Ook Britten onderzoeken ‘feiten’ Irak
In navolging van de Amerikaanse president George Bush gaat hoogstwaarschijnlijk ook de Britse regering een onderzoek instellen naar de informatie die de inlichtingendiensten haar beschikbaar stelden over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak.
De woordvoerder van de Britse premier Tony Blair zei maandag dat de premier op korte termijn bekendmaakt hoe dat onderzoek moet verlopen.
Blair moet dinsdag voor een invloedrijke parlementaire commissie verschijnen en leidt naar verwachting morgen in het Britse Lagerhuis een debat over Irak. Volgens zijn woordvoerder zou de premier daarom waarschijnlijk dinsdagmorgen met een plan voor een onderzoek komen. De woordvoerder zei ook dat de Britse regering in nauw contact staat met de Amerikaanse regering en veel overleg pleegt over de aanpak van de kwestie.
De Amerikaanse president George Bush kondigde maandag aan een onafhankelijke commissie met daarin zowel Republikeinen als Democraten aan te stellen, die de inlichtingen over massavernietigingswapens in Irak moet onderzoeken. Bush zei dat ook het gebrek aan inlichtingen over onder meer Iran, Noord-Korea en Libië en over terreurgroepen onder de loep genomen moeten worden.
De aanwezigheid van chemische, biologische en nucleaire wapens in Irak vormde de belangrijkste reden voor zowel de Verenigde Staten als Groot-Brittannië om het land binnen te vallen. De gevreesde wapens werden echter nooit gevonden en de roep van oppositiepartijen in beide landen om een onderzoek werd steeds luider. Toen David Kay, het hoofd van het Amerikaanse onderzoeksteam dat in Irak de wapens zocht, vorige week ontslag nam en verklaarde dat er geen wapens in Irak zijn en de inlichtingen erover fout waren, konden de Britse en Amerikaanse bewindslieden nauwelijks meer om een onderzoek heen.
De Britse parlementaire commissie voor Buitenlandse Zaken zei maandag dat het niet aantreffen van massavernietigingswapens de geloofwaardigheid van de VS en Groot-Brittannië in hun kruistocht tegen het terrorisme ernstig heeft geschaad. De Britse oppositieleiders Michael Howard van de Conservatieven en Charles Kennedy van de Liberalen zeiden een onafhankelijk onderzoek te willen naar de Britse inlichtingen. Tory-leider Howard twijfelt niet aan de noodzaak om Irak aan te vallen. Hij zei te geloven dat Saddam Hussein een gevaar betekende voor de veiligheid in de wereld en dat militair ingrijpen gerechtvaardigd was, los van het feit of er massavernietigingswapens in Irak waren of niet. Het onderzoek moet volgens Howard dan ook vooral dienen om de betrouwbaarheid van de Britse inlichtingendiensten te controleren.