Opinie

Provocerende kunst wil publieke opinie schokken

Provocerende kunst is niet nieuw. Maar een antisemitisch kunstwerk als ”Sneeuwwitje en de waanzin van de waarheid” van Dror Feiler, dat onlangs in het nieuws kwam, heeft iets nieuws, iets revolutionairs, zeker binnen de kunstwereld van vandaag, stelt Marc de Klijn

3 February 2004 16:35Gewijzigd op 14 November 2020 00:56

. Zulke kunstwerken breken doelbewust met de veilige marge van esthetische vrijblijvendheid en hebben niets meer van doen met het eeuwige schoonheidsideaal. Vrijdag 16 januari had in Stockholm een gebeurtenis plaats die niet alleen de voorpagina’s van de nieuwsbladen over de hele wereld haalde, maar ook de kunstwereld op zijn kop heeft gezet of op zijn minst op zijn grondvesten deed schudden. De Israëlische ambassadeur in Stockholm, Zvi Mazel, vernielde op die dag een kunstwerk. Liever gezegd: hij maakte een kunstinstallatie onklaar door de elektriciteitskabels van de spots die het kunstwerk moesten verlichten uit het stopcontact te trekken en een lamp in het bassin te werpen, waardoor kortsluiting ontstond.

Context

Natuurlijk moet deze agressieve daad in een bepaalde context gezien en begrepen worden. Van 26 tot 28 januari zou er namelijk een conferentie over volkerenmoord in de Zweedse hoofdstad belegd worden. De Zweedse regering heeft daarbij van tevoren beloofd dat deze conferentie niet in verband zou worden gebracht met het Israëlisch-Palestijnse conflict in het Midden-Oosten. Het is dan ook op zijn minst verbazingwekkend dat het de Joodse kunstenaar Dror Feiler werd toegestaan een provocerend kunstwerk te plaatsen dat wel degelijk het Israëlisch-Palestijnse conflict tot inhoud en zelfs tot uitgangspunt heeft. Het kunstwerk heeft als titel ”Sneeuwwitje en de waanzin van de waarheid” en bestaat uit een bassin gevuld met water waaraan een rode vloeistof is toegevoegd, om de suggestie van een zee van bloed op te roepen. Op dit wateroppervlak drijft een wit bootje waaraan een fotoportret is bevestigd. Daarop staat de 29-jarige Palestijnse terroriste Hanadi Jaradat afgebeeld, die vorig jaar in Haifa zichzelf opblies en de levens van 22 mannen, vrouwen, ouderen en kinderen vernietigde.

Zvi Mazel is niet onbezonnen te werk gegaan. Eerst heeft hij verzocht dat het uiterst partijdige kunstwerk zou worden verwijderd. Geheel terecht, als men de afspraak van de Zweedse regering serieus neemt. Dit stuitte echter op tegenstand: het kunstwerk moest en zou op die plaats gehandhaafd blijven. Zvi Mazel werd daarop razend van woede en ging tot actie over. Zeer tot verontwaardiging overigens van de aanwezige kunstenaar, die zijn provocatie op zeer ondeugdelijke en niet overtuigende wijze trachtte te rechtvaardigen.

Dubieus

Het is immers uiterst dubieus om een zelfmoordactiviste te vergelijken met Sneeuwwitje en zelfs maar te veronderstellen dat een moord op 22 onschuldige Israëlische burgers verdedigbaar is en een goede zaak dient.

Het verheerlijken van gewelddaden op deze provocerende en smakeloze wijze is evenzeer af te wijzen als de uitspraken van Osama bin Laden en de zijnen, die beweren dat de Joden verantwoordelijk zijn voor de catastrofale aanslag op de Twin Towers in New York, 11 september 2001. Mensen die op deze wijze hun haat jegens de mensheid en hun agressie jegens de Joden willen botvieren, hebben ieder contact met de werkelijkheid en ieder begrip voor de getraumatiseerde Israëlische samenleving verloren. Blijkbaar behoort de kunstenaar Dror Feiler, die overigens al decennialang in Zweden woont, ook tot hen.

Het gaat mij er nu niet om commentaar te leveren op de vraag of Israël zich wel of niet van de beoogde conferentie heeft teruggetrokken. Het gaat mij er ook niet om vraagtekens te zetten bij het gegeven dat de agressieve daad van Zvi Mazel in de media breed werd uitgemeten, maar dat de oorzaak van zijn optreden eigenlijk werd verzwegen, dan wel verdonkeremaand of goedgepraat.

Provoceren

Waar het mij wél om gaat, is dat een provocatie door middel van een kunstwerk een andere provocatie uitlokt en dat uitingen van beeldende kunst blijkbaar hevige reacties kunnen oproepen. Zoiets gebeurt vandaag de dag namelijk hoogst zelden.

