Dat staat in de nota ”Natuurambitie grote wateren 2050” die de bewindsvrouw dinsdagmiddag naar de Tweede Kamer stuurde.

Dijksma, die verantwoordelijk is voor het natuurbeleid, schetst in de nota haar toekomstvisie op de klimaatverandering. Ze wil terug naar een dynamische delta met meer ruimte voor water en meer contact tussen rivierwater en de zoute zee. Daarin spelen zes grote watergebieden in ons land een hoofdrol: het Rivierengebied, de zuidwestelijke delta, het kustgebied, het Waddengebied, het IJsselmeer en de Noordzee.

De meest vergaande voorstellen doet Dijksma voor Zeeland. Daar wil ze de „verstoring” door de Deltawerken wil herstellen. Het Veerse Meer en de Grevelingen wil ze met grote inlaten weer verbinden met de zee waardoor een ”gedempt tij” van 50 centimeter kan ontstaan. Het Volkerak-Zoommeer wil ze daarop aansluiten. Daar kan dan een zilte deltanatuur ontstaan en komt er ruimte voor schelpdiervisserij. Dijken zijn voor Dijksma geen harde barrières meer.

De Haringvlietsluizen die in 2018 al op een kier gaan, mogen van de bewindsvrouw verder open zodat ook de Biesbosch onder invloed van de zee komt. Het getij en de stroming uit de rivier voeren dan op een natuurlijke manier zand aan, zodat dit gebied meestijgt.

De smalle stranden langs de Hollandse kust wil Dijksma uitbouwen tot een brede zone die al begint met zandplaten in zee, die geleidelijk overgaat in een stuifduingebied en met loofbomen. Op enkele plaatsen wil ze ”slufters” aangelegd waardoor de zee bij storm en springtij tot in de duinen doordringen.

Op de Waddeneilanden stelt de bewindsvrouw voor om aangelegde stuifdijken door te steken. Bij storm ontstaan dan zogenaamde vwash-overs”, waarbij de Noordzee het onbewoonde gebied overspoelt. Daardoor zal het gebied op een natuurlijke manier stijgen. Visserij in de Waddenzee die de bodem verstoort, wil ze verbieden. Er blijft wel ruimte voor de winning van zout uit het gebied.

Het IJsselmeer moet een uniek ondiep zoetwatermeer worden en de rivieren moeten nog meer ruimte krijgen dan ze nu al hebben. Uiteindelijk is deze robuuste natuur goedkoper, minder kwetsbaar voor de mens en noodzakelijk bij de opvang van het extra water, stelt Dijksma. Ze ziet de nota niet als een dictaat en wil het debat erover aangaan met de Tweede Kamer en met betrokkenen. Ze noemt het een „lobbydocument.”