NMa wil directeur ontslaan om kartel
De Mededingingsautoriteit (NMa) wil directeuren van ondernemingen kunnen ontslaan als die zich schuldig hebben gemaakt aan verboden prijsafspraken. Dat zegt directeur Pieter Kalbfleisch woensdag in een interview met de Volkskrant.
„Topbestuurders mogen zich niet kunnen verschuilen achter afspraken gemaakt op het niveau van middenmanagement. Zij moeten zorgen voor een zodanige infrastructuur dat iedereen ervan doordrongen is dat hij zich aan het mededingingsrecht heeft te houden”, aldus Kalbfleisch.
De directeur verwijst als voorbeeld naar Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, waar het volgens hem sinds kort voor een kartelautoriteit mogelijk is bestuurders te ontslaan. „Zo’n maatregel zou in Nederland niet misstaan”, meent Kalbfleisch. De dreiging hun baan te verliezen zal volgens de NMa-baas directeuren ervan weerhouden verboden prijsafspraken te maken.
De NMa mag binnenkort onder voorwaarden privé-woningen van ondernemers binnenvallen. Kalbfleisch is daar blij mee. „Ervaringen in het buitenland hebben aangetoond dat bestuurders vaak gegevens opslaan op hun privé-adres.” De NMa zal deze mogelijkheid naar evenredigheid gebruiken, verzekert Kalbfleisch in het interview.
Voorzitter E. Brinkman van de bouwwerkgeverskoepel AVBB is het ermee eens dat direct verantwoordelijken worden aangesproken. Juist de bouwsector ligt zwaar onder vuur van onder meer de NMa. Maar wat Brinkman betreft is het niet noodzakelijk dat de top per se het veld ruimt. „We moeten niet aan symboolpolitiek doen waardoor de top geslachtofferd wordt bij elke misstand in het bedrijf”, aldus Brinkman. Als duidelijk is dat een directeur van een werkmaatschappij de overtreding heeft gepleegd en die met opzet buiten het ondernemingsbestuur heeft gehouden, geldt de straf voor de directeur en niet voor de bestuurders, vindt Brinkman. „Mensen moeten aantoonbaar verantwoordelijk zijn.”
De kartelwaakhond legde eind vorig jaar 22 bouwbedrijven boetes op van samen 100 miljoen euro wegens het maken van verboden prijsafspraken en onderlinge verdeling van de markt. Brinkman vindt niet dat verantwoordelijke directeuren of bestuurders in die zaken alsnog moeten verdwijnen. Wat hem betreft gelden eventuele nieuwe regels voor nieuwe zaken en niet met terugwerkende kracht.