„Bètavakken moeten aantrekkelijker”
Het heeft geen zin leerlingen in de bovenbouw van havo en vwo meer uren wis- en natuurkunde te geven. Wel moeten deze vakken in zowel het voortgezet als het hoger onderwijs aantrekkelijker worden. Dan zal het aantal bètastudenten toenemen.
Dat is de mening van schoolleiders in het voortgezet onderwijs. Zij zijn ondervraagd door onderzoeksbureau Motivaction in opdracht van de onderwijsorganisaties Besturenraad, KBVO, VOS/ABB en VVO. De schoolleiders vertegenwoordigen het protestants-christelijk, rooms-katholiek, openbaar en algemeen bijzonder onderwijs. Hun advies is vanmorgen gepresenteerd in Den Haag.
Minister Van der Hoeven (Onderwijs) wil het aantal uren voor de bètavakken in de profielen natuur en gezondheid en natuur en techniek verminderen. Dat stuit op bezwaren bij vakorganisaties. De ondervraagde schoolleiders delen deze bezwaren niet. Om de instroom van bètastudenten te vergroten, moet volgens hen allereerst de aantrekkelijkheid van wis- en natuurkunde al in de laagste klassen van het voortgezet onderwijs verbeterd worden.
De schoolleiders verwachten ook niet dat het nieuwe vak wetenschap en techniek zal leiden tot een grotere instroom van bètastudenten. Toch is er wel enthousiasme onder schoolleiders om het vak in te voeren, maar alleen om daarmee het onderwijs te vernieuwen.
Het invoeren van management en organisatie als verplicht vak in het profiel economie en maatschappij, een ander voorstel van de minister, krijgt geen bijval van de schoolleiders. Zij willen het wel opnemen als keuzevak. De schoolleiders steunen het voorstel van de minister om de deelvakken Duits en Frans uit te breiden tot hele vakken.
De Tweede Kamer spreekt zich woensdag uit over de plannen van de minister.