De Joodse delegatie bestond uit rabbijn Menachem Margolin (algemeen directeur van de European Jewish Association (EJA)); opperrabbijn Binyomin Jacobs uit Nederland; en rabbijn Shlomo Kovesh uit Hongarije. Het bezoek stond in het licht van de „alarmerende toename” van het antisemitisme in Europa.

In het Europese onderwijs moet meer plaats komen voor lessen –„zeker een uur per maand”– over racisme, antisemitisme en de holocaust, zo bepleitten de drie rabbijnen bij de Eurocommissaris. Zij deden dat in aanloop naar de conferentie van de Europese minister van Onderwijs in maart. „Onderwijs is de sleutel om verschrikkelijke uitingen van haat, zoals bij de terreuraanslagen in Parijs, te voorkomen”, zei rabbijn Margolin tegen de Eurocommissaris.

Joden moeten hun kinderen overeenkomstig hun geloof kunnen onderwijzen, stelden de rabbijnen verder tegenover de Eurocommissaris. Recent moest een joods ouderpaar zich voor de Zweedse rechter verantwoorden omdat het zijn kinderen thuisonderwijs geeft.

Leraren moeten net zo optreden bij gevallen van antisemitisme als zij nu moeten en kunnen doen in geval van vermoedens van kindermishandeling, stelde rabbijn Jacobs.

Hij vroeg voor de korte termijn om een aanscherping van de veiligheidsmaatregelen bij Joodse instellingen. „Voor de lange termijn kunnen alleen oplossingen gevonden worden in het onderwijs”, aldus rabbijn Jacobs dinsdag.

Het Hongaarse onderwijsmodel zou model kunnen staan voor Europa wat betreft omstreden lesboeken, zei de Hongaarse rabbijn Shlomo Kovesh dinsdag. In Hongarije beslist een breed samengesteld comité over onderwijsmateriaal dat uit het onderwijsprogramma moet worden verwijderd vanwege foute uitingen – zoals boeken geschreven door antisemieten.