Kerk & religie

„Moslims zwartmaken is niet nodig”

Christine Mallouhi uit Beiroet zoekt de weg van vrede en dialoog tussen christen en moslim. Vrijdag was ze te gast in Amersfoort.

Kerkredactie
30 January 2004 22:17Gewijzigd op 14 November 2020 00:55
AMERSFOORT – De Amersfoortse Bergkerk, gezien door de spiegel van de organist. De Nederlandse Zendingsraad belegde er gisteren een studiedag over moslims. Er waren ongeveer negentig belangstellenden. Foto RD, Anton Dommerholt
AMERSFOORT – De Amersfoortse Bergkerk, gezien door de spiegel van de organist. De Nederlandse Zendingsraad belegde er gisteren een studiedag over moslims. Er waren ongeveer negentig belangstellenden. Foto RD, Anton Dommerholt

De Nederlandse Zendingsraad belegde vrijdag in de keistad een studiedag over moslims. Inzet was het boek ”Verklaar moslims de vrede” van Mallouhi, dat in het Nederlands is vertaald.

Mallouhi heeft jarenlang in diverse moslimlanden geprobeerd moslims te bereiken met het Evangelie. „Ik merk dat christenen tegenwoordig een forse mening hebben over moslims, vaak opgedaan uit boeken, zonder dat men rechtstreeks contact met de moslims heeft gehad. Als je volgeling van Jezus bent, moet je echter gevoelens van angst, bitterheid en vrees overstijgen.”

Volgens Mallouhi zijn de Samaritanen uit de tijd van de Heere Jezus de moslims van nu. „Samaritanen claimden dat zij de juiste versie van de thora hadden, en dat de Joden een vervalsing hadden gemaakt. Zij kwamen dus met een concurrerend geloofssysteem. Je ziet nu hetzelfde in de relatie tussen christenen en moslims: er is verschil van opvatting over heilige plaatsen en heilige schriften.”

Mallouhi ging vervolgens in op Jezus’ omgang met de Samaritaanse vrouw. „Jezus is eigenlijk de eerste zendeling onder moslims. Als er staat: Hij moest door Samaria gaan, wil dat niet zeggen dat Hij het om een geografische reden deed; het kwam door Zijn eigen bewogenheid. Jezus laat alle mogelijkheden om een theologisch gevecht aan te gaan, liggen. Wilt u Mij wat water geven uit de bron van uw profeet? vraagt Hij. Als je probeert op dezelfde manier moslims te bereiken, zul je op dezelfde manier als Jezus bekritiseerd worden door je geloofsgenoten. Ze begrijpen niet wat je doet.”

Herman Takken, stafmedewerker van de Stichting Evangelie & Moslims, gaf een reactie op Mallouhi. „Gaat ze te ver? Als je haar boek goed leest, en als je persoonlijk met Mallouhi en haar man optrekt, weet je dat ze beiden een passie hebben voor het Evangelie. Het enige wat ze niet doen, is de islam zwartmaken, om het Evangelie witter te doen zijn. Een open en positieve houding naar moslims is geen verraad aan, maar juist een bevestiging van het Evangelie.”

Openheid betekent niet dat je deel van moslims gaat uitmaken, zei Mallouhi op een vraag uit de zaal. Maar het moet wel van twee kanten komen, zei iemand die twaalf jaar in Istanbul had gewoond en daar thee dronk met moslimburen. „Als je zo veel vooroordelen ervaart van de andere kant, over de Bijbel, over wie wij zijn als christenen, hoe kun je jezelf daaroverheen zetten en Christus presenteren hoe Hij werkelijk is?” Mallouhi: „We moeten ons startpunt nemen in het verhaal van Jezus en Petrus. Jezus vraagt: Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Petrus komt met het goede antwoord: Zoon van de levende God. Daarop zegt Jezus niet: Dat heb je mooi bedacht, Petrus, maar: Mijn Vader in de hemel heeft het je geopenbaard. Doe wat je kunt, wees niet gefrustreerd als er bepaalde vooroordelen zijn. Daardoorheen gaat God Zijn eigen weg. Elke kop thee die ik heb gedronken, elke traan die ik heb gelaten, speelt in Zijn plan een rol. Daar moeten we het bij laten.”

’s Middags verkondigde Mallouhi bewust een eenzijdig pro-Palestijns standpunt, omdat de pro-Israël-geluiden volgens haar genoegzaam bekend zijn, onder meer via de media. Drs. Marieke den Hartog, projectmedewerker Kerk en Israël van de SoW-kerken, reageerde op het verhaal van Mallouhi. Ze erkende dat de „verschrikkelijke nederzettingenpolitiek” niet vrolijk maakt, maar benadrukte dat „een willekeurige regering als die van Ariel Sharon er niet toe mag leiden dat we de verbondenheid met Israël opgeven.” Ook is Den Hartog het niet eens met Mallouhi dat het „basisprobleem” de door Israël bezette gebieden vormen. „Het basisprobleem is de legitimiteit van de staat Israël, het onzekere gevoel bij Israëlische burgers of hun staat er over twintig jaar nog zal zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer