Ruim 800 bezwaarde hervormde ambtsdragers uit ongeveer 125 (wijk)kerkenraden vanuit het hele land waren in de Elspeetse dorpskerk bijeen op het convent van kerkenraden, een initiatief van het Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk. Het idee om te komen tot zo’n convent ontstond in een aantal kerkenraden na het besluit van de drie synodes van de SoW-kerken, op 12 december, om zich per 1 mei te verenigen tot de PKN. Doel: „Elkaar onderling bemoedigen, vasthouden en ons bezinnen op de vragen waar we ons kerkelijk voor zien geplaatst.”

Dagvoorzitter ds. C. J. P. van der Bas, hervormd predikant in Woudenberg, gaf aan dat de bijeenkomst meer was dan een bezinningsdag. Maar hij onderstreepte dat de samenkomst „op geen manier de pretentie wil voeren van een officiële ambtelijke vergadering. Zo kunnen en willen wij voor 1 mei ook niet samenkomen. Het is een vergadering van ambtsdragers, waarop we ons buigen over de vraag hoe het verder moet.”

Volgens een persbericht van het convent zijn honderden ambtsdragers en duizenden gemeenteleden door het fusiebesluit in grote gewetensnood gekomen. „Zij kunnen het voor God en hun geweten niet verantwoorden om kerkelijk te erkennen wat tegen Gods Woord ingaat. Zij achten het hun roeping om te blijven bij de publiek beleden leer van de Nederlandse Hervormde Kerk.”

Het convent wijst erop dat aan bezwaarden geen andere weg wordt gewezen dan het bedanken als lidmaat. „Deze weg achten gemeenteleden en ambtsdragers onverantwoord. Zij willen trouw zijn aan het jawoord waarmee zij zich aan de Nederlandse Hervormde Kerk en haar leer hebben verbonden.”

Het convent van kerkenraden zegt dat het zijn vurige wens is dat de synode „te elfder ure met kerkordelijke maatregelen zal komen om recht te doen aan gemeenten en gemeenteleden voor wie de gereformeerde belijdenis onopgeefbaar is als kerkelijke grondslag.”

In zijn openingswoord zei ds. Van der Bas zaterdagmorgen „dat er alle reden is om ook op een dag als deze onder ogen te zien dat we de schuld voor de nood van de Hervormde Kerk allereerst bij onszelf hebben te zoeken. Wij hebben alle reden om de nodige ootmoed en bescheidenheid aan de dag te leggen vandaag. Alle zelfgenoegzaamheid en zelfbewustheid moet ons vreemd zijn.”

Verder riep hij de aanwezigen ertoe op om „in broederlijke verdraagzaamheid” over de kerkelijke problematiek te spreken. „Het moet ons gaan om de eenheid in het Woord Gods, eenheid in de belijdenis der kerk en, als de Heere het geeft, om eenheid en gemeenschap met Christus; en zo met elkaar.”

De vergadering van ambtsdragers besloot, aldus het persbericht, „in grote eensgezindheid” nog een laatste schriftelijk appèl te richten aan de hervormde synode. „Het synodebesluit op 12 december 2003 heeft ons in onoverkomelijke gewetensnood gebracht”, verwoordt dit appèl. „Wij zouden niet oprecht zijn voor God en de kerk als we het geloof op een andere manier zouden belijden dan we dat geslachten lang hebben gedaan. Het zou niet eerlijk zijn als we kerkelijk de nieuwe grondslagen zouden aanvaarden om er vervolgens innerlijk afstand van te nemen.”

Het appèl doet een dringende oproep aan het adres van de hervormde synode om de gewetensnood te peilen. „Wij zijn niet uit op breuken, maar als u breekt met de eenheid van het ware geloof, zoals uitgedrukt in de belijdenis van onze kerk, breekt u de eenheid van de kerk die ons zo lief is.”

Vanuit de vergadering ging een telegram naar de voorzitter en de scriba van de hervormde synode met het verzoek het schriftelijk appèl maandag te mogen aanbieden. Dr. W. van Vlastuin, secretaris van het convent, bevestigde vanmorgen desgevraagd dat het vandaag zou worden overhandigd.

Voorafgaand aan de bijeenkomst was er ’s morgens een bidstond. Dr. P. de Vries, een van de plaatselijke predikanten in Elspeet, stond stil bij Habakuk 3:2: „Heere, als ik Uw rede gehoord heb, heb ik gevreesd; Uw werk, o Heere, behoud dat in het leven in het midden der jaren; in de toorn gedenk des ontfermens.” Er was voorbede voor de Nederlandse Hervormde Kerk, de hervormde synode, kerkenraden en gemeenten.

De bijeenkomst van het convent trok ook de belangstelling van de landelijke pers. Buiten de dorpskerk maakte het NOS-journaal tv-opnamen, die ’s avonds werden uitgezonden.