekregen. Nederland heeft bijna de helft van het geld opgebracht voor het museum dat begroot is op 5 miljoen dollar.
Twee vooraanstaande partijen - het Israëlische Holocaustmuseum Yad Vashem en de Nederlandse Stichting Sobibor - willen de plannen nu opnieuw tegen het licht houden, meldde het nieuwsagentschap Jewish Telegraph (JTA) woensdag. Het zijn twee belangrijke instituten binnen de zogenoemde Sobibor Steering Committee, een internationaal forum van Israëlische en Europese Holocaustcentra.
„De recente ontdekking van de resten van de gaskamer van Sobibor hebben een nieuwe dimensie toegevoegd aan het project waarover verder moet worden gediscussieerd”, aldus een woordvoerster van Yad Vashem.
Stichting Sobibor wil de zaak ook nader bekijken. „De werkzaamheden moeten op zijn minst tijdelijk worden stilgelegd zodat we de nieuwe vondsten kunnen onderzoeken en kijken wat ze betekenen”, aldus bestuurslid Frank van der Elst tegen JTA. De stichting heeft volgens voorzitter Maarten Eddes bovendien „bepaalde bedenkingen bij het huidige ontwerp en is daarover in gesprek met de Poolse autoriteiten met het doel een compromisoplossing te vinden”.
Archeologen hebben eerder al aangegeven dat de muur die een prominente rol speelt in het huidige ontwerp, te dicht langs de massagraven loopt. Ze zijn bang dat de rust van de doden erdoor verstoord wordt. In Sobibor werden tussen april 1942 en november 1943 naar schatting 170.000 Joden vermoord, onder wie 34.000 Nederlanders.