God vergeet niet
Achitofel, die boze raadsman, bereidde wel zijn lichamelijk huis, maar niet zijn ziel, want hij hing zich op. Wees toch niet zo dwaas, maar bereid uw geestelijk huis en zuiver uw ziel zo veel het mogelijk is van de zonden en versier het met allerhande deugden en godzalige werken.Een zorgeloze boer die in het voorjaar niet zaait, heeft in het najaar geen oogst te verwachten. Zo ook, wanneer u in uw leven niet zaait, om zo te spreken, het goddelijk zaad van de bekering, zult u na uw dood de eeuwige blijdschap van de hemel niet kunnen maaien. Zo behoort u altijd te waken, opdat u niet onvoorzien door de dood wordt overrompeld. We lezen van de goddeloze Bileam, die zei: „Mijn ziel sterve de dood des oprechten.” Doch dit was voor hem tevergeefs, want hij had niet geleefd het leven van de oprechten.
O, de godzaligheid is een heerlijke zaak en een recht sieraad van Gods kinderen. Het is het einde van onze krachtige roeping en de rechte weg tot de hoogste gelukzaligheid. Zo zal de godzaligheid van de vromen door God nooit vergeten worden, maar te zijner tijd rijkelijk uit genade worden beloond. Laban probeerde Jacob na zo veel dienstjaren leeg te laten gaan. Anders is het met onze God. Want die Hem eren, zal Hij eren.
Adrianus Hasius, predikant te Leeuwarden (Geestelijk alarm, 1653)