Natuurlijk horen wij af en toe over vandalen die in musea op willekeurige wijze een kunstwerk onherstelbaar vernietigen (zoals het schilderij ”Cathedra” van Barnett Newman in het Stedelijk Museum) en brede verontwaardiging oproepen. Ook weten wij van Caspar David Friedrich, die in 1807-1808 het publiek provoceerde met zijn schilderij ”Das Kreuz in den Bergen”, omdat hij de kruisdood van Jezus Christus deed vervliegen in een waas van pantheïsme en natuurextase. Het provoceren was een kenmerk van de moderne kunst, reeds voor de exposities van de impressionisten in 1874.

Edouard Manet provoceerde in 1863 met zijn schilderij ”Olympia”, omdat de naakte vrouw die daarop is afgebeeld eerder op een vulgaire, uitdagende prostituee lijkt dan op de godin Venus bij Titiaan.

Op identieke wijze daagde Manet zijn burgerlijke publiek uit met een nog veel schokkender schilderij met de titel ”Déjeuner sur l’herbe”, uit hetzelfde jaar. Een aantrekkelijke naakte vrouw bevindt zich tussen twee chic geklede heren en geniet van een picknick in de vrije buitenlucht. Het Parijse publiek stond op zijn achterste benen in die dagen.

Manet spande de kroon toen hij ”Nana” presenteerde, omdat met dit werk een (geklede maar uitdagende) prostituee werd verheerlijkt. Het doek werd dan ook in 1877 officieel door de Salon geweigerd.

Achterhaald

Toch was het provoceren in feite achterhaald toen de moderne kunst haar autonomie en onafhankelijkheid begon te bewijzen en de kunst zich in feite terugtrok in een l’art-pour-l’artpositie. (Het is pas weer in onze tijd -het postmodernisme sinds 1985- zo dat deze autonomie terzijde wordt gesteld en dat kunstenaars hun best doen om aan de esthetische vrijblijvendheid te ontsnappen.) Dat kunst niet langer heilig was, wisten wij al sinds de opkomst van de zogenaamde pop-art. Maar het is de Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons (1955) gelukt de provocaties van al zijn artistieke voorgangers te overtreffen. Koons exploiteert schaamteloos de slechte smaak van de amusementscultuur en schaamt zich niet om kitsch tot kunstidool te verheffen. Hij presteerde het zelfs om met de Italiaanse prostituee Cicciolina openlijk geslachtsgemeenschap te hebben binnen de muren van een kunstmuseum. Natuurlijk ontlokte hij daarmee welbewust de verontwaardigde vraag of porno in een museum tot kunst kon worden verheven. Het Stedelijk Museum oogstte allerwegen verontwaardiging toen Koons’ kunstwerk getiteld ”Ushering in banality” (1988), voor een kwart miljoen gulden (ongeveer 115.000 euro) werd aangekocht.

Doeltreffend

Toch beklijven dergelijke provocaties eigenlijk niet, omdat kwesties die de moraal en de openbare zeden betreffen overwegend tot de privé-sfeer worden gerekend en al spoedig als incidenten worden vergeten. Anders wordt het wanneer kunstwerken zich uitspreken over kwesties die met de wereldsituatie, met oorlog en vrede, met terroristische acties en geweldpleging te maken hebben. En dat is met het kunstwerk van Dror Feiler in hoge mate het geval. Zijn provocatie blijft hangen. Zijn effect is doeltreffend gekozen en waarschijnlijk zeer bewust neergezet.

Om die reden gaat het bij ”Sneeuwwitje en de waanzin van de waarheid” wel degelijk om iets nieuws, om iets revolutionairs, zeker binnen de kunstwereld van vandaag. Kunstwerken als die van Feiler breken doelbewust met de veilige marge van esthetische vrijblijvendheid en hebben niets meer met het eeuwige schoonheidsideaal van doen. Zij bedoelen de publieke opinie te schokken en de massa tot nadenken te bewegen. In zoverre is Feiler daarin absoluut geslaagd, hoewel ik zijn kunstwerk in alle opzichten beneden peil vind en het van zowel wereldvreemdheid als smakeloosheid getuigt.

Arena van de politiek

Toch ben ik (in principe) verheugd over het feit dat het tijdperk van de autonomie hiermee als afgedaan kan worden beschouwd en dat de kunst de arena van de politieke werkelijkheid heeft betreden. Daar hoort de kunst namelijk thuis - tenminste, als zij iets te melden heeft dat de moeite van het aanzien waard is.

Ik heb meer bewondering voor Zvi Mazel dan voor Dror Feiler, omdat Mazel de moed heeft gehad tegen een antisemitische provocatie op te treden. Ik zou in deze situatie op precies dezelfde wijze gehandeld hebben. Hoe men ook over de Israëlische binnen- en buitenlandse politiek van vandaag mag denken: handen af van het Joodse volk!

De auteur is beeldend kunstenaar en is van Joodse afkomst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer