Opinie

Commentaar: Nieuw begrotingsdebat voor Opstelten niet zonder risico’s

De twee bewindspersonen van Veiligheid en Justitie, minister Opstelten en staatssecretaris Teeven, zijn niet te benijden. In een tijd waarin de dreiging van terreur en geweld om zich heen grijpt, weten zij veler ogen, niet het minst die van de oppositiepartijen in de Tweede Kamer, op zich gericht. Hebben zij de wetgevingsprocessen waarover zij de regie moeten voeren goed op orde, en hun begroting? Of, anders gevraagd, nemen zij op het juiste moment de juiste maatregelen en maken zij voldoende budget vrij voor het realiseren daarvan?

Hoofdredactioneel commentaar
4 February 2015 11:20Gewijzigd op 15 November 2020 16:24
Opstelten. beeld ANP
Opstelten. beeld ANP

Opstelten en Teeven leden in de Eerste Kamer onlangs een gevoelige nederlaag. Een meerderheid van de senatoren stemde in met een motie waarin het kabinet ertoe werd opgeroepen de door hen voorgenomen bezuinigingen op de sociale rechtshulp en de rechtspraak niet door te voeren. Deze bezuinigingen, deels te realiseren met Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) en deels met wetgeving, moesten het Rijk vanaf 2018 een besparing opleveren van zo’n 80 miljoen euro per jaar.

Een fiks deel van de bezuinigingen had gerealiseerd moeten worden door de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op de rechtsbijstand te herzien. De kans dat de Senaat aan deze wetswijzigingen nog steun zal geven, is echter nihil na de aangenomen motie. Dat laat Opstelten en Teeven eigenlijk geen andere keus dan deze plannen in de bureaula op te bergen. In hun toch al krappe begroting is zodoende een tekort ontstaan van zo’n 80 miljoen.

Beide bewindspersonen moeten het dan ook als een uitkomst hebben gezien dat VVD en PvdA zich maandag uitspraken tegen verdere bezuinigingen op de begroting van Veiligheid en Justitie. Ingeboekte besparingen tellen nu even niet, luidde de redenering van de coalitiepartijen. Opstelten en Teeven moeten de maatregelen kunnen treffen die nodig zijn; budget of niet.

Het debat over de begroting van Veiligheid en Justitie dat de Tweede Kamer daarop gisteren vroeg en kreeg kan echter een lelijke valkuil blijken te zijn. Met name voor Opstelten is een Kamerdebat over de begroting die net met hangen en wurgen door het parlement is geloodst niet zonder risico’s.

In de Tweede Kamer hield de bewindsman, inmiddels 71 lentes jong, tot dusver bij hoog en bij laag vol dat politie, justitie en de rechterlijke macht goed tegen hun taken waren opgewassen, hoewel de signalen over een torenhoge werkdruk steeds hardnekkiger worden en de bezuinigingen op de magistratuur nog moeten beginnen. Een door de coalitie afgedwongen, tijdelijk moratorium op deze bezuinigingen komt zijn geloofwaardigheid niet ten goede. Het kan de indruk wekken dat VVD en PvdA zich genoodzaakt zien de bewindsman uit voorzorg te beschermen tegen een nieuwe afstraffing door de Senaat.

Opstelten zal de extra bestedingsruimte die VVD en PvdA hem lijken te willen bieden gretig moeten omarmen, zonder daarbij te beamen dat de begroting die hij vorige maand nog met verve verdedigde inderdaad onverantwoord krap was. Hoe hij zijn woorden precies gaat kiezen; daarover moeten hij en zijn media-adviseurs hun gedachten nog maar eens laten gaan.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer