Tribunaal begint zaak medewerker Karadzic
Voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag is dinsdag het proces begonnen tegen Momcilo Krajisnik, tijdens de oorlog van 1992 tot 1995 de voorzitter van het Bosnisch-Servische parlement en een naaste medewerker van Radovan Karadzic.
Volgens de aanklagers was Krajisnik (59) na Karadzic de machtigste politieke figuur bij de Bosnische Serviërs en had hij de macht om de Bosnisch-Servische troepen van wreedheden te weerhouden. In plaats daarvan moedigde hij ze juist aan, ook al was hij zich „volledig bewust van de verschrikkelijke gevolgen”, zei aanklager Mark Harmon.
Ook speelde Krajisnik een rol bij de verspreiding van nationalistische propaganda en de distributie van wapens onder de Bosnisch-Servische bevolking. Harmon typeerde hem als „een sluwe en berekenende man, een toegewijde en halsstarrige Servische nationalist.”
Krajisnik hoorde het aan en bleef kalm aantekeningen maken. Hij heeft nooit iets verkeerd gedaan, zijn aanklacht is te vaag om geloofwaardig te zijn en het tribunaal is niet bevoegd om hem te berechten, vindt hij. Hij vroeg de rechters toestemming om zelf een openingspleidooi te houden.
Dochter Milica Krajisnik (30) staat achter haar vader. „Hij heeft me nooit geleerd om mensen te haten, om naar iemand anders te kijken op basis van religie of huidskleur”, zei zij dinsdag in haar huis in Pale, in het Servische deel van Bosnië. „Voor mij en mijn familie is de aanklacht een paradox.”
Franse SFOR-soldaten arresteerden Krajisnik in april 2000 in zijn huis in Pale. ’s Ochtends vroeg bliezen de soldaten de voordeur op, waarna zij de verdachte in pyjama meenamen. Sindsdien zit Krajisnik vast in Scheveningen, terwijl de aanklagers en advocaten zich voorbereidden op zijn proces. Dat wordt groot en gaat lang duren: er komen zo’n 200 mensen getuigen.
Samen met Karadzic was Krajisnik, een voormalige zakenman, een van de oprichters van de partij van de Servische nationalisten in Bosnië, de Servische Democratische Partij (SDS). Tijdens de onderhandelingen in het Amerikaanse Dayton stond hij door zijn koppigheid onder westerse diplomaten bekend als Mister No. Desondanks kwam er vrede. Krajisnik bleef voorstander van onafhankelijkheid voor de Bosnische Serviërs, maar diende niettemin als het eerste Servische lid van het Bosnische presidentschap, waarin ook een Kroaat en een moslim zitting hebben.
De aanklacht tegen Krajisnik is vrijwel identiek aan die tegen Biljana Plavsic, de voormalige president van de Bosnische Serviërs. In tegenstelling tot Krajisnik heeft zij zich uit vrije wil bij het tribunaal gemeld, om vervolgens een deal met de aanklagers te sluiten. Ze bekende schuld aan etnische zuiveringen, waarop aanklachten wegens onder meer genocide kwamen te vervallen. Plavsic kreeg de relatief milde straf van elf jaar cel, die ze in Zweden uitzit.
Krajisnik staat onder meer terecht wegens genocide. Hij kan maximaal levenslang krijgen.