Te eigenzinnig voor SP-discipline
Dat Ali Lazrak nog eens met ruzie de SP zou verlaten, verbaast zijn omgeving niet direct. Wel dat het al zo snel gebeurt. Lazrak is nog maar twee jaar kamerlid. Hij staat bekend als een zelfstandige doener die zich aan niemand iets gelegen laat liggen. Ook niet aan SP-voorman Marijnissen.
Hij werd in 1948 geboren in een orthodox-islamitisch gezin in het Noord-Marokkaanse dorp Azzaouia. Zijn vader was onderwijzer op een lagere school. Al op jonge leeftijd trok Ali de wijde wereld in. Vijf maanden zwierf hij door Spanje. Ali was toen 21.
Terug in Marokko liet hij zich ronselen voor DAF in Eindhoven. Met 200 andere gastarbeiders vond hij onderdak in een Limburgs klooster. In Born kon hij aan de slag als autospuiter. Al na een jaar verhuisde hij naar Zeist. Daar integreerde hij snel. Met zijn Puch-brommer maakte hij indruk op de Nederlandse meiden.
Hij werd politiek actief. In de jaren zeventig was hij betrokken bij acties ter verbetering van de slechte omstandigheden van gastarbeiders in de tuinbouwsector. In 1975 trok hij naar Amsterdam, waar hij nog steeds woont. Bij de NOS-radio werd hij benoemd tot eindredacteur voor Marokkaanse programma’s.
Dat bleef niet onopgemerkt. Hij nam stelling tegen het regime in zijn vaderland en schepte er genoegen in taboes aan de orde te stellen. Meer en meer ontpopte hij zich als een eigenzinnige allochtoon. Dankzij die eigenschap zag hij eerder dan vele anderen dat de integratie van veel gastarbeiders en hun kinderen dreigde te mislukken.
Daarbij weigerde hij de schuld eenzijdig bij de Nederlandse gemeenschap te leggen. De liefde moest van twee kanten komen, was zijn uitgangspunt. Ook zag hij haarscherp dat het softe overheidsbeleid tot niets zou leiden. „Het enige wat we nog niet hebben, is een islamitische busmaatschappij”, foeterde hij eens.
Hij hield het twintig jaar vol bij de radio, wat louter te danken was aan het liberale klimaat bij de omroep. Op het laatst had hij zich onmogelijk gemaakt en werd hem te verstaan gegeven dat hij beter kon vertrekken. Hij kwam in contact met de SP en koos voor een loopbaan in de politiek.
Het was kamerlid Kant die hem ontdekte. Lazrak werd adviseur van de SP nadat hij zich had opgeworpen als pleitbezorger van een parlementair onderzoek naar het integratiebeleid. Bij de kamerverkiezingen van mei 2002 deed hij zijn intrede in de fractie, waar hij zich met integratie bezig ging houden.
Dat hij begin vorig jaar lid werd van de commissie-Blok die het integratiebeleid moest onderzoeken, was niet meer dan logisch. Hij kwam tot de ontdekking dat de commissie zich liet bijstaan door een bureau, het Hilda Verwey-Jonker Instituut, dat jarenlang nauw betrokken was geweest bij het door hem zo verfoeide multicultibeleid. Het was voor hem reden zich terug te trekken. Dat leidde in Den Haag tot een fikse rel.
Commissieleden namen het hem kwalijk dat hij pas na zijn vertrek met kritiek kwam. Binnen de commissie zou hij niet of nauwelijks een tegengeluid hebben laten horen. Ook de SP-fractie was niet erg te spreken over zijn optreden. Daar kwam bij dat hij al vanaf vorig jaar weigerde een groot deel van zijn salaris af te staan aan de partijkas. Daar had hij wel voor getekend. Nadat hij vervolgens publiekelijk partijleider Marijnissen had aangevallen en hem bruutheid en arrogantie had verweten, kon een breuk niet uitblijven. Voor de SP-discipline was hij te veel dwarsligger.
Hij heeft aangekondigd als eenmansfractie verder te gaan. Dat leverde hem een uitbrander op van kamervoorzitter Weisglas, maar Lazrak reageerde vrij laconiek. Daarbij was zelfspot hem niet vreemd. „Ik heb gezegd dat ik samen met Ayaan Hirsi de Lijst De twee Ali’s zou willen oprichten. Dat was een grapje. Zoals anderen het hadden over de Lijst Lastpak.”