Pomphouders verliezen kort geding tegen Staat
DEN HAAG (ANP). De twee pomphouders uit de grensstreek die een kort geding hadden aangespannen tegen de Staat wegens inkomstenderving, hebben hun zaak verloren. De kortgedingrechter in Den Haag wees hun vordering dinsdag van de hand. Ze wilden dat de overheid een voorschot zou betalen op schade die zij lijden als gevolg van de accijnsverhogingen van vorig jaar.
Alhoewel aannemelijk is dat de verhoging van de accijns op diesel en lpg heeft bijgedragen aan de slechte bedrijfsresultaten van de pomphouders, staat volgens de rechter niet vast in welke mate dat het geval is. De pomphouders hadden ook al in 2013 te maken met fors teruglopende resultaten terwijl toen de accijnzen nog niet waren verhoogd.
Geldvorderingen worden doorgaans alleen bij een kort geding toegewezen, wanneer vrijwel zeker is dat deze ook in een bodemprocedure succesvol zijn. De pomphouders hebben al aangegeven een bodemprocedure te starten tegen de Staat. Maar omdat ze bang waren het hoofd niet boven water te kunnen houden tot daarin een uitspraak volgt, werd ook een kort geding aangespannen.
De vraag of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld bij het opschroeven van de belastingen aan de pomp, is in het oordeel van dinsdag niet besproken. De rechter stelt dat er mogelijk ook andere oorzaken aan te wijzen zijn voor de gedaalde inkomsten bij de grenspomphouders, bijvoorbeeld de stagnerende economie, een steeds zuiniger wordend wagenpark, bevolkingskrimp in de grensregio’s en het teruglopen van de shopverkopen door de verhoging van de btw en hogere accijnzen op alcohol en tabak.